U kunt diverse taken uitvoeren voor voorwaarden.
U kunt de volgende taken uitvoeren voor voorwaarden die in actiekoppelingen op dashboardpagina's worden gebruikt:
Voorwaarden bewerken
Voorwaarden testen om te zien of de voorwaarden worden geëvalueerd als waar of niet waar
Inlinevoorwaarden opslaan in de catalogus als benoemde voorwaarden en benoemde voorwaarden onder een andere naam opslaan in de catalogus
Voorwaarden verwijderen
Ga als volgt te werk om een voorwaarde die in een actiekoppeling op een dashboardpagina wordt gebruikt, te bewerken, te testen, op te slaan of te verwijderen:
Bewerk de dashboardpagina die de actiekoppeling bevat.
Houd de muiswijzer boven het actiekoppelingsobject in het gebied 'Paginalay-out'. U ziet de werkbalk voor het actiekoppelingsobject. Klik op de knop Eigenschappen. Als de actiekoppeling zich in het menu van een actiekoppeling bevindt, gaat u als volgt te werk:
Houd de muiswijzer boven het menu van het actiekoppelingsobject in het gebied 'Paginalay-out'. U ziet de werkbalk voor het menu van het actiekoppelingsobject. Klik op de knop Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen menu actiekoppeling wordt weergegeven.
Selecteer de actiekoppeling die de voorwaarde bevat en klik op de knop Bewerken.
Het dialoogvenster Eigenschappen actiekoppeling wordt weergegeven.
Klik op de knop Meer rechts van het veld Voorwaarde en ga als volgt te werk:
U kunt een voorwaarde bewerken door Voorwaarde bewerken te selecteren om het dialoogvenster Voorwaarde bewerken weer te geven waarin u de gewenste wijzigingen kunt aanbrengen. Zie De instellingen voor voorwaarden opgeven voor meer informatie over het invullen van het dialoogvenster 'Voorwaarde bewerken'.
Als u een voorwaarde wilt testen, selecteert u Voorwaarde testen. De evaluatieresultaten worden weergegeven.
Als u een inlinevoorwaarde wilt opslaan in de catalogus in de vorm van een benoemde voorwaarde, selecteert u Voorwaarde opslaan als om het dialoogvenster Opslaan als weer te geven.
Als u een voorwaarde wilt verwijderen, selecteert u Voorwaarde verwijderen.
Klik op OK in het dialoogvenster Eigenschappen actiekoppeling.
Als de actiekoppeling is opgenomen in een actiekoppelingmenu, klikt u op OK in het dialoogvenster Eigenschappen menu actiekoppeling.
Sla het dashboard op.