Algemene richtlijnen voor flexibele formulieren

  • U kunt rij- en kolomonderdelen wijzigen in flexibele formulieren.
  • Wijzigingen in een flexibel formulier blijven niet behouden tussen sessies.

    Wanneer een gebruiker een flexibel formulier wijzigt, blijft de gewijzigde rasterlay-out alleen behouden in de context van de huidige sessie. Als een flexibel formulier opnieuw wordt geopend, gaat de lay-out van het flexibele formulier terug naar de oorspronkelijke toestand.

  • U kunt in een flexibel formulier rijen en kolommen invoegen en verwijderen met de opties Invoegen en Verwijderen van het snelmenu in Excel.
  • Wanneer een flexibel formulier met een bedrijfsregel of Groovy-regel voor het toevoegen van een nieuw dimensieonderdeel (ad-hoconderdeel) wordt uitgevoerd vanuit het formulier, wordt het nieuwe onderdeel na het vernieuwen niet weergegeven in het flexibele formulier. Start het flexibele formulier opnieuw vanuit het Smart View-venster om het nieuwe onderdeel in het flexibele formulier te zien.
  • Rijen en kolommen kunt u verwijderen met de Delete-toets. Wanneer u echter rijen of kolommen met meerdere dimensies verwijdert, moet u alle dimensieonderdelen in de rij of kolom selecteren voordat u op 'Delete' drukt.

    In het volgende voorbeeld bevat een flexibel formulier drie rijdimensies, 'Rekeningen', 'Markt' en 'Jaar':

    D-rek VS markt Boekjaar 18

    D-rek VS markt Boekjaar 19

    D-rek VS markt Boekjaar 20

    Als u de rij voor boekjaar 18 wilt verwijderen met de Delete-toets, moet u alle drie de dimensieonderdelen, 'D-rek', 'VS markt' en 'Boekjaar 18', selecteren met de Ctrl-toets of Shift-toets en vervolgens op Delete drukken.

  • Kopiëren en plakken is beperkt tot het bereik van de formulierdefinitie. Flexibele formulieren moeten voldoen aan de hiërarchieën zoals die in het formulier zijn gedefinieerd. Daarom moeten alle onderdelen van een flexibel formulier deel uitmaken van de gedefinieerde rij- of kolomonderdelen van het formulier.
  • Berekeningsscripts voor subtotalen en berekeningsscripts voor valutaomrekening worden gegenereerd en uitgevoerd op basis van de oorspronkelijke formulierdefinitie.
  • Als in de formulierdefinitie de optie Flexibel formulier activeren voor rijen en/of Flexibel formulier activeren voor kolommen is geselecteerd, blijven toelichtingen in een flexibel formulier dat als eenvoudig formulier is geopend, na het vernieuwen mogelijk behouden in cellen buiten het formulier.

    Wanneer het formulier echter als flexibel formulier wordt geopend, geldt het volgende:

    • Als de opties Flexibel formulier activeren voor rijen en Flexibel formulier activeren voor kolommen beide zijn geselecteerd, blijven toelichtingen niet behouden.

    • Als alleen de optie Flexibel formulier activeren voor rijen is geselecteerd, blijven toelichtingen die rechts van het formulier zijn ingevoerd, na het vernieuwen behouden. Toelichtingen blijven niet behouden als ze rechtstreeks onder het formulier worden ingevoerd.

    • Als alleen de optie Flexibel formulier activeren voor kolommen is geselecteerd, blijven toelichtingen die onder het formulier zijn ingevoerd, na het vernieuwen behouden. Toelichtingen blijven niet behouden als deze rechts van het formulier zijn ingevoerd.

  • Wanneer u werkt met flexibele formulieren met meerdere dimensies in rijen en kolommen (wanneer twee of meer dimensies met meerdere onderdelen in een rij of kolom zijn geplaatst), geldt het volgende:

    • In het ontwerp is bepaald dat + en - voor uitvouwen/samenvouwen niet worden ondersteund voor flexibele formulieren. Gebruik in plaats daarvan de opdracht 'Uitvouwen'/'Samenvouwen' in het contextmenu van Smart View.

    • Als u tijdens het definiëren van het formulier dimensieonderdelen in afzonderlijke rijen of kolommen wilt plaatsen, kiest u in Onderdeelselectie in het flexibele formulier de optie Selectie in afzonderlijke rijen plaatsen of Selectie in afzonderlijke kolommen plaatsen. Zie Onderdelen selecteren voor formulieren in Planning beheren.

