Hoofd-detailkoppeling van weergaven maakt het mogelijk om een relatie tussen twee of meer weergaven tot stand te brengen waarbij één weergave, de hoofdweergave genoemd, wijzigingen in gegevens in een of meer andere weergaven, detailweergaven genoemd, aanstuurt.
Stel dat u de volgende twee weergaven hebt:
Een tabel waarin 'Dollars' per 'Region' wordt getoond
Een grafiek waarin 'Dollars' per 'Brand' wordt getoond met 'Region' op een sectieschuifregelaar
Met behulp van de functie voor hoofd-detailkoppeling kunt u de twee weergaven koppelen. Dankzij deze koppeling wordt, wanneer u klikt op een bepaalde regio in de tabel, die regio ingesteld op de sectieschuifregelaar. Ook worden in de grafiek de gegevens voor die regio weergegeven. Als u bijvoorbeeld in de afbeelding klikt op 'APAC' in de kolom 'D50 Region' in de tabel, wordt de sectieschuifregelaar op 'APAC' ingesteld en worden de gegevens in de grafiek bijgewerkt voor 'APAC'.
Een hoofdweergave stuurt wijzigingen in gegevens in een of meer detailweergaven aan.
Een weergave wordt een hoofdweergave wanneer u de interactie van een kolom in de weergave zo instelt dat hoofd-detailevents worden verstuurd via bepaalde kanalen. Deze kolom wordt de hoofdkolom genoemd.
De hoofdkolom is de kolom waarvan de waarden zorgen voor verzending van een hoofd-detailevent wanneer u erop klikt. Door middel van het event wordt doorgegeven dat de gegevens in een detailweergave moeten worden bijgewerkt.
De volgende typen weergaven kunnen worden ingesteld als hoofdweergave:
Trechtergrafiek
Datameter
Grafiek
Warmtematrix
Kaart
Draaitabel
Tabel
Trellis (alleen de buitenranden, niet de subvisualisaties)
Een hoofdweergave kan zich bevinden in dezelfde analyse als de detailweergave of in een andere analyse. Een hoofdweergave kan het bijwerken van gegevens in een of meer detailweergaven aansturen.
Hoofd-detailevents die zijn geconfigureerd op de kolommen op de rij- of kolomrand (de legenda of groepslabels) van een grafiek of datameter zijn zichtbaar op het corresponderende gegevensitem van de weergave (als erop wordt geklikt). Dit geldt ook voor events die zijn ingesteld voor de eenheid die met het gegevensitem correspondeert.
Elk kolomtype, hiërarchisch, attribuut of eenheid, kan een hoofdkolom zijn.
De hoofdkolom kan echter niet worden weergegeven aan de paginarand of op de sectieschuifregelaar in de hoofdweergave. Deze kolom moet worden weergegeven in het hoofdgedeelte van de weergave.
Opmerking:
Hiërarchische kolommen kunnen hoofdkolommen zijn, maar als een gebruiker klikt op een hiërarchieniveau, wordt een wijziging alleen doorgevoerd in de detailweergave als dat niveau daar ook is uitgevouwen.Wanneer een hoofd-detailevent wordt geïnitieerd, wordt de definitie doorgegeven van de cel (of het item) in de hoofdweergave waarop is geklikt.
Welke informatie precies wordt doorgegeven met behulp van hoofd-detailevents, is afhankelijk van het type kolom:
Voor een attribuutkolom wordt de waarde waarop is geklikt doorgegeven samen met de contextinformatie links van en boven het aslid.
Als bijvoorbeeld in de afbeelding de attribuutkolom 'D51 Area' de hoofdkolom is en u klikt op 'Central' (blauw gemarkeerd), wordt de volgende hoofd-detaileventinformatie doorgegeven: 'D50 Region = AMERICAS' en 'D51 Area = Central'.
Voor een grootheidkolom wordt alle contextinformatie voor de gegevenswaarde doorgegeven.
Als bijvoorbeeld in de volgende afbeelding de grootheidkolom '1 - Revenue' de hoofdkolom is en u klikt op '1.113.286' (blauw gemarkeerd), wordt de volgende hoofd-detaileventinformatie doorgegeven: 'D50 Region = AMERICAS', 'D51 Area = North America' en 'T05 Per Name Year = 2012'.
