Verbinding maken met Oracle Autonomous Data Warehouse

U kunt een verbinding met Oracle Autonomous Data Warehouse maken en de verbinding gebruiken om toegang tot gegevens te krijgen.

1. Als u verbinding wilt maken met behulp van een walletbestand met referenties (ook wel bekend als een wederzijdse TLS-verbinding), downloadt u de SSL-certificaten van Oracle Autonomous Data Warehouse.

   Zie voor meer informatie: Clientreferenties (wallets) downloaden in Oracle Autonomous Database Serverless gebruiken.

   Met behulp van het walletbestand met referenties wordt de communicatie tussen Oracle Analytics en Oracle Autonomous Data Warehouse beveiligd. Het walletbestand (bijvoorbeeld wallet_ADWC1.zip) dat u uploadt moet SSL-certificaten bevatten.

   Als u verbinding wilt maken zonder een walletbestand met referenties (ook wel bekend als een TLS-verbinding), slaat u stap 1 over en gaat u direct naar stap 2.

2. Klik op de Beginpagina op Maken en vervolgens op Verbinding.
3. Klik op Oracle Autonomous Data Warehouse.
4. Voer een gebruikersvriendelijke verbindingsnaam en beschrijving in.
5. Voor Versleutelingstype geldt het volgende:
   • Als u verbinding wilt maken zonder walletbestand met referenties, selecteert u TLS in Type codering en voert u een verbindingsstring in. Voer vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord van een gebruiker in Oracle Autonomous Data Warehouse in.
   • Als u verbinding wilt maken met behulp van een walletbestand met referenties, selecteert u Wederzijdse TLS in Type codering en klikt u vervolgens op Selecteren. Blader naar en selecteer het walletbestand met clientreferenties dat u van Oracle Autonomous Data Warehouse hebt gedownload (bijvoorbeeld wallet_ADWC1.zip) en voer vervolgens een servicenaam in. In het veld Clientreferenties wordt het bestand cwallet.sso weergegeven. Zie voor meer informatie: Naam van databaseservice selecteren voor Oracle Autonomous Data Warehouse.

     Tip: als u de verbinding met Oracle Autonomous Data Warehouse definieert met behulp van een instancewallet, wordt standaard de servicenaam met 'high' gebruikt. Wijzig de naam in 'low' of 'medium' om te voorkomen dat er beperkingen gelden voor het aantal gelijktijdige verbindingen.

6. Als u verbinding maakt met een externe database, klikt u op Externe gegevensverbinding gebruiken.
   Vraag de beheerder of u toegang hebt tot de externe database.
7. Als u gegevensmodelmakers in staat wilt stellen deze verbindingsgegevens te gebruiken, klikt u op System connection (Systeeminstelling). Zie voor meer informatie: Databaseverbindingsopties.
8. Geef onder Verificatie op hoe u de verbinding wilt verifiëren:
   • Altijd deze referenties gebruiken : Oracle Analytics gebruikt altijd de inlognaam en het wachtwoord dat u opgeeft voor de verbinding. Gebruikers wordt niet gevraagd in te loggen.
   • Gebruikers verplichten hun eigen gebruikersnaam en wachtwoord in te vullen: Oracle Analytics vraagt gebruikers hun eigen gebruikersnaam en wachtwoord in te vullen voor de gegevensbron. Gebruikers hebben alleen toegang tot de gegevens waarvoor ze de juiste toestemmingen, rechten en roltoewijzingen hebben.
9. Klik op Opslaan.