Het gedrag van gekwalificeerde namen voor alternatieve hiërarchieën is van invloed op het gedrag van de runtime- en onderdeelselectie in formulieren en ad-hocrasters.
Soorten gegevensbronnen cloud: Planning, Planning Modules, Financial Consolidation and Close
Weergave gekwalificeerde onderdeelnaam in alternatieve hiërarchieën
Wanneer u verbonden bent met Planning, Planning Modules of Financial Consolidation and Close, worden alternatieve hiërarchieën ondersteund in de dimensie Entiteit. Eén entiteit kan meerdere bovenliggende items hebben en op een andere manier aan elk bovenliggend item bijdragen. Deze onderdelen worden gedeeltelijk gedeelde entiteiten genoemd. Hierbij wordt slechts een deel van de invoergegevens met alle instances van de entiteiten gedeeld.
In Oracle Smart View for Office is het voor de weergave van gedeeltelijk gedeelde onderdelen vereist dat onderdeelnamen en -aliassen gekwalificeerd zijn, zodat gebruikers met een unieke naam kunnen verwijzen naar de specifieke instance van een onderdeel en vervolgens geschikte waarden kunnen invoeren op basis van deze context. Gekwalificeerde namen bevatten de onderdeelnaam en de namen van de voorlopers tot een zodanig niveau dat het onderdeel er uniek door wordt gedefinieerd. Het meest gebruikelijke voorbeeld is de metric Bijdragepercentage (PCON) die wordt gebruikt voor gewogen consolidaties in Financial Consolidation and Close.
Het gedrag van gekwalificeerde namen voor alternatieve hiërarchieën wordt in de volgende onderwerpen uitgelegd:
Verwacht runtimegedrag in formulieren
Verwacht runtimegedrag voor aliassen in formulieren
Verwacht runtimegedrag in ad-hocrasters
Verwacht runtimegedrag voor aliassen in ad-hocrasters
Verwacht runtimegedrag in formulieren
Vanaf Planning 17.01 wordt in Planning Modules de optie ondersteund om tijdens het ontwerpen van formulieren onderdeelnamen te kwalificeren. Deze optie, Gekwalificeerde namen tonen, wordt alleen weergegeven als u een dimensie hebt geactiveerd voor Gedeeltelijk delen. Deze optie kan drie waarden hebben:
Nooit
Indien nodig
Altijd
Standaard is ten behoeve van de neerwaartse compatibiliteit de optie "Nooit" geselecteerd. De waarde "Nooit" wordt ook gebruikt wanneer deze optie niet wordt weergegeven. Dit is een runtime-optie die geen invloed heeft op onderdeelselectie tijdens ontwerptijd. Het verwachte gedrag in formulieren voor elke optie is als volgt:
Nooit
PBCS, EPBCS: alle onderdeelnamen zijn niet gekwalificeerd.
FCCS: alle onderdeelnamen zijn niet gekwalificeerd.
Indien nodig
PBCS, EPBCS: basisonderdelen zijn NIET gekwalificeerd. Gedeelde onderdelen zijn wel gekwalificeerd.
FCCS: basisonderdelen MET DELEN en gedeelde onderdelen zijn gekwalificeerd. Basisonderdelen zonder delen zijn niet gekwalificeerd.
Altijd
PBCS: alle onderdelen zijn gekwalificeerd.
FCCS: alle onderdelen zijn gekwalificeerd.
Verwacht runtimegedrag voor aliassen in formulieren
Aliassen gedragen zich hetzelfde als onderdeelnamen, met de volgende uitzonderingen:
Bij de weergave van gekwalificeerde aliassen moeten beide componenten (bovenliggend en onderliggend) aliassen hebben. Anders wordt, afhankelijk van de geselecteerde optie, de onderdeelnaam of de gekwalificeerde onderdeelnaam geretourneerd.
Dubbele aliassen zijn ook gekwalificeerd als de optie "Indien nodig" of "Altijd" geselecteerd is.
Verwacht runtimegedrag in ad-hocrasters
Het hangt van de instelling van de Smart View-optie Weergave van onderdeelnaam af of onderdeelnamen al dan niet gekwalificeerd zijn. Er zijn twee waarden die de functie voor gedeeltelijk delen ondersteunen: Alleen unieke onderdeelnaam en Alleen onderdeelnaam. Het verwachte gedrag voor deze opties is als volgt:
Alleen onderdeelnaam
PBCS, EPBCS: alle onderdelen zijn niet gekwalificeerd.
FCCS: alle onderdelen zijn niet gekwalificeerd.
Alleen unieke onderdeelnaam
PBCS, EPBCS: hetzelfde gedrag als bij de bovengenoemde optie "Indien nodig" voor formulieren.
FCCS: hetzelfde gedrag als bij de bovengenoemde optie "Indien nodig" voor formulieren.
Verwacht runtimegedrag voor aliassen in ad-hocrasters
Het gedrag van aliassen is hetzelfde als in Verwacht runtimegedrag in formulieren, maar hangt daarbij ook af van de ad-hoc-aliasopties van Smart View.
Als de aliastabeloptie "Geen" is geselecteerd, is het gedrag voor onderdelen in ad-hocrasters hetzelfde als in Verwacht runtimegedrag in formulieren.
Als u een aliastabel selecteert, moet u de aliassen uit die tabel gebruiken. De ad-hocopties voor onderdelen zijn dan van toepassing. Het gedrag van aliassen in formulieren hangt ook af van ad-hoc-instellingen van Smart View.
Verwacht gedrag van onderdeelselectie in ad-hocrasters
Onderdeelselectie werkt op basis van de instelling in de Smart View-optie "Weergave van onderdeelnaam".
Bij Onderdeelselectie worden standaard de gekwalificeerde namen voor gedeelde onderdelen weergegeven.
Verwacht gedrag van onderdeelselectie in formulieren
Onderdeelselectie werkt op basis van formulierinstellingen voor aliassen en het gedrag is als bij de instelling "Indien nodig" in formulieren.