Over Statuscontrole

Gebruik het hulpprogramma voor statuscontrole in Oracle Smart View for Office om prestaties in een Microsoft Excel-werkboek, Word-document of PowerPoint-presentatie te optimaliseren.

Met de acties die u uitvoert met het hulpprogramma voor statuscontrole corrigeert en/of verwijdert u enkele niet aan Smart View gerelateerde objecten, waardoor de prestaties van Smart View worden geoptimaliseerd.

U kunt het hulpprogramma voor statuscontrole ook gebruiken om informatie over specifieke items in elke Office-applicatie te verkrijgen, zoals benoemde bereikwaarden, stijlen, labels, queryobjecten en andere objecten.

Het dialoogvenster Statuscontrole is te vinden in de groep Algemeen in het lint van Smart View.

Statuscontrole-items voor Microsoft Office

Wanneer u het dialoogvenster Statuscontrole opent, wordt er ook een kopie van het geselecteerde Excel-werkboek, Word-document of de PowerPoint-presentatie geopend en worden de volgende items weergegeven in het dialoogvenster:

  • Statuscontrole werkboek voor Microsoft Excel

    • Benoemde bereikwaarden

    • Vormen

    • Stijlen

    • Koppelingen

    • Hyperlinks

    • Bladen
  • Statuscontrole document voor Microsoft Word

    • Tabellen

    • Inline-vormen

    • Vormen

    • Stijlen

    • Queryobjecten

      Note:

      U kunt de prestaties verbeteren door op Corrigeren te klikken en zo dubbele query's te verwijderen voor gegevenspunten die in Word zijn geplakt.

    • Verborgen queryobjecten

    • Toelichtingsobjecten

    • Variabelen

    • Bladwijzers

    • Inhoudbesturingselementen

  • Statuscontrole presentatie voor Microsoft PowerPoint

    • Vormen

    • Labels

    • Dia's

U kunt een voorbeeld van elk item bekijken en de items zo nodig verwijderen of corrigeren. Alle wijzigingen worden aangebracht in de kopie van het Microsoft Excel-, Word- of PowerPoint-document. Als u klikt op Opslaan, worden de wijzigingen opgeslagen in de kopie. Als u het bestand wilt opslaan met de oorspronkelijke bestandsnaam, moet u het oorspronkelijke bestand sluiten en vervolgens op Opslaan als klikken.

Narrative Reporting: als u een statuscontrole wilt uitvoeren en een willekeurig type Office-doclet wilt vernieuwen (zoals beschreven in De status van Microsoft Office-documenten controleren), voert u eerst de statuscontrole uit en slaat u daarna het tijdelijke bestand op met de juiste docletnaam. Daarna uploadt u de opgeslagen doclet en checkt u deze in (zie Doclets inchecken. Vervolgens checkt u de doclet uit, vernieuwt u deze, uploadt u de doclet en checkt deze weer in.