Gebruik de volgende procedure om een opgeslagen filter te openen en te bewerken.
Als u een benoemd filter bewerkt en opslaat, worden de wijzigingen die u in het filter aanbrengt, doorgevoerd in de toepassingslocaties van dat filter.
Ga als volgt te werk om een filter te bewerken:
Gebruik de volgende subprocedure om een benoemd filter te openen:
Klik in de algemene koptekst op Catalogus. De pagina Catalogus wordt weergegeven.
Ga naar het filter dat u wilt bewerken en klik op de koppeling Bewerken. De Filtereditor wordt weergegeven.
Gebruik de volgende subprocedure om een inlinefilter te openen:
Klik in een analyse op het tabblad Criteria.
Zoek in het deelvenster 'Filters' het filter dat u wilt bewerken en klik op de bijbehorende knop Filter bewerken. De Filtereditor wordt weergegeven.
Breng de gewenste wijzigingen aan.
Sla het filter op.