De werkmap neemt de eigenschappen over die u hebt ingesteld in Visualiseren. U kunt Presenteren gebruiken om op te geven hoe de werkmap wordt weergegeven aan de eindgebruiker en hoe deze navigeert door de werkmap en ermee omgaat.
Onderwerpen:
De navigatie door werkmapcanvassen opgeven in de presentatiemodus
De koptekstbalk van werkmappen tonen of verbergen in 'Presenteren'
Een afbeelding toevoegen aan de koptekst van een werkmap in 'Presenteren'
Opties voor zoombeheer van de werkmap opgeven in de presentatiemodus
De werkbalk van werkmappen tonen of verbergen in 'Presenteren'
De filterbalk van werkmappen tonen of verbergen in 'Presenteren'
De acties voor werkmapvisualisaties opgeven in 'Presenteren'
De uitlijning van de visualisatie van werkmapcanvassen wijzigen in 'Presenteren'
Alle werkmap- en canvasacties in 'Presenteren' in- of uitschakelen
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u de navigatieopties kiezen die het beste passen bij de wijze waarop u de gebruiker tussen de canvassen van de werkmap wilt laten navigeren.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, wordt de koptekstbalk van de werkmap standaard weergegeven. U kunt de koptekstbalk tonen of verbergen.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u opgeven welke naam u wilt tonen als de koptekst van de werkmap en hoe u de tekst van de koptekst wilt opmaken.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u de achtergrondkleur en transparantie van de koptekst van de werkmap aanpassen.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u een afbeelding uit een bestand of URL toevoegen aan de koptekst van de werkmap en opgeven hoe u de afbeelding wilt weergeven.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, wordt zoombeheer in de koptekstbalk van de werkmap standaard verborgen. U kunt ervoor kiezen zoombeheer voor alle canvassen te tonen of te verbergen.
Wanneer u een prestentatiestroom ontwerpt, kunt u de zoominstelling kiezen die standaard wordt gebruikt wanneer de gebruiker een canvas opent.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, wordt de werkbalk van de werkmap standaard getoond. U kunt aangeven of u de werkbalk van een werkmap al dan niet wilt tonen aan gebruikers.
U kunt opgeven welke werkbalkopties voor werkmappen u wilt tonen aan de gebruiker.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u de filterbalk van de werkmap tonen of verbergen.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u opgeven welke filteropties voor werkmappen u wilt aanbieden aan de gebruiker, bijvoorbeeld om filters toe te voegen of filterwaarden te wijzigen.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u afzonderlijke werkmapfilters verbergen of tonen.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u aangeven welke visualisatie-acties u beschikbaar wilt maken voor gebruikers in een werkmap. U kunt bijvoorbeeld opgeven dat de visualisatiewerkbalk van de werkmap items bevat voor sorteren, maximaliseren of toevoegen aan watchlist en dat het visualisatiemenu van de werkmap items bevat voor inzoomen, exporteren naar bestand, mailen of afdrukken, of het kopiëren van gegevens.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u bepalen waar de visualisaties worden getoond op de canvassen van de werkmap. Hierdoor kunt u de beste plaatsing van de visualisaties kiezen op basis van de schermgrootte en -resolutie van de eindgebruiker.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, zijn alle filterbalk- en visualisatie-acties standaard ingeschakeld. U kunt acties afzonderlijk uit- en inschakelen, maar u kunt ook de optie Volledige interactiviteit gebruiken om alle acties voor de canvassen van de werkmap uit of in te schakelen.
Wanneer u een presentatiestroom ontwerpt, kunt u aangeven of de filterwaarden die de eindgebruiker selecteert automatisch opnieuw worden toegepast wanneer de gebruiker de werkmap opnieuw opent.
Filter: selecteer dit voor het opnieuw toepassen van dashboardfilterselecties, visualisatiefilterselecties en eventuele visualisaties waarbij Gebruiken als filter is geactiveerd wanneer een gebruiker de werkmap opnieuw opent. Zie voor meer informatie: Informatie over filterpersonalisaties.
Parameter: selecteer dit voor het opnieuw toepassen van dashboardfilterselecties en visualisatiefilterselecties die parameters gebruiken als filterbesturingselementen wanneer een gebruiker de werkmap opnieuw opent. Zie voor meer informatie: Een parameter gebruiken als dashboardfilterbesturingselement.