Variabelen

Rapportpackagevariabelen kunnen worden gemaakt met Narrative Reporting op internet of met de Narrative Reporting extensie voor Oracle Smart View for Office. U kunt waarden van verwijzingsvariabelen echter alleen definiëren in Smart View.

Wanneer u variabelen hebt gemaakt, kunt u deze met Smart View in koppen, tabellen, cellen of alinea's van een doclet invoegen.

Er zijn twee soorten variabelen beschikbaar:

  • Statische variabelen maken gebruik van statische invoer die door de gebruiker is gedefinieerd, zoals datumlabels of een ingestelde waarde, en die in het hele rapportpackage kan worden gebruikt. Deze statische variabelen kunnen gemakkelijk worden bijgewerkt en de wijziging wordt in alle instances van de waarde van de variabele in de doclet doorgevoerd. Met behulp van statische variabelen kunnen gemeenschappelijke datums, getallen en tekst in de hele documentinhoud van het rapportpackage centraal worden onderhouden.

    In de lijst met variabelen in het Smart View-venster staa dit pictogram, Pictogram van statische variabele, voor een statische variabele.

  • Verwijzingsvariabelen worden gemaakt door naar een andere doclet of een ander verwijzingsbestand binnen het rapportpackage te verwijzen als de bron, en door de waarde voor de variabele te selecteren, zoals tekst in een Word-alinea of de waarde van een Excel-cel. Voor verwijzingsvariabelen kan PowerPoint-inhoud niet als bron worden gebruikt. Als het brondocument hierna wordt bijgewerkt, worden die wijzigingen automatisch doorgevoerd in de ingevoegde instances van de variabele in het rapportpackage. Verwijzingsvariabelen kunnen worden gebruikt om Excel-celwaarden in een Word- of PowerPoint-alinea in te voegen, of om Excel-formules voor "cross-footing"-regels te maken voor een betere nauwkeurigheid van de gegevens, of om "richting aanduidende" woorden te maken voor de bijbehorende tekst van het rapport, zoals "stijging" of "daling".

    In de lijst met variabelen in het Smart View-venster staat dit pictogram, Pictogram van verwijzingsvariabele, voor een verwijzingsvariabele.

Variabelen kunnen worden gemaakt door de eigenaar van een rapportpackage of de auteur van een doclet.

Als u een lijst wilt zien met alle variabelen die voor een rapportpackage zijn gedefinieerd, opent u eerst een rapportpackage. Wijzig in het venster Rapportpackage de dropdownlijst van Report Center in Variabelen:


Toont de beschikbare opties in de dropdownlijst in het paneel Rapportpackage. De opties zijn Report Center en Variabelen

De lijst met beschikbare variabelen wordt weergegeven. U kunt details bekijken zoals het soort variabele, het aantal keer dat de variabele in het rapportpackage is gebruikt (blauwe cirkel met een getal) en de bron van de verwijzingsvariabelen, zoals te zien in Afbeelding 24-33.

Vanuit het paneel Variabelen kunt u het volgende doen:

  • Een variabele maken

  • Een variabele bewerken

  • Een variabele selecteren voor invoegen in een doclet

  • Filteren om alleen verwijzings- of statische variabelen weer te geven

  • Filteren om alleen de variabelen weer te geven die al in het rapportpackage worden gebruikt

Gebruik de volgende besturingselementen boven in het paneel om variabelen te zoeken voor rapportpackages met meer dan 50 variabelen:

  • Gebruik de pijlen naar links en rechts om door de pagina's te navigeren

  • Gebruik de dropdownlijst met pagina's om naar een specifieke pagina te navigeren

Afbeelding 24-33 Lijst met voor een rapportpackage gedefinieerde variabelen


Lijst met variabelen die beschikbaar zijn in een rapportpackage. Toont de naam van de variabele en het soort variabele: (x) voor statische variabelen, (#) voor verwijzingsvariabelen. Een blauwe cirkel met een getal geeft het aantal keer aan dat de variabele in het rapportpackage is gebruikt. De waarde geeft ofwel de waarde aan die voor statische variabelen is gedefinieerd, ofwel de waarde van de verwijzingsvariabele en de bron daarvan. Wanneer er meer dan 50 variabelen aanwezig zijn, bevinden zich boven in het paneel pijlen naar links en rechts om door de pagina's navigeren of een dropdownlijst met pagina's om naar een specifieke pagina te gaan.

Nadat de variabele is gemaakt, wordt deze als volgt beheerd:

  • De eigenaar van het rapportpackage kan alle variabelen in het rapportpackage verwijderen en bewerken.

  • De auteur van een doclet kan alleen variabelen verwijderen en bewerken die hij of zij zelf heeft gemaakt.

  • Voor verwijzingsvariabelen kan elke gebruiker die schrijftoegang heeft voor de bronlocatie van de waarde van de variabele, de waarde van die variabele bijwerken.

  • Auteursgebruikers hebben leestoegang tot variabelen die ze niet zelf hebben gemaakt, zodat ze een lijst met alle variabelen kunnen bekijken en deze kunnen invoegen in doclets waarvoor ze auteurstoegang hebben.