2 Belangrijkste taken voor Oracle Essbase

Maak kennis met de meest gebruikte administratieve taken in Essbase. Download voorbeelden van applicatiewerkmappen en gebruik deze om kubussen samen te stellen, gebruikers te faciliteren en verbinding te maken met Smart View voor gegevensanalyse. Bewerk de kubusstructuur door onderdelen toe te voegen. Voer een berekening uit, exporteer gegevens en ontdek de mogelijkheden van Cube Designer.

Begin pas met het doornemen van deze taken nadat u hebt gecontroleerd dat u kunt inloggen bij Essbase en dat Smart View en Cube Designer zijn geïnstalleerd op clientcomputers. Zie voor meer informatie: Cube Designer instellen.

Een voorbeeld van een dynamische applicatiewerkmap downloaden en de structuur ervan onderzoeken

In het applicatiewerkboek 'Voorbeeld blokopslag (dynamisch)' worden alle leden op niet-eindnodeniveau in de kubus dynamisch berekend. Dynamisch berekende waarden worden niet in de kubus opgeslagen. De waarden worden voor elke ophaalbewerking van een gebruiker opnieuw berekend en weergegeven.

Download nu de applicatiewerkmap uit de catalogus 'Bestanden' in Essbase, sla de werkmap op een lokaal station op en onderzoek de structuur van de werkmap.

Het voorbeeldapplicatiewerkboek (dynamisch) downloaden

Ga als volgt te werk om het applicatiewerkboek 'Voorbeeld blokopslag (dynamisch)' te downloaden:

  1. Klik op de pagina Applicaties op Bestanden en vervolgens op Galerij > Applicaties > Demovoorbeelden > Blokopslag.

  2. Klik op het tabblad Blokopslag op het menu 'Acties' naast Sample_Dynamic_Basic.xlsx.

  3. Sla het applicatiewerkboekbestand Sample_Dynamic_Basic.xlsx op een lokaal station op.

De structuur van het (dynamische) voorbeeldapplicatiewerkboek onderzoeken

Applicatiewerkmappen bevatten een aantal werkbladen die de metagegevens voor de kubus definiëren, waaronder een werkmap 'Essbase.Cube' met daarin de namen van alle dimensies in de kubus evenals andere gegevens van deze dimensies. Daarnaast bevatten de werkmappen afzonderlijke werkbladen voor elke dimensie en een gegevenswerkblad.

  1. Open Sample_Basic_Dynamic.xlsx in Microsoft Excel.

  2. Het werkblad 'Essbase.Cube' bevat de definities van de applicatienaam (Sample_Dynamic), de kubusnaam (Basic), de namen van 10 dimensies en andere gegevens over de dimensies.
    Afbeelding van het werkblad 'Essbase.Cube' in het applicatiewerkboek 'Voorbeeld blokopslag (dynamisch)'

  3. Elke dimensie heeft een eigen werkblad (Dim.dimensienaam) waarin de dimensie verder wordt gedefinieerd met gegevens, bijvoorbeeld de opbouwmethode en de incrementele modus. Omdat de opbouwmethode voor elke dimensie in dit voorbeeld PARENT-CHILD is, worden de onderdelen gedefinieerd in de kolommen PARENT en CHILD.

    In het werkblad Dim.Year worden rollups van maanden uitgevoerd naar kwartalen en rollups van kwartalen naar jaren. Voor de onderliggende onderdelen 'Jan', 'Feb' en 'Mar' wordt bijvoorbeeld een rollup uitgevoerd naar het bovenliggende onderdeel 'Qtr1'. Voor het onderliggende onderdeel 'Qtr1' wordt een rollup uitgevoerd naar het bovenliggende onderdeel 'Year'.
    Afbeelding van het werkblad 'Dim.Year' in het applicatiewerkboek 'Voorbeeld blokopslag (dynamisch)'

    De structuur van de werkbladen 'Dim.Product' en 'Dim.Market' is vergelijkbaar. In 'Dim.Product' wordt voor de SKU's een rollup uitgevoerd naar de productfamilies, en voor de productfamilies wordt een rollup uitgevoerd naar het product. Stel dat voor de onderliggende onderdelen 100-10, 100-20 en 100-30 (SKU's) een rollup wordt uitgevoerd naar het bovenliggende onderdeel 100 (productfamilie). Voor het onderliggende onderdeel 100 wordt een rollup uitgevoerd naar het bovenliggende onderdeel 'Product'.
    Afbeelding van het werkblad 'Dim.Product' in het applicatiewerkboek 'Voorbeeld blokopslag (dynamisch)'

  4. Dit voorbeeldapplicatiewerkboek bevat gegevens. Schuif naar het laatste werkblad (Data.Basic) om de structuur van de kolommen en de gegevens te bekijken.
    Afbeelding van het werkblad 'Data.Basic' in het applicatiewerkboek 'Voorbeeld blokopslag (dynamisch)'

In dit onderwerp hebt u geleerd hoe u een applicatiewerkmap downloadt en de structuur ervan onderzoekt. In het volgende onderwerp leert u aanvullende sjablonen te openen met behulp van de sectie 'Galerij' van de bestandscatalogus.

Een applicatie maken in de webinterface van Essbase en een gebruiker faciliteren voor toegang tot en het bevragen van de kubus

In Een voorbeeld van een dynamische applicatiewerkmap downloaden en de structuur ervan onderzoeken hebt u meer geleerd over de structuur van een applicatiewerkboek door Sample_Basic_Dynamic.xlsx te onderzoeken.

