Variabelen in een doclet invoegen

Nadat statische variabelen en verwijzingsvariabelen zijn gemaakt en ingecheckt, of nadat gedeelde variabelen aan een rapportpackage zijn gekoppeld, kunnen auteurs deze gebruiken in koppen, tabellen, cellen of alinea's van Word- of PowerPoint-doclets of in cellen van Excel-doclets.

Opmerking:

  • Het is raadzaam per doclet maximaal 250 variabelen in te voegen. Als een doclet meer dan 250 variabelen bevat, kan het inchecken van die doclet een langere verwerkingstijd vergen. Het kan zelfs voorkomen dat u de doclet helemaal niet kunt inchecken.

  • Bij het werken met Oracle Smart View for Office en de Narrative Reporting extensie in de in de 32-bits versie van Office 365, kan er periodiek een fout optreden bij het invoegen van een variabele in een PowerPoint-doclet vanuit de pagina 'Variabelen'. Zie Werken met variabelen in Smart View for PowerPoint om dit probleem te omzeilen.

Ga als volgt te werk om variabele in te voegen in een doclet:

  1. Open een rapportpackage. Open vervolgens een doclet en check deze uit.
  2. Selecteer Variabelen in de dropdownlijst in het venster Rapportpackage.

    Toont de beschikbare opties in de dropdownlijst in het rapportpackage. De opties zijn Report Center en Variabelen.

    Wanneer u Variabelen selecteert, wordt de lijst met beschikbare variabelen weergegeven in het Smart View-venster. In Afbeelding 24-36 ziet u een korte lijst met variabelen. Zie Afbeelding 24-34 voor een ander voorbeeld van een lijst met variabelen in een rapportpackage.

    Afbeelding 24-36 Voorbeeld van een lijst met variabelen die beschikbaar zijn voor een rapportpackage


    Een variabele die is geselecteerd in de lijst met variabelen in het Smart View-venster.
  3. Selecteer in de doclet het punt waar u de variabele wilt invoegen.
  4. Selecteer in de lijst met variabelen de variabele die u wilt invoegen.

    Wanneer u een variabele in de lijst selecteert, worden er drie menuopties voor de variabele weergegeven (zie Afbeelding 24-36).

  5. Klik op De knop Variabele invoegen, een pijl naar links. om de variabele bij het geselecteerde punt in te voegen in de doclet.

    Het voorbeeld in Afbeelding 24-37 toont een gedeelte van een Word-doclet met een pijl die het invoegpunt van de variabele in de doclet toont. De knop 'Variabele invoegen', De knop Variabele invoegen, een pijl naar links., is omcirkeld.

    Afbeelding 24-37 Word-doclet waarin het invoegpunt van de variabele is aangegeven


    Een Word-doclet waarin het invoegpunt van de variabele is gemarkeerd. De knop 'Invoegen' is met een cirkel benadrukt.

    Het voorbeeld in Afbeelding 24-38 toont het resultaat van het invoegen van een gedeelde variabele met de naam 'Maand', gedefinieerd als 'Juni', in een Word-doclet.

    Afbeelding 24-38 Word-doclet met het resultaat na het invoegen van een gedeelde variabele voor 'Maand'

    Een gedeelte van de doclet met het resultaat na het invoegen van een gedeelde variabele voor 'Maand'
  6. Wanneer u het invoegen van variabelen in de huidige doclet hebt voltooid, moet u de doclet uploaden en inchecken.
  7. Herhaal de stappen in deze procedure voor elke doclet waarvoor u variabelen moet invoegen.