Statuscontrole op het systeem uitvoeren

U kunt een "statuscontrole" uitvoeren op het systeem om de prestaties te optimaliseren.

Met behulp van de statuscontrole kunt u ook informatie krijgen over uw computer, zoals bepaalde registratie-instellingen en de Microsoft Office-versie, Oracle Smart View for Office-versie en geïnstalleerde extensies.

Opmerking:

De functie Statuscontrole is alleen beschikbaar wanneer Smart View wordt gebruikt met Excel.

Ga als volgt te werk om een statuscontrole uit te voeren:

  1. Klik op het Smart View-lint in Excel op de pijl naast Help en selecteer Statuscontrole.

    Het dialoogvenster Statuscontrole wordt weergegeven.

  2. Bekijk de volgende systeemgegevens. U kunt deze gegevens niet bewerken:

    • Versiegegevens: besturingssysteem, Excel-versie, Smart View-versie, Internet Explorer-versie, WebView2-runtimeversie, .NET Framework-versies

      Opmerking:

      Als de runtime van Microsoft Edge WebView2 niet is geïnstalleerd, wordt een versienummer weergegeven in Runtimeversie WebView2. Zie de optie Runtime WebView2 in de groep Smart View-opties in de volgende stap om WebView2 te activeren of te deactiveren.

      Als de runtime van WebView2 niet is geïnstalleerd, wordt Geen weergegeven voor Runtimeversie WebView2 en wordt de optie Runtime WebView2 niet weergegeven in de groep Smart View-opties.

    • Hardwaregegevens: RAM-geheugen, processor, geïnstalleerde schijfruimte Smart View
    • Excel-invoegtoepassingen: is afhankelijk van de Excel-invoegtoepassingen die zijn geïnstalleerd
    • COM-invoegtoepassingen: is afhankelijk van de COM-invoegtoepassingen die zijn geïnstalleerd
  3. Werk de volgende gegevens naar wens bij. Als u instellingen wijzigt, klikt u op Instellingen bijwerken om de wijzigingen toe te passen.

    Klik desgewenst op Aanbevolen instellingen om alle opties zo optimaal mogelijk in te stellen voor Smart View.

    Dit zijn de bewerkbare instellingen:

    • Registergegevens

      Time-outs van HTTP-sessies kunnen optreden wanneer u werkt met grote query's waarvan de uitvoering veel tijd kost of wanneer u een tragere internetverbinding hebt. Als u minder time-outs wilt, kunt u time-outwaarden instellen. (Als u een time-outwaarde wijzigt, moet u alle Microsoft Office-applicaties opnieuw starten om de nieuwe waarde toe te passen.)

      • Keepalive-time-out: de standaardwaarde is 900 seconden. Als u de waarde wilt wijzigen, klikt u in de kolom Corrigeren/Bijwerken/Info, voert u een nieuwe waarde in en klikt u vervolgens op Instellingen bijwerken.
      • Ontvangsttime-out: de standaardwaarde is 900 seconden. Als u de waarde wilt wijzigen, klikt u in de kolom Corrigeren/Bijwerken/Info, voert u een nieuwe waarde in en klikt u vervolgens op Instellingen bijwerken.
      • ServerInfo-time-out: de standaardwaarde is 900 seconden. Als u de waarde wilt wijzigen, klikt u in de kolom Corrigeren/Bijwerken/Info, voert u een nieuwe waarde in en klikt u vervolgens op Instellingen bijwerken.
      • Huidige resolutie: alleen-lezen. De huidige resolutie van de systeemweergave.

      • USER Process Handle Quota: alleen-lezen. Het aantal proceshandles. Proceshandles bepalen de toegang van Oracle Smart View for Office tot systeembronnen.

      • Enable Per Process System DPI: alleen voor weergave-instellingen Windows 10. Selecteer Activeren om slepen en neerzetten te kunnen gebruiken in Office-applicaties op een ander schaalniveau dan 100%. De standaardwaarde is Gedeactiveerd.

