Met 'Oplossingsvolgorde' in Essbase wordt de volgorde bepaald waarmee dynamische berekeningen worden uitgevoerd in de hybride modus. U kunt de oplossingsvolgorde aanpassen of de standaardwaarden accepteren. Deze zijn geoptimaliseerd voor de beste prestaties en afhankelijkheidsanalysen.
Het concept 'oplossingsvolgorde' is van toepassing op het uitvoeren van dynamische berekeningen, geïnitieerd door een dynamische onderdeelformule of een dynamische afhankelijkheid in een berekeningsscript. Wanneer een cel wordt geëvalueerd in een multidimensionale query, kan de volgorde waarin de berekeningen moeten worden opgelost ambigu zijn, tenzij een oplossingsvolgorde is gespecificeerd waarmee de vereiste berekeningsprioriteit wordt aangegeven.
U kunt de oplossingsvolgorde voor dimensies of onderdelen instellen, of u kunt de standaardoplossingsvolgorde van Essbase gebruiken. De minimumoplossingsvolgorde die u kunt instellen is 0 en het maximum is 127. Een hogere oplossingsvolgorde houdt in dat het onderdeel later wordt berekend; een onderdeel met oplossingsvolgorde 1 wordt opgelost vóór een onderdeel met oplossingsvolgorde 2.
Wanneer de hybride modus is ingeschakeld, komt de standaardoplossingsvolgorde (ook wel berekeningsvolgorde genoemd) vrijwel overeen met die van blokopslagdatabases:
Dimensie-/Onderdeeltype | Standaardwaarde oplossingsvolgorde |
---|---|
Opgeslagen onderdelen | 0 |
Onderdelen van schaarsheiddimensies | 10 |
Onderdelen van dichte rekeningdimensies | 30 |
Onderdelen van dichte tijddimensies | 40 |
Onderdelen van dichte normale dimensies | 50 |
Onderdelen van kenmerkdimensies | 90 |
Dynamische tweegangsonderdelen | 100 |
Met MDX berekende onderdelen of benoemde sets (gedefinieerd in MDX met) | 120 |
Samenvattend: de standaardoplossingsvolgorde in de hybride modus geeft aan dat opgeslagen onderdelen vóór dynamisch berekende onderdelen worden berekend en schaarsheiddimensies vóór dichte dimensies, in de volgorde waarin ze in de structuur verschijnen (van boven naar beneden).
Dynamische onderdelen (met of zonder formules) die geen gespecificeerde oplossingsvolgorde hebben, nemen de oplossingsvolgorde van hun dimensie over, tenzij ze als tweegangs zijn getagd.
Tweegangsberekening is een instelling die u in blokopslagmodus kunt toepassen op onderdelen met formules die tweemaal moeten worden berekend om de juiste waarde te verkrijgen.
Opmerking:
Gebruik voor kubussen in hybride modus geen tweegangsberekening. Gebruik alleen oplossingsvolgorde.
Tweegangs is niet van toepassing in de hybride modus en onderdelen die zijn getagd als tweegangs worden als laatste berekend, na de kenmerken. In de hybride modus moet u een aangepaste oplossingsvolgorde implementeren, in plaats van tweegangs, als de standaardoplossingsvolgorde niet aan uw vereisten voldoet.
De standaardoplossingsvolgorde in de hybride modus is geoptimaliseerd voor de volgende scenario's:
Voorwaartse verwijzing, waarbij een dynamische onderdeelformule verwijst naar een onderdeel dat later komt in de structuurvolgorde. Er is geen structuurvolgorde-afhankelijkheid in de hybride modus.
Aggregatie van onderliggende waarden op basis van structuurvolgorde komt beter overeen met aggregatie waarbij equivalente formules worden gebruikt.
Dynamische dichte onderdelen als afhankelijkheden binnen schaarsheidformules. In de hybride modus wordt als een schaarsheidformule verwijst naar een dicht dynamisch onderdeel, deze verwijzing genegeerd omdat schaarsheiddimensies eerst worden berekend. Als u dit wilt wijzigen, wijst u een oplossingsvolgorde toe aan de schaarsheiddimensie die hoger is dan (later wordt berekend dan) de oplossingsvolgorde van de dichte dimensie.
De oplossingsvolgorde aanpassen
Als u het gedrag van dynamische berekeningen in de hybride modus wilt aanpassen, kunt u dit doen door de oplossingsvolgorde van dimensies en onderdelen aan te passen, zonder grote wijzigingen aan te brengen in de structuur.
Als u een aangepaste oplossingsvolgorde implementeert, overschrijft deze de standaardoplossingsvolgorde. Als onderdelen of dimensies dezelfde oplossingsvolgorde hebben, wordt het conflict opgelost via de volgorde waarin deze in de structuur worden weergegeven (van boven naar beneden).
Tenzij u een oplossingsvolgorde aanpast voor bepaalde onderdelen, geldt de oplossingsvolgorde voor het onderdeel in de bovenste dimensie voor alle dynamische onderdelen in de dimensie.
Gebruik de structuureditor in de Essbase webinterface of gebruik Smart View om de oplossingsvolgorde te wijzigen (zie De oplossingsvolgorde van een geselecteerde POV wijzigen).
De minimumoplossingsvolgorde die u kunt instellen is 0 en het maximum is 127. Een hogere oplossingsvolgorde betekent dat het onderdeel later wordt berekend.
Als u cases voor oplossingsvolgorde wilt onderzoeken, gaat u naar de oplossingsvolgordesjablonen in het technische gedeelte van de galerij met applicatiewerkboeken, die u kunt vinden in de bestandencatalogus in Essbase.
Toelichting over oplossingsvolgorde in niet-hybride modus
In kubussen voor geaggregeerde opslag geldt het volgende:
De oplossingsvolgorde is ingesteld op 0 voor alle dimensies.
Aggregaties worden uitgevoerd in de structuurvolgorde, met uitzondering van het volgende:
In niet-hybride blokopslagkubussen is dit de standaard oplossingsvolgorde:
schaarsheiddimensie voor dichte dimensie
accounts voor tijd
attributen als laatste
Opmerking:
Als de oplossingsvolgorde van accountonderdelen handmatig wordt ingesteld zodat deze groter is dan de oplossingsvolgorde van tijdonderdelen, worden de accounts geëvalueerd na de dynamische-tijdreeksonderdelen.