Werken met meerdere inlogdomeinen

Als een gebruiker bij het werken met Oracle Smart View for Office (Mac and Browser) meerdere applicatiedomeinen opent, dan voegt de servicebeheerder alle vereiste domein-URL's aan het manifestbestand toe.

Naast informatie over de Smart View gebruikersinterface voor Excel op een Mac of in een browser (zoals beschreven in Over het manifestbestand) bevat het manifestbestand ook informatie over de applicatiedomeinen waartoe gebruikers toegang hebben, beschikbaar via de velden Domein-URL en Applicatiedomeinen:

  • Domein-URL: deze wordt gebruikt om inlogdomein-URL's toe te voegen wanneer er meerdere inlogdomeinen zijn geconfigureerd. Nadat deze zijn toegevoegd, worden de aanvullende inlogdomeinen vermeld in Applicatiedomeinen.

  • Applicatiedomeinen: dit veld bevat de URL voor het standaardinlogdomein, afgeleid van de invoer in Server-URL. Als uw omgeving meerdere inlogdomeinen gebruikt, ziet u hier de aanvullende domeinen die u hebt toegevoegd in Domein-URL.

In Figure 3-2 wordt het deel van de pagina Manifestbestand maken gemarkeerd met de velden Domein-URL en Applicatiedomeinen.

Figure 3-2 Velden 'Domein-URL' en 'Applicatiedomeinen' op de pagina 'Manifestbestand maken'

Hier worden de velden 'Domein-URL' en 'Applicatiedomeinen' op de pagina 'Manifestbestand maken' gemarkeerd.

In het veld Server-URL wordt de URL weergegeven voor de server waar u bent ingelogd toen u de pagina Manifestbestand maken opende. Dit veld is alleen-lezen. Het voorbeeld in Figure 3-2 toont algemene URL-syntaxis.

Voer in het veld Domein-URL aanvullende gegevens voor de applicatie-inlog-URL in, zoals beschreven in 4 in Het manifestbestand maken en opslaan.

Als u zich in een OCI-omgeving met Oracle Identity Cloud Service (IDCS) bevindt, voegt u de IDCS-URL als een domein-URL toe met behulp van de volgende syntaxis:

https://idcs-<instanceID>.identity.oraclecloud.com

Note:

Als er onder Applicatiedomeinen geen domein-URL's staan vermeld, dan wordt een browsersessie met een onbekende domeinfout gestart en kan Smart View niet worden aangemeld.

Na het toevoegen worden de aanvullende applicatiedomein-URL's en de IDCS-URL (indien van toepassing) in het veld Applicatiedomeinen weergegeven, zoals getoond in de voorbeelden in Figure 3-3 en Figure 3-4.

Figure 3-3 Veld 'Applicatiedomeinen' met aanvullende domein-URL's


Het veld 'Applicatiedomeinen' met drie inlog-URL's, de standaard-URL en twee aanvullende inlog-URL's

Figure 3-4 Veld 'Applicatiedomeinen' voor OCI-omgeving met aanvullende domein-URL en IDCS-URL


Het veld 'Applicatiedomeinen' met twee inlog-URL's, de standaard-URL en één aanvullende inlog-URL, en de IDCS-URL