Een aliastabel selecteren voor de verbinding

U kunt alleen een aliastabel selecteren voor privéverbindingen. Als u een aliastabel wilt selecteren voor een gedeelde verbinding, slaat u de gedeelde verbinding eerst op als privéverbinding. Zie Verbindingen opslaan als privéverbinding.

Een aliastabel die u selecteert voor een privéverbinding is permanent totdat u deze wijzigt en wordt telkens gebruikt wanneer u gebruik maakt van deze verbinding.

Ga als volgt te werk om een aliastabel te selecteren voor de verbinding:

  1. Maak vanuit een werkblad verbinding met een gegevensbron.
  2. Klik in het Smart View-venster met de rechtermuisknop op de naam van een privéverbinding en selecteer vervolgens Aliastabel instellen.
  3. Selecteer een aliastabel voor de verbinding.

    De volgende keer dat u de verbinding opent, wordt de nieuwe aliastabel toegepast.