Sites maken

Als u een site wilt maken, selecteert u een sjabloon, geeft u een naam op voor de site en voegt u inhoud toe. Als beheer actief is, moet u uw siteaanvraag versturen voordat u inhoud kunt toevoegen. Nadat de site is goedgekeurd, voegt u inhoud toe.

1. Klik op Sites.
2. Klik op Maken.
3. Selecteer op de pagina Sjabloon kiezen de sjabloon voor uw site.
   • Als beheer actief is, wordt met de sjabloon bepaald of de site die u maakt een standaardsite (er wordt geen activumrepository of lokalisatiepolicy voor gebruikt) of een ondernemingssite (er wordt een activumrepository en lokalisatiepolicy voor gebruikt) is.
4. Op de pagina Site configureren kunt u zien welke goedkeuring er nodig is om de site te maken, en wat het minimale vereiste beveiligingsniveau voor de site en voor afbeeldingen van de sitepagina's is. Als goedkeuring is beperkt tot specifieke personen, klikt u op Fiatteurs tonen om te bekijken wie uw siteaanvraag kan goedkeuren.
   • Als beheer niet actief is, selecteert u Standaard of Onderneming voor het type site dat u wilt maken.
   • Als u een standaardsite maakt, klikt u op Volgende om naar de volgende pagina te gaan.
   • Als u een ondernemingssite maakt, voert u de volgende stappen uit:
   1. Kies de repository waarmee de inhoud voor de site standaard wordt beheerd. Als u repositorybeheerder bent en er geen repository beschikbaar is of als u een nieuwe repository wilt gebruiken, selecteert u Een nieuwe repository maken en voert u de stappen uit om een repository te maken. Zie Een site toegang verlenen tot meerdere repository's in Activa beheren met Oracle Content Management voor informatie over het gebruik van meerdere repository's in een site.
   2. Selecteer een lokalisatiepolicy voor de site. Als u repositorybeheerder bent en er geen policy beschikbaar is of als u een nieuwe policy wilt gebruiken selecteert u Een nieuwe policy maken en voert u de stappen uit om een policy te maken.
   3. Als voor de lokalisatiepolicy van de sjabloon geen standaardtaal is ingesteld, moet u er nu een selecteren. U ziet alleen de talen die zijn vereist in de lokalisatiepolicy.
   4. Klik op Volgende om naar de volgende pagina te gaan.
5. Voer op de pagina Details toevoegen de volgende gegevens in.
   • Voer een naam in voor de site. De naam wordt gebruikt in de site-URL. U kunt kleine letters, cijfers, onderstrepingstekens (_) en streepjes (-) gebruiken. De URL is hoofdlettergevoelig. Als u een spatie invoert, wordt deze automatisch vervangen door een streepje. Gebruik niet de naam van een bestaande site, maar dan met andere hoofdletters of kleine letters. Als er bijvoorbeeld een site bestaat met de naam ABC, mag u geen andere site maken met de naam Abc.

     Opmerking:

     Gebruik niet de volgende namen voor sjablonen, thema's, componenten, sites of sitepagina's: authsite, content, pages, scstemplate_*, _comps, _components, _compsdelivery, _idcservice , _sitescloud, _sitesclouddelivery, _themes, _themesdelivery. De volgende namen kunt u wel gebruiken voor sitepagina's, maar niet voor sjablonen, thema's, componenten of sites: documents, sites.

   • Als u een ondernemingssite maakt, is het op basis van de sjabloonpolicy mogelijk toegestaan dat u het standaardsiteprefix voor leesbare URL-waarden bewerkt. Dit prefix wordt toegevoegd aan de slugwaarden van de inhouditems (het deel van de URL dat specifiek is voor de pagina of het activum).
   • Voer desgewenst een beschrijving voor de site in.
   • Voer desgewenst een reden in voor deze siteaanvraag. Dit helpt de sitebeheerder bepalen of de aanvraag moet worden goedgekeurd.
6. Klik op Voltooien.