Nu gaat u deze werkmap gebruiken om te leren hoe u een applicatie kunt maken in de Essbase webinterface en hoe u een gebruiker kunt faciliteren, zodat deze toegang heeft tot de kubus en er query's op kan uitvoeren.

Een applicatie maken in de Essbase webinterface

  1. Klik in de Essbase webinterface op de pagina Applicaties, op Importeren.
  2. Klik in het dialoogvenster Importeren op Bestandsbrowser (omdat het werkboek naar het lokale bestandssysteem is gedownload). Open het applicatiewerkboek 'Voorbeeld blokopslag (dynamisch)', Sample_Basic_Dynamic.xlsx, dat u hebt opgeslagen in Een voorbeeld van een dynamische applicatiewerkmap downloaden en de structuur ervan onderzoeken.
  3. Selecteer in Opbouwoptie de optie Database maken en schakel het vakje in om gegevens te laden. U hoeft Scripts uitvoeren, niet te selecteren omdat alle metingen en aggregaties van hiërarchieën in de kubus dynamisch worden berekend bij het uitvoeren van zoekvragen.

    Opmerking:

    Vouw in de Klassieke webinterface Geavanceerde opties en Opbouwoptie uit en kies de optie om een database te maken en gegevens te laden.
  4. Klik op OK. In een paar tellen worden de applicatie 'Sample_Dynamic' en de kubus 'Basic' gemaakt.
  5. De structuur openen:
    In de Redwood interface,
    1. Ga naar de pagina Applicaties, open de applicatie Sample_Dynamic en open de kubus Basic.
    2. Klik op Structuur starten. De structuur is een representatie van de dimensies in de kubus 'Basic' zoals gedefinieerd in het applicatiewerkboek. De structuur wordt in een apart tabblad in het applicatievenster geopend, zodat u kunt navigeren tussen de structuur en andere webinterface-acties.
    In de klassieke webinterface,
    1. Ga naar de pagina Applicaties, vouw de applicatie Sample_Dynamic uit en selecteer de kubus Basic.
    2. Selecteer Structuur in de lijst 'Acties' voor de kubus. De structuur is een representatie van de dimensies in de kubus 'Basic' zoals gedefinieerd in het applicatiewerkboek. De structuur wordt in een apart browsertabblad geopend, zodat u kunt navigeren tussen de structuur en andere webinterface-acties.
  6. Bekijk een kubusdimensie en drill omlaag naar de onderliggende elementen van die dimensie:
    1. Vouw de dimensie Jaar open om de kwartalen te bekijken.
    2. Vouw de afzonderlijke kwartalen uit om maanden te bekijken.

Alle gegevens uit het applicatiewerkboek worden nu weergegeven in de nieuwe kubus.

Een gebruiker faciliteren voor toegang tot en query's in de kubus

  1. Log in als hoofdgebruiker. Hierdoor kunt u andere gebruikers provisioneren voor de applicaties die u hebt gemaakt.
  2. Ga naar Toegangsrechten.
    In de Redwood interface:
    1. Selecteer op de pagina Applicaties de applicatie Sample_Dynamic.
    2. Klik op Aanpassing.
    3. Klik op Toegangsrechten en klik op Toevoegen.

      Opmerking:

      U kunt niet door op Toevoegen in dit dialoogvenster te klikken nieuwe gebruikers toevoegen. In plaats daarvan kunt u gebruikers toevoegen die al zijn geprovisioneerd met een identiteitsprovider. Bij dit onderwerp wordt ervan uitgegaan dat u gebruikers hebt geprovisioneerd. Er zijn verschillende manieren om Essbase gebruikers te provisioneren. Zie Essbase gebruikersrollen en applicatierechten beheren voor onafhankelijke implementaties of Gebruikers en rollen beheren voor stackimplementaties.
    4. Klik op Afbeelding van het pictogram 'Toevoegen' naast een gebruiker om deze toegang te verlenen.
    5. Klik op SluitenAfbeelding van het Redwood pictogram 'Sluiten' om de lijst met gebruikers op de rechterpagina te sluiten.
    In de klassieke webinterface:
    1. Ga terug naar het browsertabblad Essbase webinterface en ga naar Applicaties.
    2. Selecteer de applicatie waarvoor u de gebruiker wilt faciliteren. Selecteer in dit voorbeeld Sample_Dynamic. Als u de kubus selecteert in plaats van de applicatie, kunt u geen gebruikersrollen provisioneren.
    3. Open 'Applicatie inspecteren' via het menu 'Acties'.
    4. Selecteer het tabblad Rechten in 'Applicatie inspecteren'.
    5. Klik op Afbeelding van het pictogram 'Toevoegen' om de lijst met gebruikers in het systeem weer te geven en klik op Afbeelding van het pictogram 'Toevoegen' naast een gebruiker om deze toegang te verlenen.
  3. Gebruik de opties naast elke gebruiker om de toegang te verlenen. Selecteer voor elke toegevoegde gebruiker de optie Databasebeheer. De databasebeheerder heeft volledige controle over de kubus, maar geen controle over de applicatie.

In Een applicatie in Smart View analyseren gaat u naar Smart View, logt u in als de gebruiker die u zojuist hebt gefaciliteerd en voert u een query uit voor de kubus.