        Als u een beeldscherm met hoge DPI gebruikt als primaire monitor en een beeldscherm met normale DPI als tweede monitor, werkt slepen en neerzetten mogelijk niet op het tweede scherm met normale DPI. Dit komt doordat muisdrivers de verkeerde coördinaten doorgeven voor muisacties, wat resulteert in foutief gedrag bij slepen en neerzetten.

      • Browseremulatiemodus: hiermee wordt de vereiste registersleutel aan alle Office-applicaties (Excel, Word, PowerPoint, Outlook) toegevoegd zodat bepaalde op de browser gebaseerde schermen in Smart View en Smart View extensies correct worden weergegeven.

        Selecteer de optie die overeenkomt met uw browserversie:

        • 12001: compatibiliteit met Microsoft Edge

        • 11001: compatibiliteit met Internet Explorer 11

        • 10001: compatibiliteit met Internet Explorer 10

        • Deactiveren

        Deze optie is standaard geactiveerd en toont de waarde Standaard.

    • Smart View-opties
      • Buffer voor ongedaan maken: het aantal acties voor ongedaan maken en opnieuw uitvoeren dat is toegestaan voor een bewerking. De standaardwaarde is 9. Als u de waarde wilt wijzigen, klikt u in de kolom Corrigeren/Bijwerken/Info, voert u een nieuwe waarde in en klikt u vervolgens op Instellingen bijwerken. U kunt een waarde tussen 1 en 100 invoeren. (Zie voor meer informatie: Ongedaan maken en Opnieuw gebruiken.)
      • Opslag van metagegevens verbeteren: deze optie heeft betrekking op interoperabiliteit tussen verschillende versies van Smart View. Hiermee is efficiëntere opslag van interne gegevensstructuren mogelijk.

        De standaardwaarde is Ingeschakeld. Als alle gebruikers binnen de organisatie Smart View 9.3.1.6 of hoger hebben, moet deze optie altijd worden ingeschakeld.

        Wanneer deze optie Uitgeschakeld is, worden twee kopieën van metagegevens beheerd voor compatibiliteitsdoeleinden. Dit kan tragere algehele prestaties tot gevolg hebben. Schakel deze optie in de volgende situaties uit:

        • U verstuurt een Excel-werkboek naar gebruikers met eerdere Smart View-releases dan 9.3.1.6 of naar gebruikers met Microsoft Office 2002 of eerder, ongeacht de Smart View-release.
        • U opent een werkboek dat is verstuurd door gebruikers met eerdere Smart View-releases dan 9.3.1.6 of door gebruikers met Microsoft Office 2002 of eerder, ongeacht de Smart View-release.

        Opmerking:

        Als u deze optie wijzigt in Uitgeschakeld, wordt de waarde in de kolom Koppeling Corrigeren/Bijwerken/Help gewijzigd in Corrigeren. Als u problemen hebt met het systeem en de prestaties wilt optimaliseren, moet u deze instelling 'corrigeren' door de waarde weer te wijzigen in Ingeschakeld.

      • Compatibiliteit: compatibiliteit van formulieren en reguliere ad-hocrasters ondersteund tussen Smart View for Office en Smart View for Office (Mac and Browser). De standaardwaarde is Gedeactiveerd.

        • Klik als u compatibiliteit wilt activeren op de kolom Koppeling Corrigeren/Bijwerken/Help column, selecteer Activeren en klik vervolgens op Instellingen bijwerken.
        • Klik als u compatibiliteit wilt deactiveren op de kolom Koppeling Corrigeren/Bijwerken/Help column, selecteer Deactiveren en klik vervolgens op Instellingen bijwerken.

        Zie Compatibel werken in formulieren en ad-hocrasters tussen Smart View en Smart View (Mac and Browser) voor meer informatie.

      • Runtime WebView2: selecteer een optie zodat de geïnstalleerde versie van de runtime van Microsoft Edge WebView2 wordt gebruikt door Smart View.

