Aliastabellen begrijpen en maken

Aliassen worden opgeslagen in een of meer tabellen als onderdeel van een databasestructuur. Met een aliastabel wordt een specifieke benoemde set van aliasnamen toegewezen aan onderdeelnamen.

U maakt een aliastabel als volgt:

  1. Open op de pagina 'Applicaties' de applicatie en open daarna de database (kubus).
  2. Klik op Structuur starten.
  3. Als de structuur is vergrendeld en u beheerder bent, klikt u op Structuur ontgrendelen Afbeelding van het pictogram 'Structuur ontgrendelen' in Redwood..

    Voordat u een vergrendelde structuur gedwongen ontgrendelt, moet u controleren of er niemand anders mee werkt.

  4. Klik op Structuur bewerken Afbeelding van het Redwood pictogram 'Structuur bewerken' in de structuureditor..
  5. Klik op Structuureigenschappen Afbeelding van het pictogram 'Structuureigenschappen' in de Redwood structuureditor..
  6. Klik op het tabblad Aliassen.
  7. Voer de naam in van de aliastabel die u wilt maken en klik op Toevoegen.

    U kunt maximaal 56 aliastabellen definiëren.

  8. Klik op Toepassen en sluiten.
  1. Vouw de applicatie uit op de pagina 'Applicaties'.
  2. Klik op het menu Acties rechts van de kubusnaam en klik op Structuur.
  3. Klik op Bewerken.
  4. Klik op Structuureigenschappen.
  5. Selecteer het tabblad Aliassen.
  6. Voer de naam in van de aliastabel die u wilt maken en klik op Toevoegen.

    U kunt maximaal 56 aliastabellen definiëren.

  7. Klik op Toepassen en sluiten.

Zie Aliassen maken en Aliassen instellen.

U kunt de standaardaliastabel niet verwijderen of hernoemen.