Een applicatie analyseren in Smart View

In Een applicatie maken in de webinterface van Essbase en een gebruiker faciliteren voor toegang tot en het bevragen van de kubus hebt u een applicatie en een kubus met gegevens gemaakt en gebruikers gefaciliteerd.

In dit onderdeel leert u hoe u vanuit Smart View verbinding met de kubus kunt maken en ad-hocanalyses kunt uitvoeren door bepaalde gegevensanalysen kunt uitvoeren aan da hand van inzoomen op en draaien van gegevens.

Voor deze taak wordt aangenomen dat u Smart View hebt geïnstalleerd. Zie voor meer informatie: Smart View Installer downloaden en uitvoeren.

Vanuit Smart View verbinding maken met de kubus

  1. Open Microsoft Excel.

    Als Smart View is geïnstalleerd, wordt het lint Smart View weergegeven in Excel.

  2. Klik op het Smart View lint op Paneel.
  3. Klik in het dialoogvenster Beginpagina van Smart View op de pijl naast de knop Beginpagina en selecteer Privéverbindingen.
  4. Maak een privéverbinding met behulp van dezelfde URL als die waarmee u verbinding met Essbase hebt gemaakt en voeg /essbase/smartview toe aan het einde van die URL. Bijvoorbeeld https://192.0.2.1:443/essbase/smartview.
  5. Log in als de gebruiker die u hebt gemaakt.
  6. Vouw EssbaseCluster uit.
    Afbeelding van 'Privéverbindingen' in Smart View

  7. Markeer de basiskubus en klik op Verbinden.

Ad-hocanalysen uitvoeren

U kunt 'Boven' of 'Onder' opgeven als de positie van het hogere niveau voor een hiërarchie op het tabblad 'Onderdeelopties' van het dialoogvenster 'Opties' in Smart View. SSANCESTORONTOP moet eerst door een beheerder worden geactiveerd in de applicatieconfiguratie in de webinterface van Essbase. Het raster verandert van vorm wanneer u een inzoombewerking uitvoert. Hier gebruikt u de standaardpositie, 'Onder'.

  1. Selecteer in de structuur EssbaseCluster (onder Sample_Dynamic) de kubus Basic en klik vervolgens op Ad-hocanalyse.
  2. In het resulterende raster kunt u één geaggregeerde waarde zien voor alle vijf de dimensies van deze dynamische kubus.
    Afbeelding van het raster van de kubus 'Basic'
  3. Navigeer naar het onderdeel 'Scenario' en beperk de onderdeelselectie tot het scenariotype 'Actual data'.
    1. Klik op de cel met 'Scenario'.
    2. Klik op het lint van Essbase op Onderdeelselectie.
    3. Schakel het selectievakje naast het lid 'Actual' in het dialoogvenster Onderdeelselectie in.
      Afbeelding van selectie van het onderdeel 'Actual'.
    4. Klik op Toevoegen Afbeelding voor 'Toevoegen' om 'Actual' naar het rechterdeelvenster te verplaatsen.
    5. Als 'Scenario' al in het rechterdeelvenster is opgenomen, markeert u het en gebruikt u pijl-links om deze te verwijderen. Klik vervolgens op OK.

    Klik op het lint van Essbase op Vernieuwen. Het raster ziet er nu ongeveer als volgt uit:


    Afbeelding van het raster van de kubus 'Basic' waarin 'Scenario' wordt vervangen door 'Actual'.

  4. Navigeer naar 'Measures' en beperk de selectie tot het onderdeel 'Sales' om de verkoopgegevens te bekijken.
    1. Markeer de cel met 'Measures'.
    2. Klik op het lint van Essbase op Inzoomen.
    3. Markeer de cel met 'Profit' en klik op Inzoomen.
    4. Markeer de cel met 'Margin' en klik op Inzoomen.
    5. Markeer de cel met 'Sales' en klik op Alleen behouden.

    Het raster ziet er nu ongeveer als volgt uit:
    Afbeelding van het raster van de kubus 'Basic' waarin 'Measures' wordt vervangen door 'Sales'.

  5. Zoom in op 'Year' door te dubbelklikken op de cel met 'Year'.

    Het raster ziet er nu ongeveer als volgt uit:
    Afbeelding van het raster van de kubus 'Basic' met de onderdelen 'Qtr1', 'Qtr2', 'Qtr3' en 'Qtr4' van de dimensie 'Year'

  6. Zoom in op 'Product' door te dubbelklikken op de cel met 'Product'.

    Het raster ziet er nu ongeveer als volgt uit:
    Afbeelding van het raster van de kubus 'Basic' met leden van de dimensie 'Product', zoals 'Colas' en 'Root Beer'

  7. U kunt de weergave van uw gegevens verbeteren door tijdperioden per product te tonen. Draai 'Qtr1' van 'Colas' door deze te markeren, met de rechtermuisknop te klikken en de waarde van B3 naar C3 te slepen.

    Het raster ziet er nu ongeveer als volgt uit:
    Afbeelding van het gedraaide raster

  8. Bekijk elk product per regio. Dubbelklik op 'Market' in cel B1.

    Het raster ziet er nu ongeveer als volgt uit:
    Afbeelding van het raster van de kubus 'Basic'.

  9. U kunt drillen in een regio om de productverkoop per staat te bekijken. Dubbelklik op 'East' in A4.

    Omdat niet elk product in elke staat wordt verkocht, wordt in sommige cellen het label '#Missing' weergegeven in plaats van een gegevenswaarde.