        • Activeren voor gebruikersinterface: als deze optie actief is, wordt WebView2 gebruikt door Smart View ter ondersteuning van enkele authenticatiescenario's tijdens het inloggen. Tijdens runtime detecteert Smart View de aanwezigheid van de geïnstalleerde runtime-versie van WebView2 op de computer en wordt het dialoogvenster voor WebView2 geopend om de inlogpagina te hosten. Webview2 werkt ook samen met de Microsoft Edge-browser om de wizard weer te geven bij het importeren van rapporten uit Oracle Hyperion Financial Reporting (in de cloud en lokaal).

        • Activeren voor alles: hierbij worden de authenticatiescenario's gebruikt die worden beschreven in Activeren voor gebruikersinterface, en wordt ook WebView2 geactiveerd voor netwerken. Deze optie wordt aanbevolen voor gebruik bij het stellen van een diagnose van verbindingsproblemen.

        • Deactiveren: standaardwaarde. Selecteer deze optie om WebView2 te deactiveren.

        De geïnstalleerde runtime-versie van WebView2 wordt weergegeven in Runtime-versie van WebView2 in de groep Versiegegevens, ongeacht of deze is geactiveerd of gedeactiveerd. Als de runtime van WebView2 niet is geïnstalleerd, wordt Geen weergegeven voor Runtime-versie van WebView2 (zie de vorige stap).

        De standaardwaarde is Inactief.

        Zie Ondersteuning voor Microsoft Edge WebView2 in het Leesmij-bestand voor Oracle Smart View for Office voor de vereisten voor WebView2.

    • Grafische instelling

      Met de volgende twee opties wordt de gebruikerservaring verbeterd door het knipperen in Microsoft Office te verminderen:

      • Vensterovergangen deactiveren op taakvensters invoegtoepassing: de standaardwaarde is Geactiveerd Klik om deze optie te deactiveren in de kolom Koppeling Corrigeren/Bijwerken/Help, selecteer Deactiveren en klik vervolgens op Instellingen bijwerken.

        Let op: als u deze optie wijzigt in Inactief, verandert de waarde in de kolom Koppeling Corrigeren/Bijwerken/Help in Corrigeren. Als u problemen hebt met het systeem en de prestaties wilt optimaliseren, moet u deze instelling 'corrigeren' door de waarde weer te wijzigen in Actief.

      • Animaties deactiveren: met deze instelling worden Office-animaties gedeactiveerd. De standaardwaarde is "Actief". Om deze optie te deactiveren klikt u in de kolom Koppeling Corrigeren/Bijwerken/Help, selecteert u Deactiveren en klikt u vervolgens op Instellingen bijwerken.

        Let op: als u deze optie wijzigt in Inactief, wordt de waarde in de kolom Koppeling Corrigeren/Bijwerken/Help gewijzigd in Corrigeren. Als u problemen hebt met het systeem en de prestaties wilt optimaliseren, moet u deze instelling 'corrigeren' door de waarde weer te wijzigen in Actief.

  4. Klik op Instellingen bijwerken om de aangebrachte wijzigingen op te slaan.

    Als u Aanbevolen instellingen selecteert, moet u nog altijd klikken op Instellingen bijwerken om de wijzigingen op te slaan.

  5. Optioneel: klik op Exporteren naar Excel om de statuscontrolegegevens te exporteren naar een nieuwe Excel-spreadsheet.

  6. Klik op Sluiten om het dialoogvenster Statuscontrole te sluiten.

  7. Start Excel opnieuw en log in.

Tip:

Als u gegevens wijzigt in het dialoogvenster Statuscontrole en de standaardwaarden weer wilt herstellen, klikt u op Aanbevolen instellingen. De aanbevolen instellingen worden in een dialoogvenster weergegeven. Als u deze instellingen wilt accepteren, klikt u op Ja en vervolgens op Instellingen bijwerken. Klik daarna op Sluiten en start Excel opnieuw.