Op het tabblad 'Algemeen' van 'Structuureigenschappen' ziet u de actieve structuurfuncties voor uw kubus en hoe deze zijn opgemaakt. Sommige velden op dit tabblad kunnen worden gewijzigd. Andere velden kunnen niet worden gewijzigd en dienen uitsluitend ter informatie.
Tabel 11-1 Algemene structuureigenschappen
| Veld | Beschrijving | Bekijken of bewerken |
|---|---|---|
| Dubbele lidnamen toestaan |
Bij het maken van een nieuwe applicatie kunt u kiezen of u dubbele lidnamen wilt toestaan. Als u een lokale Essbase applicatie met een structuur met unieke onderdelen migreert naar een Essbase instance, kunt u de structuur niet meer zodanig wijzigen dat dubbele onderdelen zijn toegestaan. Als u dubbele onderdeelnamen in uw Essbase instance wilt toestaan, moet u de lokale structuur met unieke onderdelen converteren naar een structuur met dubbele onderdelen voordat u de applicatie migreert. |
Dit veld kan niet worden gewijzigd en dient uitsluitend ter informatie. |
| Getypte meeteenheden actief | Getypte meeteenheden zijn standaard actief in alle Essbase applicaties. | Als getypte meeteenheden inactief zijn en u wilt deze activeren, selecteert u 'Waar'. Als getypte meeteenheden actief zijn, kunt u de instelling niet wijzigen en dient dit veld uitsluitend ter informatie. |
| Datumnotatie | U kunt de datumnotatie wijzigen als u datums als getypte meeteenheden wilt gebruiken. | In de dropdownlijst kunt u de datumnotatie selecteren die moet worden weergegeven bij het uitvoeren van een query op meeteenheden die datums zijn. |
| Dimensieopslagsoort automatisch configureren | Als 'Dimensieopslagsoort automatisch configureren' is geactiveerd, worden de dimensies automatisch ingesteld als als dicht of schaars. Als u deze optie gebruikt, geldt er een limiet van 24 dimensies. Deze instelling is alleen van toepassing op blokopslagkubussen. | Als automatisch configureren is gedeactiveerd en u dit wilt activeren, selecteert u 'Waar'. Als automatisch configureren is geactiveerd en u dit wilt deactiveren, selecteert u 'Onwaar'. |
Tabel 11-2 Boole, datum en numeriek
| Veld | Beschrijving | Bekijken of bewerken |
|---|---|---|
| Naam van lid dat Waar is | Hoewel uw kubus meerdere Boole-kenmerkdimensies kan bevatten, hebben alle Boole-kenmerkdimensies dezelfde waarde voor 'Naam van onderdeel dat Waar is' en 'Naam van onderdeel dat Niet waar is'. Standaard worden in Essbase de onderdeelnamen 'Waar' en 'Niet waar' toegewezen. Als u deze namen wilt wijzigen, moet u ze wijzigen voordat u de eerste Boole-waarde aan uw kubus toevoegt. Als de eerste Boole-kenmerkdimensie eenmaal is gemaakt, kunt u deze namen niet meer wijzigen. | Dit veld kan alleen worden gewijzigd voordat u de eerste Boole-kenmerkdimensie aan uw kubus toevoegt. |
| Naam van lid dat Niet waar is | Hoewel uw kubus meerdere Boole-kenmerkdimensies kan bevatten, hebben alle Boole-kenmerkdimensies dezelfde waarde voor 'Naam van onderdeel dat Waar is' en 'Naam van onderdeel dat Niet waar is'. Standaard worden in Essbase de onderdeelnamen 'Waar' en 'Niet waar' toegewezen. Als u deze namen wilt wijzigen, moet u ze wijzigen voordat u de eerste Boole-waarde aan uw kubus toevoegt. Als de eerste Boole-kenmerkdimensie eenmaal is gemaakt, kunt u deze namen niet meer wijzigen. | Dit veld kan alleen worden gewijzigd voordat u de eerste Boole-kenmerkdimensie aan uw kubus toevoegt. |
| Namen van datumleden | U kunt de notatie van onderdelen van datumkenmerkdimensies wijzigen. | Selecteer de notatieconventie 'Maand eerst' of 'Dag eerst' voor datumlidnamen. |
| Numeriek bereik | Leden van numerieke kenmerkdimensies kunnen worden gedefinieerd in dimensieopbouwregels voor datumbereikwaarden. Hier kunt u deze bereiken definiëren als bovenste of onderste bereikwaarden.
