Naast kolomprompts kunt u valutaprompts, afbeeldingsprompts en variabeleprompts maken.
De volgende lijst bevat informatie over deze prompttypen.
Zie Wat zijn kolomprompts? voor informatie over kolomprompts.
Valutaprompt: een valutaprompt biedt de gebruiker de mogelijkheid om het type valuta te wijzigen dat wordt weergegeven in de valutakolommen in een analyse of dashboard. Stel bijvoorbeeld dat een analyse het verkooptotaal bevat voor een bepaalde regio in Canadese dollars. Omdat de gebruikers die de analyse bekijken zich in de Verenigde Staten bevinden, kunnen zij de valutaprompt van Canadese dollars in Amerikaanse dollars wijzigen. De selectielijst van de valutaprompt wordt gevuld met de valutavoorkeuren uit het tabblad 'Voorkeuren' in het dialoogvenster 'Mijn account'. De optie 'Valutaprompt' is alleen beschikbaar als het bestand userpref_currencies.xml door de beheerder is geconfigureerd zoals beschreven in Valutaopties configureren in System Administrator's Guide for Oracle Business Intelligence Enterprise Edition. Zie Valutaprompts maken voor meer informatie over het maken van valutaprompts.
Afbeeldingsprompt: een afbeeldingsprompt biedt een afbeelding waarop gebruikers kunnen klikken om waarden te selecteren voor een analyse of dashboard. In een verkooporganisatie kunnen gebruikers bijvoorbeeld op hun regio's klikken vanuit een afbeelding of kaart om verkoopgegevens te bekijken, of op een productafbeelding klikken om verkoopgegevens over dat product te bekijken. Als u weet hoe u de HTML <map>-tag gebruikt, kunt u een afbeeldingstoewijzingdefinitie maken. Zie Afbeeldingsprompts maken voor meer informatie over het maken van afbeeldingsprompts.
Variabeleprompt: een variabeleprompt biedt de gebruiker de mogelijkheid om een waarde die is opgegeven in de variabeleprompt voor weergave op het dashboard te selecteren. Een variabeleprompt is niet afhankelijk van een kolom, maar kan wel gebruikmaken van een kolom. U kunt variabeleprompts bijvoorbeeld gebruiken om de gebruiker toe te staan om bestaande gegevens op te geven om verkoopprojecties uit te voeren. U kunt bijvoorbeeld een variabeleprompt met de naam 'Verkoopverwachtingen' maken en de variabelepromptwaarden opgeven als 10, 20 en 30 procent. Vervolgens maakt u een analyse die de kolommen 'Regio' en 'Dollars' bevat. Binnen de formule van de kolom 'Dollars' selecteert u de vermenigvuldigingsoperator en voegt u de variabele 'Verkoopverwachting' in. Wanneer gebruikers deze analyse uitvoeren, kunnen ze een percentage selecteren op basis waarvan de kolom 'Dollars' opnieuw moet worden berekend. Zie Variabeleprompts maken voor meer informatie over het maken van variabeleprompts.