In deze taak hebt u eenvoudig door een gegevensraster genavigeerd, hebt u ingezoomd op gegevens en hebt u gegevens gedraaid door in het raster zelf te klikken. U kunt deze acties ook uitvoeren met behulp van de hulpmiddelen op het lint van Essbase. Als u ondersteuning wilt bij het gebruik van Smart View, klik u op het tabblad Smart View en klikt u vervolgens op Help.

In Essbase structuren wijzigen gaat u terug naar de webinterface en wijzigt u een structuur.

Essbase structuren wijzigen

In Een applicatie in Smart View analyseren hebt u een applicatie geanalyseerd in Smart View.

In dit voorbeeld van het wijzigen van een Essbase structuur maakt u een nieuw prognose-onderdeel, vult u dit in met gegevens en voert u een berekeningsscript uit.

Nieuw onderdeel maken

Om te beginnen maakt u een nieuw onderdeel.

  1. Open in de Essbase webinterface, op de pagina 'Applicaties', de applicatie Sample_Dynamic en open vervolgens de database (kubus) Basic.
  2. Klik op Structuur starten.
  3. Als de structuur is vergrendeld, klikt u op Structuur ontgrendelen Afbeelding van het Redwood pictogram 'Structuur ontgrendelen'.
  4. Klik op Structuur bewerken Afbeelding van het pictogram 'Structuur bewerken' in de Redwood UI-structuureditor.
  5. Vouw de dimensie Scenario uit.
  6. Selecteer het onderdeel Budget.
  7. Op de structuurwerkbalk, onder het pictogram 'Onderdeel toevoegen Afbeelding van het pictogram 'Onderdeel toevoegen' van de structuurwerkbalk', selecteert u Onderdeel op hetzelfde niveau onder toevoegen.
  8. Voer de onderdeelnaam in, Prognose, druk op Toevoegen en sluit de schuifbalk van 'Onderdeel toevoegen'.
  9. Selecteer het nieuwe onderdeel Prognose en selecteer de consolidatieoperator tilde (~) in de lijst.
  10. Klik op Verifiëren Afbeelding van het pictogram 'Structuur verifiëren'..
  11. Klik op Structuur opslaan Afbeelding van het Redwood pictogram 'Structuur opslaan'.
  12. Kies een optie 'Database herstructureren' en klik op Opslaan.
  1. Selecteer in de Essbase webinterface, op de pagina Applicaties, de kubus Basic in de applicatie Sample_Dynamic.

  2. Klik op het menu Acties en selecteer Structuur.

  3. Klik op Bewerken.

  4. Vouw de dimensie 'Scenario' uit door op de pijl naast Scenario te klikken.

  5. Voeg een onderdeel in.

    1. Klik op Bewerken om de structuur in de bewerkingsmodus te zetten.

    2. Vouw de dimensie Scenario uit.

    3. Selecteer het onderdeel Budget.

    4. Selecteer Onderdeel op hetzelfde niveau onder geselecteerd onderdeel toevoegen op de structuurwerkbalk onder Acties.

  6. Voer de onderdeelnaam in, Prognose, en druk op Tab.

  7. Selecteer de consolidatieoperator tilde (~) in de lijst.

    Het onderdeel 'Prognose' wordt niet geaggregeerd met de andere onderdelen in de desbetreffende dimensie.

  8. Laat het type dataopslag op Gegevens opslaan staan, omdat we willen dat gebruikers prognosegegevens kunnen invoeren.

  9. Klik op Opslaan.

Het onderdeel 'Prognose' vullen met gegevens

Om het onderdeel 'Prognose' met gegevens te vullen, maken we een rekenscript en berekenen we prognosegegevens.

  1. Open in de Essbase webinterface, op de pagina 'Applicaties', de applicatie Sample_Dynamic en open vervolgens de database (kubus) Basic.
  2. Klik op Scripts, klik op Rekenscripts en klik op Maken.
  3. Voer in het veld Scriptnaam de naam salesfcst in.
  4. Voer in het vak Scriptcontent een eenvoudige formule in:

    Forecast(Sales=Sales->Actual*1.03;)

    De prognose voor de verkoop is gelijk aan de werkelijke verkoop vermenigvuldigd met 1,03. Hiermee wordt het onderdeel 'Prognose' voor 'Verkoop' gevuld met een waarde die 3% hoger is dan de werkelijke verkoop.

  5. Valideer het script.
  6. Klik op Opslaan en sluiten.
  1. Selecteer in de Essbase webinterface, op de pagina Applicaties, de kubus Basic in de applicatie Sample_Dynamic, klik op het menu Acties en selecteer Inspecteren.

  2. Selecteer in het dialoogvenster Basis het tabblad Scripts . Selecteer Berekeningsscripts en klik op Afbeelding van het pictogram 'Toevoegen' om een berekeningsscript toe te voegen.

  3. Voer in het veld Scriptnaam de naam salesfcst in.

  4. Voer in het vak Scriptcontent een eenvoudige formule in:

    Forecast(Sales=Sales->Actual*1.03;)

    De prognose voor de verkoop is gelijk aan de werkelijke verkoop vermenigvuldigd met 1,03. Hiermee wordt het onderdeel 'Prognose' voor 'Verkoop' gevuld met een waarde die 3% hoger is dan de werkelijke verkoop.

