20 Documenten indexeren

Alle pagina's van een document hebben dezelfde metagegevenswaarden. Als u één pagina van een document indexeert, worden dus alle andere pagina's ook geïndexeerd. In het documentdeelvenster zijn de documenten in een batch visueel van elkaar gescheiden door een lichtgekleurde balk. In het batchdeelvenster staan documenten onder de bijbehorende batch. Als het geselecteerde clientprofiel wordt geconfigureerd voor indexering, worden metagegevensvelden in het deelvenster linksonder weergegeven wanneer u een document in het batchdeelvenster selecteert. Om de leesbaarheid te bevorderen kunt u de lettertypegrootte van de metagegevensvelden aanpassen in het dialoogvenster 'Voorkeuren'.

Voor metagegevensvelden kunnen invoermaskers, invoeropmaak, keuzelijsten of activumreferenties worden gebruikt om de invoer te standaardiseren.

Een invoermasker of filter bepaalt wat u in het metagegevensveld kunt invoeren. Een masker kan bijvoorbeeld voorschrijven dat u wel numerieke maar geen alfanumerieke tekens in het veld mag typen of dat u maximaal vier tekens mag invoeren. Als u een teken typt dat niet overeenkomt met het masker, hoort u een piep en wordt de invoer niet geaccepteerd. Zo wordt in het metagegevensveld met de naam Factuurnummer mogelijk een invoermasker gebruikt waarmee de invoer uitsluitend uit getallen van 7 cijfers kan bestaan.

Een metagegevensveld kan een indeling hebben waarin de invoerwaarden op dezelfde manier worden weergegeven. Wanneer u naar een ander metagegevensveld gaat, wordt de gegevensweergave zo nodig gewijzigd zodat deze overeenkomt met de weergave-indeling. Een vermelding in een datumveld kan bijvoorbeeld worden gewijzigd om een standaarddatumnotatie weer te geven. De metagegevenswaarde wordt niet gewijzigd.

Een veld met een keuzelijst bevat een lijst met waarden waaruit u kunt kiezen. Als het is toegestaan voor uw clientprofiel, kunt u via een keuzelijst een waarde invoeren in plaats van selecteren. Keuzelijstvelden kunnen afhankelijk zijn. In dat geval bepaalt één selectie in een keuzelijstveld (het bovenliggende veld) de keuzen die worden weergegeven in een afhankelijk keuzelijstveld (het onderliggende veld).

Documenten indexeren op metagegevens

Ga als volgt te werk om documenten te indexeren op metagegevens:
  1. Selecteer een document in het deelvenster Batch of op een van de bijbehorende miniatuurpagina's in het deelvenster Document.
    Het metagegevensdeelvenster wordt in het deelvenster linksonder weergegeven. Sommige metagegevensvelden kunnen al automatisch ingevulde waarden bevatten.
  2. Selecteer in het veld Documentprofiel een documentprofiel dat overeenkomt met het type document dat u wilt indexeren.

    Als u bijvoorbeeld een klantorderdocument wilt indexeren, wilt u misschien een documentprofiel met de metagegevensvelden 'Klantnummer', 'Klantnaam' en 'Order' selecteren.

  3. Vul de verplichte metagegevensvelden in.
  4. Herhaal stap 1 tot en met 3 om elk document in een batch te indexeren.

Documenten indexeren op activumreferentiewaarde

  1. Plaats in het metagegevensdeelvenster de cursor in een metagegevensveld waarvoor een activumreferentie is geconfigureerd.

    De knop Activumreferentie is actief wanneer u een activumzoekopdracht uitvoert op het geselecteerde metagegevensveld.

  2. Voer de te matchen waarde in. (Voor numerieke velden zijn vaak exacte waarden vereist.)

    In bepaalde gevallen hoeft u, als het clientprofiel dit ondersteunt, alleen de eerste paar tekens van de te matchen waarde in te voeren. Voer bijvoorbeeld in een metagegevensveld met de naam Bedrijf de waarde Nieuw in om naar records te zoeken waarvan de veldnaam 'Bedrijf' begint met Nieuw. De weergave van referentieresultaten kan echter lang duren wanneer u gedeeltelijke waarden invoert met veel te retourneren records.

  3. Klik op Activumreferentie.

    Het dialoogvenster 'Activumreferentieresultaten' wordt weergegeven als er meerdere records zijn gevonden. Als er één record is gevonden, worden automatisch een of meer velden met waarden gevuld zonder dat er een lijst met resultaten wordt weergegeven.

  4. Selecteer een overeenkomend record in de referentieresultaten en klik op Selecteren om de waarden in de metagegevensvelden vanuit de repository te vullen. (U kunt ook op een record dubbelklikken om het te selecteren.)