  • Gebruikers kunnen rij- of kolomonderdelen toevoegen aan een flexibel formulier door deze te selecteren in het dialoogvenster Onderdeelselectie op het lint van de provider, bijvoorbeeld het lint 'Planning'. De optie Onderdelen selecteren is alleen beschikbaar in flexibele formulieren en niet in eenvoudige formulieren.

    Note:

    De optie Onderdeelselectie is beschikbaar in Oracle Smart View for Office 21.100+.

    In het dialoogvenster Onderdeelselectie kunt u rij- of kolomonderdelen toevoegen aan een flexibel formulier. Dit is te vergelijken met het toevoegen van onderdelen aan een ad-hocraster. Welke onderdelen u kunt toevoegen, is afhankelijk van de onderliggende formulierdefinitie voor de rij- en kolomdimensies:

    • Als de instelling Flexibel buiten formulierdefinitie is geselecteerd bij Dimensie-eigenschappen, kunnen gebruikers andere onderdelen selecteren dan die zijn opgegeven in de formulierdefinitie. Stel dat een formulier alleen de computeraccessoire-onderdelen van de dimensie 'Product' bevat. Als Flexibel buiten formulierdefinitie is geselecteerd voor de dimensie 'Product', kunnen gebruikers andere onderdelen uit 'Product', zoals 'Laptops' of 'Tablets', toevoegen aan het flexibele formulier. Deze onderdelen blijven behouden wanneer wordt vernieuwd. Zie Flexibilisering buiten de formulierdefinitie voor meer informatie.

    • Als in de formulierdefinitie van een flexibel formulier specifieke onderdelen geen deel uitmaken van een dimensie, kunt u deze onderdelen wel selecteren en toevoegen in het dialoogvenster Onderdeelselectie. Deze onderdelen worden na het vernieuwen verwijderd.

      Note:

      Als u onderdelen buiten de formulierdefinitie wilt toevoegen, activeert u Flexibel buiten formulierdefinitie voor de desbetreffende dimensies.

    Voor Onderdelen selecteren wordt de standaardaliastabel gebruikt die op applicatieniveau is gedefinieerd. Wanneer onderdelen in het raster worden ingevoegd, worden de onderdelen weergegeven als onderdeelnamen totdat wordt vernieuwd. Daarna worden de aliassen weergegeven volgens de applicatie-instelling.

  • Wanneer een gebruiker een onderdeel toevoegt dat een bovenliggend of onderliggend onderdeel is van een onderdeel dat al aanwezig is in een flexibel formulier, en het formulier vernieuwt, wordt het onderliggende onderdeel samengevouwen, zelfs in gevallen waarbij de eigenschap 'Dimensie', Start uitgevouwen, is geselecteerd tijdens het ontwerpen van het formulier. Voor de gebruiker ziet het er mogelijk uit of het onderliggende onderdeel is verwijderd, maar het onderliggende onderdeel kan worden weergegeven door het bovenliggende onderdeel uit te vouwen met de opdrachten 'Uitvouwen/Samenvouwen' in het Smart View contextmenu.

  • Wanneer u numerieke onderdeelnamen of gedeelde onderdelen in een flexibel formulier invoert, voert u een enkel aanhalingsteken ( ' ) in vóór de onderdeelnaam.

    Bijvoorbeeld: voor een numerieke onderdeelnaam, zoals 4077, voert u het volgende in:

    '4077

    Voor gedeelde onderdelen voert u onderdeelnamen in het volgende formaat in:

    '[Parent].[Shared Member]

    Bijvoorbeeld:

    '[Sales Director 2].[410]

    '[Default_Sales Director 2].[Default_International Sales]

  • Wanneer een flexibel formulier in een ad-hocmodus wordt geopend, gaat de inspringing van de rijdimensie verloren bij het versturen van gegevens. Als u de gegevens vernieuwt, wordt de normale inspringing hersteld.

  • Gebruikersvariabelen, dynamische gebruikersvariabelen en vervangingsvariabelen worden in rijen en kolommen van flexibele formulieren ondersteund. Gebruikers moeten variabelen in de POV wijzigen en een vernieuwingsbewerking uitvoeren voor de rijen en kolommen om deze bij te werken naar de nieuwe onderdelen.

