21 Batches beheren

Door het clientprofiel is mogelijk een standaardprioriteit en -status aan een batch toegewezen. U kunt aan de batch een prioriteitsgetal toewijzen van 0 tot 10, waarbij 10 de hoogste prioriteit aangeeft. U kunt ook een status aan een batch koppelen vanuit de beschikbare statusopties. Op dezelfde manier kunt u een notitie aan een batch koppelen, als herinnering of om andere gebruikers te waarschuwen die mogelijk aan de batch werken. U kunt bijvoorbeeld een notitie invoeren om aan te geven dat een pagina ontbreekt in een opgegeven document in de batch.

1. Selecteer een batch in het batchdeelvenster.

   De batchgegevens worden in het rechterdeelvenster weergegeven. De velden Prioriteit, Status en Batchnotities zijn bewerkbaar als de batch is vergrendeld voor u.

2. Voer zo nodig de volgende acties uit:
   1. Selecteer in het veld Prioriteit een nieuw prioriteitsgetal tussen 0 en 10.
   2. Selecteer een nieuwe status in het veld Status.
   3. In het veld Batchnotities kunt u tekst invoeren, wijzigen of verwijderen.
3. Klik op Toepassen.
   De wijzigingen worden weergegeven in de lijst van het deelvenster 'Batch'.

Een clientprofiel kan meerdere vrijgaveprocessen bevatten. Kies het vereiste vrijgaveproces uit de lijst als u een batch wilt vrijgeven.

1. Selecteer een of meer batches in het deelvenster Batch.
2. Als het clientprofiel meerdere processen bevat, selecteert u in de dropdownlijst rechts van een vrijgaveproces en klikt u vervolgens op . Ook kunt u in het deelvenster Batch met de rechtermuisknop op een of meer batches klikken, de optie Batch vrijgeven selecteren en vervolgens een van de vrijgaveprocesopties kiezen die voor u zijn geconfigureerd. Deze opties zijn ook beschikbaar als u een of meer documenten in een batch selecteert in het deelvenster 'Batch'.

   Er wordt een balk over de batchnaam weergegeven en deze verschuift naar rechts om aan te geven hoe ver de vrijgave gevorderd is. Tijdens de vrijgave kunt u andere batches en documenten selecteren om mee te werken.

   Opmerking:

   Vrijgegeven batches worden periodiek vernieuwd als u de clientvoorkeur Batches automatisch vernieuwen activeert.

3. Klik desgewenst op Batchlijst vernieuwen om de nieuwe staat van de batch weer te geven. Zodra het vrijgeven is voltooid, kan het volgende gebeuren:

   • De batch verdwijnt uit het batchdeelvenster, zoals bij een geslaagde vastleggingsbewerking.

   • Het pictogram van de batch geeft een verwerkingsindicator weer, die aangeeft dat de batch verder wordt verwerkt.

   • Het pictogram van de batch geeft een foutindicator weer, die aangeeft dat in een of meer bijbehorende documenten een fout is opgetreden.

1. Klik in het deelvenster Batch op Zoeken.
2. Klik in het dialoogvenster Batchzoekcriteria op Criteria wissen en klik vervolgens op OK.

   In het batchdeelvenster wordt de lijst niet langer gefilterd op zoekcriteria.

Er kunnen fouten optreden wanneer u met batches werkt en deze vrijgeeft. Veel voorkomende fouten kunt u met behulp van de aanwezige foutenuitleg mogelijk zelf oplossen. In andere gevallen moet u wellicht contact opnemen met de procedurebeheerder en de batchnaam en fout doorgeven die worden vermeld.

1. Klik in het deelvenster Batch met de rechtermuisknop op een batch met een waarschuwingsteken. Dit teken geeft aan dat er fouten zijn opgetreden voor de batch.
2. Kies Batchfouten weergeven in het contextmenu.
   Het dialoogvenster 'Fouten in batchverwerking' wordt weergegeven.
3. Selecteer elke rij in het dialoogvenster Fouten in batchverwerking om de fouten voor elk document te bekijken.
   De foutmeldingen worden weergegeven in het vak Bericht.
4. Klik op Sluiten nadat u de fouten hebt bekeken.