  5. Klik op Opslaan en sluiten.

  6. Sluit het database-inspectieprogramma door op Sluiten te klikken totdat alle tabbladen gesloten zijn.

Het script uitvoeren

Berekeningsscripts worden uitgevoerd als taken.

  1. Klik in de Essbase webinterface, op de pagina 'Applicaties', op Taken.
  2. Selecteer in het dropdownmenu Nieuwe taak de optie Berekening uitvoeren.

  3. Selecteer in het dialoogvenster Berekening uitvoeren in het veld Applicatie de applicatie Sample_Dynamic.

    Merk op dat het veld Database automatisch wordt ingevuld in de kubus Basic.

  4. Selecteer in het menu Scripts het rekenscript verkprogn dat u hebt gemaakt.

  5. Klik op Versturen.

  6. Klik op Vernieuwen om te zien of de taak is voltooid.

In Prognosegegevens analyseren in Smart View gaat u deze nieuwe prognosegegevens analyseren in Excel. Maar eerst gaan we dieper in op het beheren van taken.

Prognosegegevens analyseren in Smart View.

In Een applicatie in Smart View analyseren hebt u geleerd hoe u gegevens analyseert in Smart View. In Essbase structuren wijzigen hebt u het onderdeel 'Forecast' toegevoegd aan de structuur en dit gevuld met gegevens.

In dit voorbeeld van het analyseren van prognosegegevens in Smart View maakt u opnieuw verbinding met de kubus, voert u een analyse uit van de gegevens, maakt u een raster in Excel en voert u een ad-hocanalyse uit. Vervolgens test u of de berekening juist is, past u het raster aan en verstuurt u maandelijkse prognosewaarden.

U maakt nu opnieuw verbinding met de kubus in Smart View en voert een verdere analyse van de gegevens uit.

  1. Open Excel en maak een werkblad zoals het onderstaande. Hiertoe typt u de onderdeelnamen in de volgende cellen: A3=Market, B3=Product, C1=Year, C2=Actual, D1=Sales, D2=Forecast.
    Afbeelding van het werkblad waarmee u start: A3=Market, B3=Product, C1=Year, C2=Actual, D1=Sales, D2=Forecast
  2. Maak via het lint van Smart View opnieuw verbinding met de kubus 'Basic' in de applicatie 'Sample_Dynamic'.
    Afbeelding van een URL in 'Privéverbindingen' in Smart View

    In de lijst 'Privéverbindingen' ziet u de vorige verbindings-URL.

  3. Wanneer u wordt gevraagd in te loggen, maakt u verbinding als de gebruiker die u hebt gefaciliteerd.
  4. Klik op Ad-hocanalyse om de cellen te vullen met gegevenswaarden.

    In het resulterende raster ziet u de resultaten van uw berekening. De jaarlijkse verkoopgegevens worden vernieuwd voor zowel de werkelijke verkoop (Actual) als de verwachte verkoop (Forecast) en de prognose is ongeveer 3% hoger dan de werkelijke verkoop:
    Afbeelding van het raster: Actual=400511, Forecast=412526,3

  5. Om te testen of de berekening correct is, maakt u de Excel-formule =D3/C3 in cel E3. Hierdoor worden de prognosegegevens gedeeld door de werkelijke gegevens om ervoor te zorgen dat D3 3% hoger is dan C3.
    Afbeelding van het raster: Actual=400511, Forecast=412526,3, E3 met formule =D3/C3

    Het testresultaat moet de toename van 3% bevestigen. Hierbij is de werkelijke verkoop 400511, de verwachte verkoop 412526,3 en is E3 1,0.


    Afbeelding van het raster: Actual=400511, Forecast=412526,3, E3=1,03
  6. Zoom in op 'Product' en 'Market'. U ziet dat er voor alle producten en alle markten prognosegegevens bestaan en dat deze 3% hoger zijn dan de werkelijke gegevens.
    Afbeelding van het raster met prognosegegevens
  7. Maak nu een werkblad om een gegevensanalyse uit te voeren voor de prognose en breng enkele wijzigingen aan.
    1. Klik op de cel met 'Forecast' en klik vervolgens op Alleen behouden.
    2. Selecteer cel A3 en cel B3 met daarin 'East' en 'Colas', en klik vervolgens op Alleen behouden.

      Het raster ziet er nu als volgt uit:


      Afbeelding van het raster met prognosegegevens
    3. Laat cel A3 en cel B3 geselecteerd en klik op Inzoomen om gegevens per staat te bekijken voor gedetailleerde product-SKU's.

      Het raster ziet er nu als volgt uit:


      Afbeelding van het raster met prognosegegevens
    4. Drill in de draaitabel omlaag van de dimensie 'Year' naar de kolommen. Markeer het lid Jaar, en selecteer de pijl omlaag naast Inzoomen op het lint van Essbase. Selecteer Zoomen naar onder om het onderste niveau van de maanden te zien.

      Het raster ziet er nu als volgt uit:


      Afbeelding van het raster met prognosegegevens
    5. Voer enkele maandelijkse gegevens in om de prognose 'Diet Cola' te maken. Typ bijvoorbeeld 500 in elke cel van het bereik C5:H5.
      Afbeelding van het raster met prognosegegevens
    6. Klik op Gegevens versturen. De prognose voor het hele jaar in cel O5 verandert nu in 3000, wat de som is van 500 in elk van de 6 maanden.

