Het viewsoort en de weergavestijl definiëren

Als u een view aanmaakt, definieert u het viewsoort en de weergavestijl. Dit doet u slechts eenmaal, tijdens het maken van de view. Als de view is gemaakt, kunt u deze twee instellingen niet meer bewerken.

Ga als volgt te werk om het viewsoort en de weergavestijl te definiëren:

  1. Roep View-ontwerper op, als u dat nog niet hebt gedaan (zie View-ontwerper starten).
  2. Selecteer in Viewsoort het soort view dat u aanmaakt:
    • Tabel

    • Draaitabel, de standaardoptie

    • Lijndiagram

    • Staafdiagram

    • Kolomdiagram

    • Vlakdiagram

    • Cirkeldiagram

    • Spreidingsdiagram

    • Gestapelde kolomdiagram

    Uw selectie bepaalt welke opties beschikbaar zijn in Weergavestijl plus de velden in het lay-outgebied.

    Opmerking:

    U kunt deze selectie niet wijzigen bij het bewerken van de view in Oracle Smart View for Office of Oracle Business Intelligence Enterprise Edition.

  3. Selecteer in Weergavestijl een Viewsoort en een Weergavestijl-optie uit Tabel 28-1.

    De weergavestijl bepaalt hoe de view in Excel wordt ingevoegd.

    Opmerking:

    U kunt deze selectie niet wijzigen bij het bewerken van de view in Smart View of Oracle BI EE.

    Tabel 28-1 Geselecteerd viewsoort en de beschikbare weergavestijl

    Geselecteerd viewsoort Beschikbare weergavestijl

    Tabel

    Excel-tabel

    Tabel

    Draaitabel (standaard) ***

    Excel-draaitabel (standaard)

    Draaitabel

    Lijndiagram

    Staafdiagram

    Kolomdiagram

    Gebiedsdiagram

    Cirkeldiagram

    Spreidingsdiagram

    Gestapeld kolomdiagram

    Excel-diagram

    Diagramafbeelding

    ***U kunt geen draaitabelview maken als de afmetingen en randen van de paginasectie beide numeriek zijn.

  4. Ga verder met het ontwerpen van de view door de volgende procedure te volgen in De viewlay-out definiëren.