Definieer een verbinding en gegevensbron tussen Essbase en Autonomous Data Warehouse.
Als u een federatieve partitie tussen Essbase en Autonomous Data Warehouse in Shared Infrastructure wilt maken, gebruikt u in plaats van dit onderwerp het volgende onderwerp: Een verbinding maken voor federatieve partities.
Voor het maken van een algemene verbinding hebt u de rol servicebeheerder nodig. Voor het maken van een verbinding op applicatieniveau hebt u gebruikersrol, plus recht applicatiebeheer voor de applicatie nodig.
Log in bij de Essbase webinterface als servicebeheerder.
Klik op Bronnen.
Als u de verbinding en gegevensbron op applicatieniveau wilt definiëren in plaats van op algemeen niveau, begint u op de pagina 'Applicaties' in plaats van op de pagina 'Bronnen'. Klik op een applicatienaam en daarna op Bronnen.
Klik op Verbinding maken en selecteer Oracle Database.
Selecteer Autonoom met de schakeloptie.
Voer een verbindingsnaam in.
Sleep zo nodig een walletbestand of klik op het veld Walletbestand om een bestand te uploaden.
Als u een verbinding gebruikt die al voor u beschikbaar is gesteld (een repositoryverbinding), hoeft u geen wallet te uploaden omdat deze al in de repository aanwezig is. Selecteer de optie Repositorydatabase.
Als u een wallet moet uploaden, haalt u een walletbestand op door Clientreferenties (wallet) downloaden te selecteren op de beheerpagina voor Autonomous Data Warehouse in Oracle Cloud Infrastructure.
Selecteer een servicenaam.
Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en desgewenst een omschrijving in voor Autonomous Data Warehouse.
Klik op Testen om de verbinding te valideren. Als deze goed is, klikt u op Opslaan.
Bij verbindingsfouten moet u mogelijk Uitgebreide opties uitvouwen om de minimale en maximale grootten voor verbindingsgroepen aan te passen.
Zie Over het beheren van de groepsgrootte in UCP in Universal Connection Pool Developer's Guide.
Controleer of de verbinding is gemaakt en in de lijst met verbindingen wordt weergegeven.
Vervolgens maakt u een gegevensbron voor de verbinding met Autonomous Data Warehouse. Klik op Gegevensbronnen en daarna op Gegevensbron maken.
Selecteer in het dropdownvak 'Verbinding' de naam van de verbinding die u zojuist hebt gemaakt, bijvoorbeeld essbaseadb_public. Selecteer voor gegevensbronnen op applicatieniveau de verbindingsnaam in de indeling applicatienaam.verbindingsnaam.
Geef een naam op voor de gegevensbron, bijvoorbeeld essbaseadb_ds.
Voer desgewenst een omschrijving in voor de gegevensbron, bijvoorbeeld Gegevensbron voor Autonomous Data Warehouse.
Geef in het veld Query de juiste SQL-query op waarmee de gegevens van Autonomous Data Warehouse worden geselecteerd die u in deze gegevensbron beschikbaar wilt maken.
Klik op Volgende. Als het SQL-statement voor het uitvoeren van de query op een gebied van Autonomous Data Warehouse correct is, worden de doorzochte kolommen getoond met numerieke indexen, kolomnamen en gegevenssoorten.
Wijzig eventuele aanvullende bronspecifieke gegevenssoorten, indien van toepassing, en klik op Volgende.
Bekijk het paneel met het voorbeeld. De resultaten van de SQL-query moeten enkele kolommen met gegevens uit Autonomous Data Warehouse ophalen.
Als het voorbeeld er goed uitziet, klikt u op Opslaan om het maken van de gegevensbron te voltooien.
Log in bij de Essbase webinterface als servicebeheerder.
Klik op Bronnen.
Als u de verbinding en gegevensbron op applicatieniveau wilt definiëren in plaats van op algemeen niveau, begint u op de pagina 'Applicaties' in plaats van op de pagina 'Bronnen'. Start het inspectieprogramma vanuit het menu 'Acties' rechts van een applicatienaam, en klik op Bronnen.
Klik op Verbinding maken en selecteer Oracle Database.
Selecteer Autonoom met de schakeloptie.
Voer een verbindingsnaam in.
Sleep zo nodig een walletbestand of klik op het veld Walletbestand om een bestand te uploaden.
Als u een verbinding gebruikt die al voor u beschikbaar is gesteld (een repositoryverbinding), hoeft u geen wallet te uploaden omdat deze al in de repository aanwezig is. Selecteer de optie Repositorydatabase.
Als u een wallet moet uploaden, haalt u een walletbestand op door Clientreferenties (wallet) downloaden te selecteren op de beheerpagina voor Autonomous Data Warehouse in Oracle Cloud Infrastructure.
Selecteer een servicenaam.
Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en desgewenst een omschrijving in voor Autonomous Data Warehouse.
Klik op Testen om de verbinding te valideren, en als deze goed is, klikt u op Maken.
Bij verbindingsfouten moet u mogelijk Uitgebreide opties uitvouwen om de minimale en maximale grootten voor verbindingsgroepen aan te passen.
Zie Over het beheren van de groepsgrootte in UCP in Universal Connection Pool Developer's Guide.
Controleer of de verbinding is gemaakt en in de lijst met verbindingen wordt weergegeven.
Vervolgens maakt u een gegevensbron voor de verbinding met Autonomous Data Warehouse. Klik op Gegevensbronnen en daarna op Gegevensbron maken.
Selecteer in het dropdownvak 'Verbinding' de naam van de verbinding die u zojuist hebt gemaakt, bijvoorbeeld EssbaseADWS. Selecteer voor gegevensbronnen op applicatieniveau de verbindingsnaam in de indeling applicatienaam.verbindingsnaam.
Geef een naam op voor de gegevensbron, bijvoorbeeld ADW_DS.
Voer desgewenst een omschrijving in voor de gegevensbron, bijvoorbeeld Gegevensbron voor Autonomous Data Warehouse.
Geef in het veld Query de juiste SQL-query op waarmee de gegevens van Autonomous Data Warehouse worden geselecteerd die u in deze gegevensbron beschikbaar wilt maken.
Klik op Volgende. Als het SQL-statement voor het uitvoeren van de query op een gebied van Autonomous Data Warehouse correct is, worden de doorzochte kolommen gevuld.
Wijzig eventuele aanvullende bronspecifieke parameters, indien van toepassing, en klik op Volgende.
Bekijk het paneel met het voorbeeld. De resultaten van de SQL-query moeten enkele kolommen met gegevens uit Autonomous Data Warehouse ophalen.
Als het voorbeeld er goed uitziet, klikt u op Maken om het maken van de gegevensbron te voltooien.