  • In rijen en kolommen van flexibele formulieren kunt u uitgesloten onderdelen invoeren. Onderdelen die zijn uitgesloten in de formulierdefinitie kunnen worden ingevoerd in rijen van flexibele formulieren en gebruikers kunnen waarden invoeren, en versturen.

  • Als in de formulierdefinitie de optie Flexibel formulier activeren voor rijen en/of Flexibel formulier activeren voor kolommen actief is, worden vervolgens de segmenteigenschappen Verbergen en Alleen-lezen niet ondersteund voor rijen of kolommen. Verbergen en Alleen-lezen worden alleen ondersteund in eenvoudige formulieren.

  • De opties Ontbrekende blokken onderdrukken, Ontbrekende rijen onderdrukken en Ontbrekende kolommen onderdrukken die in de webapplicatie zijn gedefinieerd voor een flexibel formulier, worden alleen toegepast wanneer het flexibele formulier de eerste keer wordt geopend in Smart View. Afhankelijk van de formulierdefinitie kunnen gebruikers van een flexibel formulier onderdelen in kolommen of rijen invoeren, ook als de onderdrukkingsopties in het webformulier actief zijn. Gebruikers kunnen ook gegevens invoeren en gegevens versturen voor de onderdrukte onderdelen.

    Als in het Smart View dialoogvenster Opties op het tabblad Gegevensopties de opties Ontbrekende blokken onderdrukken, Ontbrekende rijen onderdrukken en Ontbrekende kolommen onderdrukken zijn geselecteerd, worden deze toegepast op het flexibele formulier. Gebruikers kunnen deze opties in Smart View uitschakelen en vervolgens onderdelen toevoegen (door deze in het blad te typen of door Onderdeelselectie te gebruiken), gegevens invoeren, gegevens versturen en het flexibele formulier vernieuwen.

  • Een beheerder kan actiemenu's configureren voor het uitvoeren van bedrijfsregels of openen van flexibele formulieren vanuit een flexibel formulier. De opties van het actiemenu zijn toegankelijk via het contextmenu van Smart View. U kunt definiëren dat de opties van het actiemenu in het snelmenu op elke gewenste plaats in het flexibele formulier worden weergegeven of bijvoorbeeld in specifieke dimensies, onderdelen, rijen, kolommen of cellen worden weergegeven wanneer met de rechtermuisknop wordt geklikt.

    Snelmenu's die beschikbaar zijn in de webapplicatie voor de dimensies 'POV' en 'Pagina' zijn niet beschikbaar in flexibele formulieren in Smart View.

    In Planning beheren kunt u Actiemenu's beheren raadplegen voor informatie over het instellen van actiemenu-opties voor flexibele formulieren en Flexibele formulieren ontwerpen voor aanvullende informatie over flexibele formulieren.

  • Als u gewijzigde onderdelen wilt behouden in een flexibel formulier nadat een POV of gebruikersvariabele is gewijzigd, moet u de optie Flexibele formulieren: raster behouden bij wijzigingen in POV en gebruikersvariabelen activeren. Klik op het lint van Smart View op Opties. Selecteer het tabblad Onderdeelopties en selecteer vervolgens de optie Flexibele formulieren: raster behouden bij wijzigingen in POV en gebruikersvariabelen. Als deze optie niet wordt geselecteerd, worden rijen en kolommen die in het flexibele formulier zijn toegevoegd, verwijderd na wijziging van een POV of gebruikersvariabele.

    Nadat u de optie Flexibele formulieren: raster behouden bij wijzigingen in POV en gebruikersvariabelen hebt geselecteerd, voegt u onderdelen toe aan het raster van het flexibele formulier of verwijdert u onderdelen uit het raster. Klik vervolgens op Vernieuwen. Wijzig een POV-onderdeel en klik op Vernieuwen of wijzig een gebruikersvariabele, waarna het flexibele formulier automatisch wordt vernieuwd. De gewijzigde onderdelen blijven behouden. U kunt nu gegevens invoeren en versturen op basis van de gewijzigde POV en gebruikersvariabelen in alle onderdelen in het flexibele formulier, inclusief nieuw toegevoegde onderdelen. U kunt desgewenst de POV of gebruikersvariabelen opnieuw wijzigen en vernieuwen. Vervolgens kunt u doorgaan met het invoeren van gegevens op basis van de gewijzigde POV en gebruikersvariabelen.