Over transactiesemantiek in Essbase

Als een kubus in de lees-/schrijfmodus staat, neemt Essbase elk updateverzoek aan de server (zoals gegevens laden, een berekening of een statement in een rekenscript) mee als transactie.

Elke transactie heeft een huidige status: actief, vastgelegd of afgebroken. Als gegevens worden vastgelegd, worden ze opgehaald uit het servergeheugen en geschreven naar de kubus op de schijf.

Met de opties 'Blokken vastleggen'/'Rijen vastleggen' op het tabblad 'Transacties' van de instellingen voor kubusinspectie wordt aangegeven hoe vaak Essbase blokken of rijen vastlegt.

Essbase staat toe dat transacties lees-/schrijfvergrendelingen blokkeren per blok. Essbase geeft een blok vrij nadat het is bijgewerkt, maar legt pas blokken vast als de transactie is voltooid of als er een ingestelde limiet (een synchronisatiepunt) is bereikt.

U bepaalt of Essbase een expliciete vastleggingsbewerking uitvoert door de volgende parameters voor het synchronisatiepunt op te geven.

• Blokken vastleggen (het aantal blokken dat wordt aangepast voordat er een synchronisatiepunt wordt gemaakt). Essbase legt blokken vast nadat het opgegeven aantal blokken is bereikt. Deze frequentie kan dynamisch worden aangepast tijdens een berekening.

  Als u 'Blokken vastleggen' instelt op 0, wordt het synchronisatiepunt gemaakt aan het einde van de transactie.

• Rijen vastleggen (het aantal rijen dat moet worden geladen voordat er een synchronisatiepunt wordt gemaakt.) De standaard is 0. Dit betekent dat het synchronisatiepunt wordt gemaakt als alle gegevens zijn geladen.

Als 'Blokken vastleggen' of 'Rijen vastleggen' een waarde heeft die niet nul is, wordt er een synchronisatiepunt gemaakt als de eerste drempel is bereikt. Als 'Blokken vastleggen' bijvoorbeeld een waarde van 10 heeft, 'Rijen vastleggen' een waarde van 0 heeft en u gegevens laadt, wordt er een synchronisatiepunt gemaakt nadat er 10 blokken zijn bijgewerkt. Als 'Blokken vastleggen' een waarde van 5 heeft, 'Rijen vastleggen' een waarde van 5 heeft en u gegevens laadt, wordt er een synchronisatiepunt gemaakt nadat er 5 rijen zijn geladen of 5 blokken zijn bijgewerkt, afhankelijk van welke het eerst plaatsvindt.

Als Essbase Server wordt uitgevoerd op een Oracle Exalytics In-Memory machine, kunnen instellingen voor vrije toegang niet worden toegepast. De vastlegging gebeurt aan het einde van de opdracht of aanvraag. Wijzigingen die u aanbrengt in de instellingen 'Blokken vastleggen' of 'Rijen vastleggen', worden genegeerd.

Als Essbase Server wordt uitgevoerd op een onafhankelijke Windows-implementatie, is 'Blokken vastleggen' standaard ingesteld op 3000.

Als tijdens een bewerking een gebruikergedefinieerde drempel wordt overschreden, maakt Essbase een synchronisatiepunt om de gegevens vast te leggen die tot dan toe zijn verwerkt. Essbase maakt zo veel synchronisatiepunten als nodig is om de bewerking te voltooien.

Essbase analyseert de waarde van 'Blokken vastleggen' en 'Rijen vastleggen' tijdens de analyse of parallelle berekeningen kunnen worden uitgevoerd. Als Essbase ziet dat de waarden te laag zijn, worden deze automatisch verhoogd.

Essbase bewaart overtollige gegevens om transactionele semantiek af te dwingen. Zorg dat er twee keer zo veel ruimte vrij is als de grootte van de database om deze overtollige gegevens op te slaan, vooral als 'Blokken vastleggen' en 'Rijen vastleggen' beide zijn ingesteld op 0.