U kunt prompts op verschillende manieren combineren en met elkaar verbinden om dashboards en rapporten te maken waarmee gebruikers precieze, betekenisvolle gegevens kunnen opvragen.
Door prompts te combineren en met elkaar te verbinden, kunt u opgeven hoe dashboardprompts interactief zijn met analyseprompts. Valutaprompts en variabeleprompts kunnen niet met elkaar worden gecombineerd of verbonden.
U kunt bijvoorbeeld analyse A maken die informatie bevat over de hoeveelheid producten die per regio zijn verkocht en aan de kolom met de regio de optie Is beveiligd toevoegen en vervolgens een regioprompt toevoegen. U kunt vervolgens analyse B maken die informatie bevat over verkoper per regio en analyse C die informatie bevat over plaats per regio. Vervolgens kunt u een dashboardprompt maken en opslaan voor de regio. Wanneer u een dashboard maakt en analysen A, B en C en de dashboardprompt regio toevoegt en het dashboard uitvoert, stuurt de dashboardprompt alleen aan wat in analysen B en C wordt weergegeven. In dit scenario maakt analyse A geen gebruik van de regiowaarde die in de dashboardprompt is opgegeven, omdat u de regiokolomwaarde van analyse A hebt ingesteld op Is beveiligd. De enige manier waarop analyse A een promptwaarde accepteert, is daarom als de gebruiker een promptwaarde opgeeft in de promptvelden van regio A.
U kunt prompt op verschillende manieren combineren en met elkaar verbinden. Deze tabel bevat een beschrijving van elke methode.
Verbindingsmethode | Beschrijving |
---|---|
Automatisch verbinden |
Bij de functie voor automatisch verbinden van Oracle BI Enterprise Edition wordt aangenomen dat u een functionerende prompt wilt maken voor de kolom en daarom wordt de prompt geactiveerd en toegepast. De functie voor automatisch verbinden wordt door Oracle BI EE toegepast wanneer u een analyse maakt en een kolomprompt of afbeeldingsprompt toevoegt. De filteroperator wordt gevraagd wordt niet vereist door deze methode voor automatisch verbinden. Elk onbeveiligd filter kan worden gebruikt. Als de filteroperator wordt ingesteld op wordt gevraagd, krijgt u een preciezer beheerniveau tussen prompts en filters dan met de methode voor automatisch verbinden. Zie de rij 'Filteroperator is ingesteld op wordt gevraagd' in deze tabel voor meer informatie. |
Beperkte prompts |
Gebruik deze methode met verschillende kolommen in een prompt om de keuze van de gebruiker te beperken op basis van volgende keuzen. Beperkte prompts kunnen worden ingesteld in het dialoogvenster 'Promptopties' om aan te geven welke prompts de keuzes beperken. Als één kolom bijvoorbeeld filtert op regio en de volgende kolom filtert op plaats, kan de plaatskolom worden beperkt om alleen plaatsen in de geselecteerde regio weer te geven. |
Filteroperator is ingesteld op wordt gevraagd |
Gebruik deze methode om complexe prompts samen te stellen die interactief zijn met filters. Wanneer u deze methode gebruikt, hebt u volledige controle over hoe de dashboardprompts, inlineprompts en filters op de ingesloten analyse worden toegepast. |
Optie 'Selectiestappen overschrijven met prompt' |
Gebruik deze methode om een analyse- of dashboardkolomprompt te gebruiken om de gegevenskeuzen de bieden voor een specifieke lidselectiestap in een hiërarchische of attribuutkolom. Omdat u filters niet kunt gebruiken met hiërarchische kolommen, vormen selectiestappen de enige manier waarop u prompts met hiërarchische kolommen kunt gebruiken. Er kan maar één selectiestap per kolomselectiestap door een prompt worden overschreven. Alle selectiestappen voor en na de overschreven stap worden verwerkt zoals opgegeven. Zie Wat zijn filters en selectiestappen? en Werken met gegevensselecties voor meer informatie over selectiestappen. Zie Een selectiestap overschrijven met een kolomprompt voor meer informatie over het maken van een prompt die met selecties werkt. |
Beveiligde versus niet-beveiligde filters |
Gebruik deze methode om te bepalen of de dashboardprompt de waarde van de inlineprompt kan aanleveren wanneer de filterwaarde van de overeenkomende kolom op iets anders is ingesteld dan wordt gevraagd. De instelling voor beveiligd en niet-beveiligd filter kan worden gebruikt wanneer een dashboardprompt en inlineprompt zich in hetzelfde dashboard en beide prompts voor dezelfde kolom zijn gemaakt. Wanneer de filterwaarde van de kolom niet-beveiligd is, worden de resultaten van de analyse bepaald door de waarde van de dashboardprompt. Als de filterwaarde op iets anders is ingesteld dan op wordt gevraagd (bijvoorbeeld is gelijk aan/is in) en het filter is ingesteld op beveiligd, kunnen de rapportresultaten niet worden bepaald door de dashboardprompt. Zie 'Deelvenster Filters' voor meer informatie over het beveiligen van een filter. |