Met de opties voor Opmaak bepaalt u de tekstuele weergave van onderdelen en gegevens.
De opties voor Opmaak zijn opties op bladniveau die specifiek zijn voor het werkblad waarvoor ze zijn ingesteld.
Opmerking:
Niet alle gegevensproviders ondersteunen alle opties in Tabel 5-14. Raadpleeg de hierboven vermelde subonderwerpen als u wilt weten welke opties worden ondersteund voor een specifieke provider.
Als u opties wilt instellen voor celopmaak, zoals beschreven in Tabel 5-14, klikt u op Opties in het Smart View-lint en selecteert u Opmaak in het linkerpaneel. Maak een selectie om de wijzigingen op te slaan wanneer u klaar bent:
OK
Opslaan als standaardopties
Toepassen op alle werkbladen
Opmerking:
De optie Toepassen op alle werkbladen is niet beschikbaar in PowerPoint of Word.
Zie Bladopties voor een volledige beschrijving van de bovenstaande opties.
Tabel 5-14 Opmaakopties
| Optie | Omschrijving |
|---|---|
| Opmaak | Opmaak |
| Celstijlen gebruiken | Gebruik opmaak die is gedefinieerd in Celstijlen of door de gegevensprovider. Opmaak van gebruikers wordt overschreven.
Deze optie is inactief wanneer Excel-opmaak gebruiken is geselecteerd. Zie voor meer informatie: Celstijlen. |
| Excel-opmaak gebruiken | Gebruik Excel in plaats van Oracle Smart View for Office-opmaak en behoud Excel-opmaak voor ad-hocbewerkingen.
Deze optie is inactief wanneer Celstijlen gebruiken is geselecteerd. Opmerking: In ad-hocrasters voor alle providers blijft Excel-opmaak niet behouden wanneer u Ongedaan maken uitvoert. Zie voor meer informatie: Excel-opmaak gebruiken. |
| Opmaak voor bewerkingen verplaatsen | Opmaak bovenliggende cel kopiëren naar ingezoomde cellen en deze opmaak behouden, zelfs als de cellocatie na een bewerking wijzigt.
Deze optie is standaard inactief en is actief, maar niet geselecteerd, wanneer Excel-opmaak gebruiken is geselecteerd. Opmaak kan van invloed zijn op de prestaties, met name tijdens ad-hocbewerkingen wanneer Opmaak voor bewerkingen verplaatsen is geactiveerd. De selectie van Opmaak voor bewerkingen verplaatsen blijft daarom behouden op basis van per blad, per sessie. De selectie kan niet worden opgeslagen. Als u Excel-opmaak wilt gebruiken, moet u Opmaak voor bewerkingen verplaatsen in de volgende gevallen opnieuw selecteren: telkens wanneer u een werkboek opent, telkens wanneer u binnen een werkboek naar een nieuw blad gaat en telkens wanneer u teruggaat naar het oorspronkelijke blad, zelfs als u dit eerder op dat blad hebt geselecteerd en zelfs binnen dezelfde sessie. De optie moet ook telkens opnieuw worden geselecteerd wanneer u een nieuw of bestaand werkboek opent. U kunt Opslaan als standaard gebruiken om de selectie van Excel-opmaak gebruiken op te slaan, maar hiermee wordt niet de selectie van Opmaak voor bewerkingen verplaatsen opgeslagen. Het volgende bericht wordt steeds weergegeven wanneer u Opmaak voor bewerkingen verplaatsen selecteert: Het inschakelen van deze optie kan van invloed zijn op de prestaties. De optie wordt opnieuw ingesteld zodra het blad wordt gewijzigd.Zie voor meer informatie: Excel-opmaak gebruiken. |
| Numerieke opmaak bewaren | Bij het omlaag drillen in dimensies wordt de Excel-opmaak behouden die u hebt ingesteld door het lint Start van Excel te selecteren en vervolgens Opmaak en Cellen opmaken. Als u bijvoorbeeld negatieve getallen in rood wilt weergeven, worden deze in rood weergegeven bij het omlaag drillen naar een onderdeel.
Deze optie wordt geactiveerd wanneer Celstijlen gebruiken wordt geselecteerd. |
| Kolombreedte en rijhoogte aanpassen | De breedte van kolommen en hoogte van rijen automatisch aanpassen aan de celinhoud. |
| Rij en kolomkoppen bevriezen | Bevries rij- en kolomkoppen in alle formulieren en ad-hocrasters dynamisch, ongeacht hun formaat en lay-out.
Als u deze optie selecteert, worden bijvoorbeeld voor formulier A met 3 koptekstrijen de eerste 3 rijen bevroren door Smart View. Als u nu formulier B met 2 koptekstrijen opent, herkent Smart View het verschil in het aantal koptekstrijen en worden alleen de bovenste 2 rijen automatisch bevroren zonder gevolgen voor de gegevensrijen. Wanneer u nieuwe formulieren opent, hoeft u geen handmatige wijzigingen door te voeren. Met deze optie hoeft u rij- en kolomkoppen niet elke keer te bevriezen wanneer u een nieuw formulier opent. Deze optie is beschikbaar in Smart View 23.100 en hoger. Wanneer u het blad vernieuwt, eventuele ad-hocbewerkingen uitvoert of wijzigingen aanbrengt in de lay-out, worden de bevroren rijen of kolommen op basis van de wijzigingen bijgewerkt door Smart View. Als u op Ongedaan maken klikt in een ad-hocraster, wordt de bevriezing opgeheven. De rijen en kolommen worden opnieuw bevroren wanneer u op Vernieuwen klikt. Als u deze optie deactiveert, wordt de bevriezing van de rijen kolommen direct opgeheven en kunt u deze desgewenst handmatig bevriezen. |
| Schalen | Van toepassing op ad-hoc en formulieren. Overschrijft de instelling die in de formulierdefinitie is gedefinieerd.