Alle numerieke kenmerkdimensies die zijn opgebouwd met behulp van bereikwaarden, hebben dezelfde instelling voor het numerieke bereik. |
Mogelijk opties zijn 'Bovenste bereikwaarden' en 'Onderste bereikwaarden'. |
Tabel 11-3 Kenmerkinstellingen: formaat prefix/suffix
| Veld | Beschrijving | Bekijken of bewerken |
|---|---|---|
| Waarde | Voor de ondersteuning van unieke kenmerkonderdeelnamen kan een prefix of suffix vereist zijn. Prefix- of suffixwaarden worden weergegeven wanneer kenmerkdimensieleden worden opgenomen in een query. | Als u prefix- of suffixwaarden wilt activeren voor uw kubus, maakt u een selectie in het dropdownmenu 'Waarde'. Bij de standaardwaarde 'Geen' zijn alle prefix- of suffixopties inactief. |
| Opmaak | U kunt unieke namen definiëren door een prefix of suffix toe te voegen aan onderdeelnamen in Boole-, datum- en numerieke kenmerkdimensies in de structuur. | Nadat u een prefix- of suffixwaarde, zoals 'Bovenliggend', hebt geselecteerd, kunt u de opmaak selecteren. |
| Scheidingsteken | Selecteer een scheidingsteken (om tussen het prefix of suffix en de oorspronkelijke naam te plaatsen). | U kunt kiezen tussen een onderstrepingsteken (_), sluisteken (|) of caret-teken (^). |
Tabel 11-4 Namen berekeningsdimensies
| Veld | Beschrijving | Bekijken of bewerken |
|---|---|---|
| Naam | Elke Essbase kubus met kenmerkdimensies bevat een dimensie met wiskundige standaardfuncties die kunnen worden toegepast op kermerkquery's. U kunt de naam van deze dimensie en de naam van elke wiskundige standaardfunctie wijzigen. U kunt niet wijzigen welke wiskundige functies automatisch worden berekend. | Typ een naam voor de kenmerkberekeningsdimensie, als u deze wilt wijzigen. |
| Opgeteld onderdeel | Dit is een onderdeel van de dimensie 'Kenmerkberekeningen'. De naam die moet worden gebruikt bij het aanvragen van opgetelde gegevens. | Typ een naam voor het Som-onderdeel in de kenmerkberekeningsdimensie, als u deze wilt wijzigen. |
| Geteld onderdeel | Dit is een onderdeel van de dimensie 'Kenmerkberekeningen'. De naam die moet worden gebruikt bij het aanvragen van tellingsgegevens. | Typ een naam voor het onderdeel 'Telling' in de kenmerkberekeningsdimensie, als u deze wilt wijzigen. |
| Minimumonderdeel | Dit is een onderdeel van de dimensie 'Kenmerkberekeningen'. De naam die moet worden gebruikt bij het aanvragen van minimumgegevens. | Typ een naam voor het onderdeel 'Minimum' in de kenmerkberekeningsdimensie, als u deze wilt wijzigen. |
| Maximumonderdeel | Dit is een onderdeel van de dimensie 'Kenmerkberekeningen'. De naam die moet worden gebruikt bij het aanvragen van maximumgegevens. | Typ een naam voor het onderdeel 'Maximum' in de kenmerkberekeningsdimensie, als u deze wilt wijzigen. |
| Gemiddeld onderdeel | Dit is een onderdeel van de dimensie 'Kenmerkberekeningen'. De naam die moet worden gebruikt bij het aanvragen van gemiddeldegegevens. | Typ een naam voor het onderdeel 'Gemiddeld' in de kenmerkberekeningsdimensie, als u deze wilt wijzigen. |