Cube Designer

Met Cube Designer kunt u applicatiewerkmappen ontwerpen, maken en wijzigen die voldoen aan strenge lay-out- en syntaxisvereisten.

De basiscomponenten van Cube Designer zijn het lint van Cube Designer en het ontwerperpaneel. Zie voor meer informatie: Het lint van Cube Designer en Het ontwerperpaneel.

Het lint van Cube Designer

Met de opties op het lint van Cube Designer kunt u een aantal taken voor het beheer van kubussen uitvoeren, zoals het laden van gegevens, het bewerken van formules en het bekijken van taken.


Afbeelding van het lint van Cube Designer

Opties op het lint van Cube Designer

  • Verbindingen: hiermee opent u het dialoogvenster Verbindingen waarin u de URL voor Essbase kiest.
  • Catalogus: hiermee opent u het dialoogvenster Essbase bestanden. In dit venster kunt u een keuze maken uit een selectie van vooraf opgebouwde applicatiewerkboeken voor het opbouwen van voorbeeldapplicaties en -kubussen.

    In dit dialoogvenster is ook een cataloguswerkbalk beschikbaar. Hiermee kunt u veel bestandsbewerkingen in de catalogus uitvoeren, zoals uploaden, downloaden, knippen, kopiëren, plakken, verwijderen, hernoemen en een nieuwe map maken.

  • Lokaal: hiermee opent u een dropdownmenu met opties voor het lokaal openen of opslaan van een applicatiewerkboek, of het exporteren van een kubus naar een applicatiewerkboek.
  • Ontwerperpaneel: hiermee opent u het ontwerperpaneel dat bestaat uit een reeks panelen waarin u applicatiewerkboeken kunt ontwerpen en bewerken.
  • Het pictogram Berekeningseditors op het lint van Cube Designer is contextgevoelig. Wanneer u een formulecel op een dimensiewerkblad hebt geselecteerd, is de optie Onderdeelformule-editor geactiveerd. Als u een rekenwerkblad heeft geselecteerd, wordt de optie Berekeningsscripteditor geactiveerd.
  • Hiërarchielezer: hiermee opent u het dialoogvenster Dimensiehiërarchie. In dit venster kunt u de hiërarchie voor het geselecteerde dimensiewerkblad in een applicatiewerkboek bekijken en taken uitvoeren, zoals onderdelen hernoemen en de opslaginstellingen wijzigen. Zie voor meer informatie: Werken met dimensiewerkbladen in Cube Designer.
  • Federatieve partitie: hiermee wordt de wizard Federatieve partitie geopend, waar u een federatieve partitie in Cube Designer kunt maken door een werkblad Cube.FederatedPartition in de applicatiewerkmap voor uw Essbase kubus te maken, en vervolgens het blad te valideren en de partitie op de server op te slaan.
  • Kubus opbouwen: hiermee opent u het dialoogvenster Kubus opbouwen waarin u een kubus kunt opbouwen op basis van het actieve applicatiewerkboek. In dit dialoogvenster van Cube Designer worden automatisch bestaande gegevens en rekenwerkbladen gedetecteerd, en worden automatisch opties geselecteerd voor het laden van de gegevens en het uitvoeren van de werkbladen.
  • Gegevens laden: hiermee opent u het dialoogvenster Gegevens laden dat opties bevat voor het wissen van alle gegevens en het laden van gegevens.
  • Berekenen: hiermee opent u het dialoogvenster Gegevens berekenen waarin u een applicatie, kubus en berekeningsscript kunt selecteren om uit te voeren.
  • Analyseren: hiermee opent u een dropdownmenu met opties om een ad-hocraster voor Smart View te maken, of om zoekvraagwerkbladen voor applicatiewerkboeken (Query.zoekvraag_naam-werkbladen) te verbinden met Smart View.
  • Taken bekijken: hiermee opent u het dialoogvenster Taakweergave waarin u de status van taken kunt controleren, zoals gegevenslaadbewerkingen, berekeningen, importbewerkingen en exportbewerkingen.
  • Gegevens transformeren: hiermee opent u het dialoogvenster Gegevens transformeren waarin u een kubus kunt opbouwen op basis van tabelgegevens.
  • Opties: met deze opties kunt u de standaardwerkmap opgeven en het Cube Designer log activeren
  • Beheertaken: hiermee opent u een menu van waaruit u een applicatie of kubus kunt verwijderen, objecten kunt ontgrendelen, applicaties kunt instellen op door EAS beheerd, het dialoogvenster 'Expertmodus' (kubus optimaliseren) kunt openen of het applicatielogboek kunt bekijken.
    Afbeelding van het menu 'Beheertaken' op het lint van Cube Designer

  • Servernaam: hier wordt de momenteel gedefinieerde verbindingslocatie getoond. Als u op Servernaam klikt en inlogt (als u daarom wordt gevraagd), worden de servernaam en de versies van de server en de client weergegeven.

Het ontwerperpaneel

In het ontwerperpaneel wordt een handmatig systeem gebruikt voor het lezen van en schrijven naar de werkbladen in een applicatiewerkboek. Als u op de knop Van blad onder in het ontwerperpaneel klikt, worden alle gegevens uit het applicatiewerkboek gelezen en wordt het paneel gevuld met deze gegevens. Als u op de knop Naar blad klikt, wordt het hele applicatiewerkboek bijgewerkt met de gegevens uit het ontwerperpaneel. Als u op de knop Opnieuw instellen klikt, worden de gegevens in het ontwerperpaneel gewist.

Vaak wordt het paneel met de knop Van blad gevuld met de gegevens uit een applicatiewerkboek, waarna met de knop Naar blad een kloon van het eerste applicatiewerkboek wordt gemaakt in een nieuw leeg werkboek.

U kunt applicatiewerkboeken ontwerpen en bewerken in het ontwerperpaneel. Elk van de vijf tabbladen van de wizard correspondeert met een van de vijf typen werkbladen in een applicatiewerkboek. Zie voor meer informatie: Kubussen ontwerpen en maken met applicatiewerkboeken.

U opent het paneel door te klikken op Ontwerperpaneel Afbeelding van het pictogram 'Ontwerperpaneel' op het lint van Cube Designer op het lint van Cube Designer.

Als het Smart View paneel wordt weergegeven wanneer u op Cube Designer klikt, kiest u Overschakelen naar Afbeelding van het pictogram 'Overschakelen naar' en selecteert u Cube Designer in het dropdownmenu.

Het ontwerperpaneel bevat de volgende tabbladen: