Filterpersonalisaties (voor auteurs)

De geselecteerde filterwaarden van een consument blijven behouden wanneer de consument een werkmap sluit en opnieuw opent. Zo kan de consument gemakkelijk het werk hervatten.

Standaard zijn personalisaties voor elke werkmap ingeschakeld. Als werkmapauteur kunt u de presentatiestroom van de werkmap bijwerken om aan te geven of de filterwaarden intact blijven wanneer de gebruiker de werkmap opnieuw opent. Zie voor meer informatie: De personalisatie-opties opgeven in de presentatiemodus.

Opmerking:

Beheerders kunnen werkmappersonalisatie voor de hele organisatie deactiveren met behulp van de systeeminstelling Personalisatie in werkmappen activeren. Zie voor meer informatie: Systeeminstellingen: personalisatie in werkmappen activeren.

Consumenten personaliseren filters door de filterwaardeselecties te wijzigen voor filters en selectiestappen die voor hen beschikbaar zijn. Dit omvat dashboardfilters, visualisatiefilters, het gebruik van visualisaties als filters, parameters als filterbesturingselementen en parameters die aan dashboardfilters zijn gebonden. Filterpersonalisaties zijn niet van toepassing op items in de filterbalk. Als auteur bepaalt u welke filters en filterfunctionaliteiten beschikbaar zijn voor consumenten. Zie voor meer informatie: Werkmapeigenschappen instellen in de presentatiemodus, Canvaseigenschappen instellen in de presentatiemodus en Interactiviteit van consumenten bepalen voor selectiestappen.

Consumenten kunnen een werkmap zodanig configureren dat deze altijd in een specifieke status wordt geopend. Ze kunnen er ook voor kiezen welke status moet worden toegepast nadat ze de werkmap hebben geopend.

De volgende werkmapstatuswaarden zijn beschikbaar:
  • Oorspronkelijke status: dit is de status waarin u de werkmap, als auteur hiervan, voor het laatst hebt opgeslagen.
  • Laatste status: dit is de status van de werkmap toen de consument voor het laatst filterpersonalisaties heeft aangebracht.
  • Aangepaste status: dit is een status die de gebruiker maakt om een werkmap op te slaan met de gewenste filterselecties.
Statuswaarden van werkmappen worden automatisch als volgt opgeschoond voor een consumenteninstance:
  • Elke 90 minuten: de minst gebruikte aangepaste statuswaarden wanneer er meer dan 15 aangepaste statuswaarden zijn.
  • Voor zover van toepassing: alle statuswaarden die het afgelopen jaar niet zijn gebruikt.

Houd er rekening mee dat als u een filter of selectiestap voor de werkmap deactiveert of verwijdert, dit gevolgen heeft voor de personalisaties van een consument. Dit houdt in dat de aangepaste statuswaarden mogelijk niet meer werken.

Opmerking:

Als u de naam van een werkmap wijzigt of deze naar een andere catalogusmap verplaatst, gaan de statuswaarden van een aangepaste werkmap verloren.

Voor informatie over het delen van een werkmap-URL die gebruikers kunnen gebruiken om de werkmap met permanente, specifieke filterselecties weer te geven, zie Een werkmap-URL delen met permanente filterwaarden.