In deze taak hebt u geleerd hoe eenvoudig het is om de kubus te analyseren en te bewerken in Smart View, zolang u maar over de juiste facilitering beschikt.

In Applicaties en kubussen maken in Cube Designer raakt u vertrouwd met Cube Designer.

Applicaties en kubussen maken in Cube Designer

In Prognosegegevens analyseren in Smart View hebt u gegevens geanalyseerd in Excel. Gebruikers die in Excel werken, kunnen applicaties ontwerpen en implementeren met behulp van Cube Designer.

Open een applicatiewerkmap in Cube Designer. Implementeer, laad en bereken een kubus. Bekijk de kubus in de Essbase webinterface.

Het applicatiewerkboek openen in Cube Designer

Log in als hoofdgebruiker en download de applicatiewerkmap Sample_Basic.xlsx vanuit de galerij.

  1. Open Excel en klik op Catalogus Afbeelding van het pictogram 'Catalogus' op het lint van Cube Designer op het lint van Cube Designer.

    Als u wordt gevraagd in te loggen, logt u in als een hoofdgebruiker.

  2. Klik op Galerij, navigeer naar Applicaties > Demovoorbeelden > Blokopslag en dubbelklik op Sample_Basic.xlsx.

Het applicatiewerkboek 'Sample Basic' verschilt van het applicatiewerkboek 'Sample Basic Dynamic'. In het eerste werkboek bevatten de dimensies 'Product' en 'Market' geen dynamisch berekende onderdelen.

Ga bijvoorbeeld naar het werkblad 'Dim.Market' in Sample_Basic.xlsx. Bekijk de kolom Storage. Deze bevat geen X'en. Dit wijst erop dat de onderdelen zijn opgeslagen. X'en in de kolom Storage geven dynamisch berekende onderdelen aan.

Dus als u dimensies hebt gemaakt en de gegevens hebt geladen, moet u ook de kubus berekenen.

Het maken, laden en berekenen van de kubus kan allemaal worden uitgevoerd in het dialoogvenster Kubus opbouwen.

Kubus maken, laden en berekenen

Met behulp van het applicatiewerkboekSample_Basic.xlsx kunt u in Cube Designer een kubus maken, laden en berekenen.

  1. Met het applicatiewerkboek 'Sample Basic' (Sample_Basic.xlsx) nog geopend, klikt u op het lint van Cube Designer op Kubus opbouwen Afbeelding van het pictogram 'Kubus opbouwen' op het lint van Cube Designer.

  2. Selecteer in het menu Opbouwoptie de optie Kubus maken.

  3. Klik op Uitvoeren.

    Als er een applicatie voorkomt met dezelfde naam, wordt u gevraagd de applicatie en de kubus te overschrijven. Klik op Ja om de oorspronkelijke applicatie te verwijderen en deze nieuwe applicatie op te bouwen.

  4. Klik op Ja om de selectie te bevestigen.

    Het pictogram Taken bekijken geeft een zandloper weer terwijl de taak wordt uitgevoerd. De taak wordt op de achtergrond uitgevoerd en u krijgt een melding in Cube Designer wanneer de taak is voltooid en of deze is geslaagd.

  5. Klik op Ja om Taakweergave te starten en de status van de taak te bekijken.

Applicaties bekijken in de webinterface

Bekijk en inspecteer de nieuwe applicatie in de Essbase webinterface en controleer of er zowel op niveau nul als op hoger niveau blokken bestaan om er zeker van te zijn dat de kubus volledig is berekend.

In de Redwood interface:

  1. Log in bij de Essbase webinterface.
  2. Open de applicatie Voorbeeld en open de kubus Basic.
  3. Klik op Structuur starten.

    Bekijk de structuur om te zien dat de verwachte dimensies aanwezig zijn.

  4. Ga terug naar het tabblad 'Kubus Basic'.
    Afbeelding met tabbladen in de webinterface, waarin het tabblad 'Kubus Basic' is geselecteerd

  5. Op de pagina Algemeen, onder Statistieken, ziet u dat er blokken van niveau 0 en hoger aanwezig zijn. Hiermee wordt getoond dat de kubus volledig is berekend.

In de klassieke webinterface:

  1. Log in bij de Essbase webinterface.

  2. Ga naar de pagina Applicaties, vouw de applicatie Voorbeeld uit en selecteer de kubus Basic.

  3. Klik op het menu 'Acties' rechts van de kubus Basic en selecteer Structuur.

    Bekijk de structuur om te zien dat de verwachte dimensies aanwezig zijn.

  4. Ga terug naar de pagina Applicaties, vouw de applicatieVoorbeeld uit en selecteer de kubus Basic.

  5. Klik op het menu 'Acties' rechts van de kubus Basic en selecteer Inspecteren.

  6. In het inspectieprogramma selecteert u Statistieken.

  7. Op het tabblad Algemeen, in de kolom Opslag, ziet u dat er blokken van niveau 0 en hoger aanwezig zijn. Dit betekent dat de kubus volledig is berekend.

In Gegevens analyseren en een incrementele update uitvoeren in Cube Designer analyseert u gegevens in deze kubus en voert u incrementele updates uit vanuit Excel.

Gegevens analyseren en een incrementele update uitvoeren in Cube Designer

In Applicaties en kubussen maken in Cube Designer hebt u een kubus opgebouwd, gegevens geladen en het berekeningsscript uitgevoerd dat in het werkboek is gedefinieerd.