Kies een positieve of negatieve schalingsoptie en klik op Vernieuwen. Positieve schaling: Deelt oorspronkelijke waarden door factoren van 10. Bijvoorbeeld:
Dit patroon wordt gevolgd voor de resterende opties voor positieve schaling. 0 wordt weergegeven als de optie Decimalen op Standaard of 0 is ingesteld. Om een waarde als 0,1 weer te geven, moet de optie Decimalen echter zijn ingesteld op 1. Negatieve schaling: Vermenigvuldigt oorspronkelijke waarden met factoren van 10. Bijvoorbeeld:
Dit patroon wordt gevolgd voor de resterende opties voor negatieve schaling. Opmerking: Werk met de optie Decimalen om het gewenste resultaat weer te geven. |
| Getalnotatie | Getalnotatie |
| Aangepaste getalnotatie gebruiken | Schakel dit selectievakje in als u een aangepaste notatie wilt toepassen om de weergave van getallen te beheren. Voer een geldige notatiestring in. Bijvoorbeeld $#,##0.000_);[Blue]($#,##0.000).
De aangepaste notatie is van toepassing op getallen in gegevenscellen en heeft geen gevolgen voor onderdeelcellen, datums en tekstinhoud. Deze optie is beschikbaar in Smart View 23.100 en hoger. Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden andere instellingen voor de getalnotatie overschreven en worden alle velden in de sectie 'Getalnotatie', zoals Scheidingsteken voor duizendtallen gebruiken, Decimalen en Notatie voor negatieve getallen, gedeactiveerd en kunnen deze opties niet worden geselecteerd. Als de notatie leeg wordt gelaten, wordt de algemene getalnotatie toegepast door Excel. Dit is handig in situaties waarin u in een getal de ruwe decimalen wilt zien, zover toegestaan door Excel. Als de notatie leeg is of is ingesteld op 'Boekhouding' of 'Tekst', wordt voor een gegevenscel met een procentuele waarde 0% gebruikt als standaardnotatie. Opmerking: Voer een geldige notatie in. Omdat de notatie niet wordt gevalideerd, kan door Excel de algemene getalnotatie worden gebruikt of kunnen voor ongeldige notaties willekeurige tekens en ongewenste resultaten worden weergegeven. |
| Scheidingsteken voor duizendtallen gebruiken | Een komma of een ander scheidingsteken gebruiken voor duizendtallen in numerieke gegevens. # of $ niet gebruiken als scheidingsteken voor duizendtallen bij de internationale opties in Excel. |
| Decimalen | Van toepassing op ad-hoc en formulieren. Overschrijft de instelling die in de formulierdefinitie is gedefinieerd.
Selecteer het aantal decimalen dat u wilt weergeven voor numerieke gegevenswaarden. U kunt maximaal 30 decimalen weergeven en u kunt een voorbeeld van de notatie bekijken. Stel bijvoorbeeld dat in Smart View de geselecteerde optie voor decimalen "1"is. De decimaalpositie van alle waarden wordt één plaats naar rechts verschoven. Als de oorspronkelijke waarde 50,56 is, wordt na vernieuwen de waarde 50,6 weergegeven. Op dezelfde manier geldt dat als de geselecteerde optie '3' is, de weergegeven waarde 50,560 is. Hoewel in Excel slechts precisie met 15 cijfers worden ondersteund op basis van de IEEE-standaard, kunt u nog steeds maximaal 30 decimalen gebruiken op basis van de opmaakopties van Excel. De decimaalinstellingen in de formulierdefinitie gaan verloren wanneer u het formulier opent in Smart View. Dat komt doordat in de Excel-opmaak voor de nauwkeurigheid slechts één decimaallengte/-waarde met een vaste waarde wordt geaccepteerd, en de minimum- en maximumwaarde die in de webapplicatie zijn gedefinieerd, niet worden ondersteund. Dit is het standaardgedrag voor Excel-opmaak en dit is tevens het gedrag in Smart View. In Smart View moeten gebruikers de optie 'Decimalen' (precisielengte) instellen om de decimaalwaarde in een cel te kunnen zien. Opmerking: Werk met de optie Schaal om het gewenste resultaat weer te geven. |
| Notatie voor negatieve getallen | Selecteer de notatie voor negatieve getallen en bekijk een voorbeeld hiervan. Deze optie is beschikbaar in Smart View 23.100 en hoger.
U kunt kiezen uit de volgende notaties:
Opmerking: Op basis van de functionaliteit van Excel worden negatieve getallen niet rood weergegeven als u de modus voor hoog contrast gebruikt. |
| Formulier | Formulier |
| Herhaalde onderdeellabels | Vergroot de leesbaarheid van formulieren in Oracle Hyperion Planning en Oracle Hyperion Financial Management door het mogelijk te maken onderdeelnamen weer te geven in elke gegevensrij.
In formulieren waarin herhaalde onderdelen in een cel zijn samengevoegd, kunnen de onderdeelnamen buiten de schermweergave worden weergegeven, waardoor gebruikers veel heen en weer moeten schuiven door de onderdeelnamen en de rijgegevens. Als u Onderdeellabels herhalen selecteert, zorgt u dat formulieren gemakkelijker kunnen worden gelezen en gebruikt. Opmerking: In formulieren waarvoor dropdown-onderdeelselectie voor rijdimensies is geactiveerd en in flexibele formulieren is de optie Onderdeellabels herhalen automatisch actief en kan niet worden gedeactiveerd. |
In de volgende secties vindt u de ondersteunde opmaakopties per provider.