Hoe u werkt met drill-through-rapporten, is afhankelijk van uw toegangsniveau.
De gebruikersrol 'Databasebeheer' is vereist om drill-through-rapportdefinities te maken voor een kubus. Als de drill-through-rapportdefinitie is gebaseerd op een of meer gegevensbronnen die zijn gedefinieerd op applicatieniveau, moeten een verbinding en gegevensbron al zijn gedefinieerd op applicatieniveau door een gebruiker met ten minste de rol 'Applicatiebeheer'.
De gebruiker met de rol 'Applicatiebeheer' die de verbinding en gegevensbron maakt, moet bovendien de juiste referenties hebben voor toegang tot het externe bronsysteem. Bijvoorbeeld: als de externe gegevensbron een SQL-bron is, moet de gebruiker met de rol 'Applicatiebeheer' referenties hebben voor het inloggen bij de SQL-bron om de verbinding te kunnen maken.
Voor het maken van de applicatie en de kubus is ten minste het toegangsrecht 'Hoofdgebruiker' vereist. Een hoofdgebruiker heeft impliciet het recht 'Applicatiebeheer' voor de applicaties die hij of zij heeft gemaakt, maar niet voor alle applicaties.
Elke gebruiker met het recht 'Databasetoegang' heeft toegang tot het drill-through-rapport, als tenminste de toegang tot de cellen binnen de drillbare regio die is gedefinieerd voor het rapport, niet beperkt is op basis van het filter van de gebruiker. Een drillbare regio is een specificatie die de intersecties van cellen aangeeft van waaruit het drill-through-rapport toegankelijk is vanuit Smart View.