Gegevens analyseren vanuit een werkblad voor zoekopdrachten in Cube Designer. Onderdelen toevoegen aan de kubus.

Gegevens analyseren in de kubus Sample Basic

Controleer of de kubus correct is opgebouwd en zie hoe u gegevens kunt analyseren.

  1. Open Excel en klik op Analyseren Afbeelding van het pictogram 'Gegevens analyseren' op het lint van Cube Designer op het lint van Cube Designer.

  2. Selecteer in het menu Analyseren de optie Zoekvraagbladen verbinden.

    Als u wordt gevraagd in te loggen, voert u uw Essbase gebruikersnaam en wachtwoord in.

  3. U bent verbonden met de kubus 'Basic' in de voorbeeldapplicatie.

  4. U kunt de gegevens nu analyseren.

    1. Zoom via het lint van Essbase in op Cream Soda als u alle producten op laag niveau wilt zien die deel uitmaken van de serie 'Cream Soda'.

    2. Zoom uit van New York als u de hele oostelijke regio wilt zien en zoom opnieuw uit om alle markten te zien.

Een incrementele update uitvoeren van de kubus Sample Basic

Voeg een hiërarchie toe aan de productdimensie en bekijk de resultaten in Smart View.

  1. Ga naar het werkblad 'Dim.Product' en werk de productdimensie bij met een paar extra producten.

  2. Voeg nieuwe onderdelen in het werkboek in, volgend op de reeks met 400-producten.

    1. Maak een nieuw bovenliggend product met 500 als onderliggend product en geef het de standaardaliasnaam 'Cane Soda'.

    2. Maak drie nieuwe SKU's onder 500: 500-10, 500-20 en 500-30.

    3. Geef aliassen op voor de nieuwe SKU's. Noem ze 'Cane Cola', 'Cane Diet Cola' en 'Cane Root Beer'.


      Afbeelding van een Smart View raster met de productgroep Cane Soda (500) toegevoegd.

  3. Sla het bijgewerkte werkboek op.

  4. Klik op het lint van Cube Designer op Kubus opbouwen Afbeelding van het pictogram 'Kubus opbouwen' op het lint van Cube Designer.

    De standaardoptie voor het opbouwen is Kubus bijwerken: alle gegevens behouden omdat de applicatie al op de server bestaat en u de applicatie-eigenaar bent die de applicatie heeft gemaakt.

  5. Klik op Uitvoeren.

  6. Wanneer wordt gemeld dat de taak is voltooid, klikt u op Ja om het venster Taakweergave te openen.

  7. U moet Geslaagd te zien krijgen. Als Fout wordt geretourneerd, kunt u op de taak dubbelklikken voor meer informatie.

  8. Sluit Taakweergave.

  9. Klik wanneer het werkblad 'Dim.Product' actief is op het lint van Cube Designer op Hiërarchielezer.
  10. U ziet in het dialoogvenster Dimensiehiërarchie dat de productgroep 'Cane Soda' is gemaakt. Afbeelding van de hiërarchielezer van Cube Designer met de hiërarchie 'Cane Soda'
  11. Ga naar het werkblad 'Query.Sample'.

  12. Navigeer naar het hoogste niveau van de dimensie 'Product' door 'Dark Cream' te markeren en uit te zoomen met behulp van het lint van Essbase. Zoom vervolgens uit op 'Cream Soda'.

  13. Selecteer opnieuw 'Product' en klik op Inzoomen.

  14. Selecteer 'Cane Soda' en klik op Alleen behouden.

  15. Selecteer 'Cane Soda' en Inzoomen om de onderliggende niveaus te zien.

Als u leden toevoegt aan de dimensie 'Product', worden die leden niet automatisch gevuld met gegevens. U kunt gegevens invullen met behulp van Smart View of door gegevens te laden.

Applicatiewerkmappen zijn handig bij het ontwerpen van Essbase kubussen wanneer u al weet welke elementen u nodig hebt voor het opbouwen van een kubus of wanneer u een voorbeeld hebt.

In Tabelgegevens tot een kubus transformeren maakt u een applicatie met behulp van een Excel-werkblad met kolommen zonder een specifieke Essbase structuur.

Tabelgegevens tot een kubus transformeren

Gegevens uit externe bronsystemen, zoals ERP-tabellen of datawarehouse, worden niet opgemaakt als een applicatiewerkmap. U kunt Cube Designer nog steeds gebruiken om er een kubus mee te maken.

  1. Selecteer in Excel het Cube Designer lint en klik vervolgens op Catalogus Afbeelding van het pictogram 'Catalogus' op het lint van Cube Designer.
  2. Navigeer in het dialoogvenster Essbase bestanden in de Galerij naar Technisch > Tabelopmaak en dubbelklik op Sample_Table.xlsx.

    Het bestand Sample_Table.xlsx bevat het werkblad 'Sales', een eenvoudig verkooprapport dat u zou kunnen ontvangen van iemand in uw organisatie. Uit de kolomkopteksten blijkt dat er eenheden zijn (zoals Units en Discounts), tijdsaanduidingen (zoals Time.Month en Time.Quarter), geografische regio's (zoals Regions.Region en Regions.Areas) en producten (zoals Product.Brand en Product.LOB).

