U kunt een benoemd filter of een inlinefilter in kolommen maken om specifieke gegevens weer te geven.
Zie Kolomfilters bewerken voor informatie over het openen van een filter voor bewerking.
Ga als volgt te werk om een kolomfilter te maken:
Opmerking:
Als uw repository is geconfigureerd voor dubbele kolommen en u een andere operator wilt gebruiken dan is gelijk aan/is in, is niet gelijk aan/is niet in of is tussen en codewaarden wilt opgeven in plaats van weergavewaarden, moet u expliciet de codekolom kiezen in plaats van de weergavekolom.Zie Functionaliteit voor dubbele kolommen voor meer informatie over dubbele kolommen.
Gebruik de volgende subprocedure om een benoemd filter te maken:
Zoek de algemene koptekst via de beginpagina van Oracle Business Intelligence, wijs het menu Nieuw aan en selecteer in het menu de optie Filter. Het dialoogvenster Onderwerpgebied selecteren wordt weergegeven.
Kies in het dialoogvenster Onderwerpgebied selecteren het onderwerpgebied waarvoor u een filter wilt maken. De Filtereditor wordt weergegeven.
Dubbelklik in het deelvenster 'Onderwerpgebieden' op de kolom waarvoor u het filter wilt maken. Het dialoogvenster Nieuwe voorwaarde wordt weergegeven.
Gebruik de volgende subprocedure om een inlinefilter te maken:
Maak een nieuwe analyse of open een bestaande analyse waarvoor u een filter wilt maken. Klik op het tabblad Criteria.
Ga naar het deelvenster 'Filters' en klik op de werkbalk van het deelvenster 'Filters' op de knop Filter maken voor huidig onderwerpgebied. De geselecteerde kolommen van de analyse worden weergegeven in het trapsgewijze menu.
Selecteer een kolomnaam in het menu. U kunt ook Meer kolommen selecteren om toegang te krijgen tot het dialoogvenster Kolom selecteren waarin u een kolom in het onderwerpgebied kunt selecteren.
Nadat u een kolom hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Nieuw filter weergegeven.
Opmerking:
Als u een filter voor een kolom in een ander onderwerpgebied wilt toevoegen, moet u eerst dat onderwerpgebied aan de analyse toevoegen door op de knop Onderwerpgebieden toevoegen/verwijderen in het deelvenster 'Onderwerpgebieden' te klikken.Kies een operator voor het filter in het veld Operator. De lijst met operators waaruit u kunt kiezen, wordt gevuld op basis van het geselecteerde type kolom. Zie 'Operatoren' voor meer informatie over elke operator, inclusief de operatoropties wordt gevraagd en is gebaseerd op resultaten van andere analyse.
Geef in het veld Waarde een of meer waarden op die moeten worden gebruikt bij toepassing van het filter of de voorwaarde. U kunt als volgt waarden opgeven:
Typ waarden, waarbij u de waarden scheidt met een puntkomma.
Selecteer waarden in de lijst of kalender.
Als u naar specifieke waarden wilt zoeken, klikt u op Zoeken in het lijstvak. Het dialoogvenster 'Waarden selecteren' wordt weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u waarden zoeken en selecteren.
Als uw repository is geconfigureerd voor dubbele kolommen en u een filter maakt voor een weergavekolom, geeft u standaard weergavewaarden weer. Als het in uw organisatie is toegestaan codewaarden weer te geven, kunt u ook codewaarden opgeven in plaats van weergavewaarden. Dit kan echter alleen als u een van de volgende operatoren gebruikt:
is gelijk aan/is in
is niet gelijk aan/is niet in
is tussen
Als u codewaarden wilt opgeven, schakelt u het selectievakje Selecteren op Codekolom in en geeft u vervolgens de waarden op.
Als uw repository is geconfigureerd voor dubbele kolommen en u maakt het filter voor een weergavekolom en u wilt filteren op weergavewaarden in plaats van codewaarden, schakelt u het selectievakje Filteren op Codekolom uit.
Klik op de knop Meer opties toevoegen als u een SQL-uitdrukking, sessievariabele, repositoryvariabele, presentatievariabele of algemene variabele aan het filter wilt toevoegen. Opmerking: als u de waarde van het filter instelt met een SQL-uitdrukking of een variabele, moet u het veld Waarde leeg laten. Zie Variabelen gebruiken voor meer informatie over variabelen
Schakel het selectievakje Filter beschermen in om te voorkomen dat de filterwaarde wordt overschreven door een overeenkomende promptwaarde of wanneer de gebruiker naar een ander rapport binnen de analyse navigeert. Als u vanuit een rapport naar een ander rapport binnen een analyse navigeert, kunnen de promptwaarden die u in het eerste rapport hebt opgegeven, worden overgenomen in het tweede rapport.
Als u het filter wilt converteren naar SQL-statements, schakelt u het selectievakje Dit filter naar SQL converteren in. Het dialoogvenster Uitgebreid SQL-filter wordt weergegeven.
Opmerking:
Deze conversie kan niet ongedaan worden gemaakt. Nadat u het selectievakje Dit filter naar SQL converteren hebt ingeschakeld, kunt u het filter niet meer bekijken en bewerken in het dialoogvenster Filter bewerken. Nadat u het filter naar SQL-statements hebt geconverteerd, kunt het filteritem alleen bekijken en bewerken als SQL-statements in het dialoogvenster Uitgebreid SQL-filter.Zie De SQL-statements maken en bewerken voor een kolomfilter in een analyse voor meer informatie over deze optie.
Wanneer u de criteria van het filter hebt opgegeven, klikt u op OK.
Sla het filter op een van de volgende manieren op:
Vanuit de Analyse-editor kunt u op Analyse opslaan klikken om het filter op te slaan als een inlinefilter.
Vanuit de Filtereditor kunt u op Filter opslaan klikken om het filter op te slaan als een benoemd filter.
Zie Objecten opslaan als inline of benoemd voor meer informatie.