De hoofd-detaileventinformatie definieert de positie van een paginarand of sectieschuifregelaar in een detailweergave.
Een kanaal koppelt een hoofdweergave aan een detailweergave.
Het is de weg waarlangs de hoofd-detailevents worden overgebracht van de hoofdweergave naar de detailweergave. De hoofd- en detailweergave in een hoofd-detailrelatie moeten hetzelfde kanaal gebruiken, bijvoorbeeld Kanaal1. De naam van het kanaal is hoofdlettergevoelig.
Een detailweergave is een weergave die 'luistert naar' en reageert op hoofd-detailevents die worden verstuurd door een hoofdweergave via een bepaald kanaal.
Een weergave wordt een detailweergave wanneer u instelt dat de weergave moet 'luisteren' naar hoofd-detailevents.
Een detailweergave bevat een of meer kolommen waarvan de waarden rechtstreeks worden gewijzigd door de informatie die wordt doorgegeven met behulp van een hoofd-detailevent. Deze kolommen worden detailkolommen genoemd. Een detailkolom moet:
Zich bevinden aan de paginarand of op de sectieschuifregelaar van de detailweergave. Het type weergave bepaalt of een detailkolom wordt weergegeven aan de paginarand of op de sectieschuifregelaar:
Bij draaitabellen en tabellen moet de detailkolom zich bevinden aan de paginarand.
Bij grafieken en datameters kan de detailkolom zich bevinden aan de paginarand of op de sectieschuifregelaar.
Opmerking:
Als een detailkolom zich op een sectieschuifregelaar bevindt en er een paginarand is, wordt de detailkolom niet bijgewerkt met de informatie in het hoofd-detailevent. Als de informatie in het event bijvoorbeeld 'D50 Region=AMERICAS' en 'T05 Per Name Year=2009' is, en 'Region' zich aan de paginarand van de detailweergave bevindt en 'Years' op de sectieschuifregelaar, wordt alleen 'Region' bijgewerkt.Overeenkomen met een kolom in de hoofdweergave.
Wanneer een detailweergave meerdere detailkolommen bevat, wordt geluisterd naar en gereageerd op hoofd-detailevents op meerdere kanalen.
De volgende typen weergaven kunnen worden ingesteld als detailweergave:
Trechtergrafiek
Datameter
Grafiek
Warmtematrix
Kaart
Draaitabel
Tabel
Trellis (alleen de buitenranden, niet de subvisualisaties)
Voor een detailweergave geldt het volgende:
Kan luisteren naar hoofd-detailevents van meerdere hoofdweergaven
Kan zich in dezelfde analyse bevinden als de hoofdweergave, of in een andere analyse
Kan niet fungeren als hoofdweergave voor een andere weergave
Wanneer een hoofdweergave en een detailweergave zijn gekoppeld en een gebruiker klikt op een cel (of item) in de hoofdkolom, wordt een hoofd-detailevent gegenereerd op het aangewezen kanaal en wordt de informatie in het hoofd-detailevent doorgegeven aan de detailweergave.
De detailweergave (die luistert naar hoofd-detailevents op het aangewezen kanaal) ontvangt de event en de informatie in het event. De informatie in het hoofd-detailevent wordt beoordeeld om vast te stellen welke kolom in deze informatie overeenkomt met de detailkolom. Als er een overeenkomst wordt gevonden, wordt de detailkolom bijgewerkt met de kolomwaarden in de informatie in het hoofd-detailevent en wordt de volledige detailweergave vernieuwd.
Opmerking:
Als een hoofdkolom zich bevindt op een sectieschuifregelaar, wordt een detailweergave die in eerste instantie niet zichtbaar is, pas bijgewerkt en vernieuwd als de weergave zichtbaar wordt doordat u schuift. Zie Sectieschuifregelaars definiëren in grafieken, datameters en trechters voor meer informatie over sectieschuifregelaars.Zie Voorbeeld van een tabel en grafiek die zijn gekoppeld met behulp van een hoofd-detailrelatie voor een voorbeeld van de procedure voor hoofd-detailkoppeling van weergaven.