    Op basis van dit rapport kunt u een applicatie en een kubus maken met behulp van introspectie: een methode waarbij een fysieke gegevensbron (in dit geval het bestand Sample_Table.xlsx) wordt geïnspecteerd op Essbase metagegevenselementen.

  3. Klik op het lint van Cube Designer op Gegevens transformeren.
  4. In het dialoogvenster Gegevens transformeren kunt u de standaardnamen voor de applicatie (Sample_Table) en kubus (Sales) accepteren, of u kunt deze wijzigen.
  5. Cube Designer inspecteert de tabelgegevens op relaties die een passende dimensionaliteit bepalen.
  6. Klik op Uitvoeren en klik op Ja wanneer u wordt gevraagd of u de kubus wilt maken.
  7. Wanneer de taak is voltooid, ziet u het dialoogvenster Taakweergave.
    Klik op Ja totdat de status 'Geslaagd' is.
  8. Sluit Taakweergave.
  9. Log in bij de Essbase webinterface.
  10. Kubusstatistieken weergeven
    In de Redwood interface:
    1. Open op de pagina Applicaties de applicatie Sample_Table en open vervolgens de database (kubus) Sales.
    2. Klik op de pagina Algemeen op Statistieken.
    3. In de kolom Opslag geeft het getal 4928 voor Bestaande blokken op niveau 0 aan dat er gegevens in de kubus zijn geladen.
    In de klassieke webinterface:
    1. Ga naar de pagina Applicaties, vouw de applicatie Sample_Table uit en selecteer de kubus Sales.
    2. Klik op het menu 'Acties' rechts van de kubus Sales en selecteer Inspecteren.
    3. Selecteer Statistieken. Op het tabblad Algemeen, onder Opslag, geeft het getal 4928 bij Bestaande blokken op niveau 0 aan dat er gegevens in de kubus zijn geladen.
  11. Structuur starten en dimensies weergeven:
    • In de Redwood Interface (nog steeds op de pagina Algemeen), selecteert u Details en vervolgens Structuur starten.
    • Gebruik in de klassieke webinterface het tabblad Algemeen boven aan de database-inspectiefunctie om de structuur te starten.
    In de structuureditor ziet u dat de kubus Sales de volgende dimensies heeft: Measures, Time, Years, Geo, Channel en Product.
  12. Vouw Meeteenheden uit.
    U ziet dat Units, Discounts, Fixed Costs, Variable Costs en Revenue in een platte hiërarchie zijn gerangschikt.

In Metagegevens en gegevens exporteren en wijzigen maakt u een hiërarchie voor deze eenheden zodat u de inkomsten ziet na verrekende kortingen, en de totale kosten (vast en variabel).

Metagegevens en gegevens exporteren en wijzigen

In Tabelgegevens tot een kubus transformeren hebt u een applicatie en kubus gemaakt op basis van tabelgegevens.

Exporteer een kubus, inclusief de bijbehorende gegevens, vanuit de Essbase webinterface naar Excel en open vervolgens de geëxporteerde toepassingswerkmap om de opmaak te bekijken.
  1. Exporteer naar Excel.
    In de Redwood interface:
    1. Open in de Essbase webinterface op de pagina Applicaties de applicatie Sample_Table en open vervolgens de database (kubus)Sales.
    2. Selecteer in het menu Acties de optie Exporteren naar Excel.
    In de klassieke webinterface:
    1. Ga in de Essbase webinterface naar de pagina Applicaties, vouw de applicatie Sample_Table uit en selecteer de kubus Sales.
    2. Selecteer in het menu Acties de optie Exporteren naar Excel.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Exporteren naar Excel voor Opbouwmethode exporteren de optie 'Bovenliggend-Onderliggend'.
  3. Selecteer Gegevens exporteren en klik op OK.
    • Als er minder dan 400 MB aan gegevens is, worden hierdoor de metagegevens en gegevens geëxporteerd naar een Excel-bestand, applicatiewerkboek genaamd. Sla het applicatiewerkboek, Sales.xlsx, op in uw gebied 'Downloads'. In het applicatiewerkboek wordt de kubus gedefinieerd die u zojuist hebt geëxporteerd.
    • Als er meer dan 400 MB gegevens zijn, wordt het gegevensbestand opgeslagen in een gecomprimeerd bestand en wordt het niet opgenomen in het geëxporteerde Excel-bestand. Het ZIP-bestand met de gegevens en het applicatiewerkboek kunnen worden gedownload van de pagina Bestanden.
  4. Open Sales.xlsx.
  5. Blader naar het werkblad 'Data.Sales' om het weer te geven. Dit is het gegevenswerkblad voor de kubus.
    Bekijk de werkbladen voor elk van de dimensies. De namen van de dimensiewerkbladen, inclusief het werkblad voor de dimensie 'Meeteenheden', beginnen met Dim.
  6. Met behulp van het geëxporteerde applicatiewerkboek kunt u verdere incrementele updates toepassen. U kunt bijvoorbeeld hiërarchieën toevoegen of verwijderen, een formule toevoegen aan een eenheid, aliassen wijzigen en berekeningen ontwikkelen.
De taken die worden besproken in dit hoofdstuk, zijn bedoeld om u te laten zien hoe u kubussen kunt ontwerpen en implementeren op basis van applicatiewerkboeken of tabelgegevens. U kunt het ontwerp van uw kubussen incrementeel verbeteren door ze te exporteren naar applicatiewerkboeken, wijzigingen aan te brengen en ze dan opnieuw op te bouwen.