De hiërarchie van gegevens in weergaven kan worden onderzocht door te drillen.
Resultaten die in weergaven worden weergegeven, vertegenwoordigen vaak hiërarchische gegevensstructuren. Deze hiërarchieën zijn in de metagegevens vastgelegd, waardoor u toegang hebt tot de verschillende detailniveaus binnen die hiërarchieën. Gegevens in een verkoopgrafiek kunnen bijvoorbeeld per regio zijn gegroepeerd. Als u op een bepaalde regio in de grafiek klikt, is het mogelijk dat elk land in die regio wordt weergegeven, als het land het volgende niveau in de hiërarchie van metagegevens is. Die manier van klikken wordt 'drillen' genoemd.
Als de inhoudontwerper een weergave zo heeft ingesteld dat drillen mogelijk is, kunt u in dashboards drillen in die weergave.
U kunt de details van gegevens bekijken door te drillen.
Drillen is een manier om door gegevens in weergaven te navigeren.
U drillt omlaag om gegevens met meer details weer te geven, dus met meer leden.
U kunt omlaag drillen naar een werkelijk item in de database. Bijvoorbeeld: als u op een verkoopafdeling werkt, kunt u in een verkoopanalyse omlaag drillen naar het niveau van een plaats en zien dat er in Parijs een grote verkooptransactie ophanden is. Als u een Oracle Siebel bedrijfsapplicatie gebruikt, kunt u vervolgens omlaag drillen naar de ophanden zijnde verkooptransactie en direct naar die potentiële verkoop gaan in de Oracle BI applicatie.
U drillt omhoog om gegevens minder gedetailleerd weer te geven in hiërarchische kolommen.
U kunt bijvoorbeeld van een maandwaarde omhoog drillen om een overzicht van het gehele jaar te bekijken. U kunt in de huidige hiërarchie omhoog drillen voor de gehele kolom op kopniveau of voor afzonderlijke leden. U kunt bijvoorbeeld omhoog drillen van district naar regio. Daarbij wordt het huidige niveau (in dit geval district) verborgen en blijft het hogere niveau (regio) behouden.
U kunt drillen naar gegevens in specifieke weergavetypen.
U kunt drillen in de volgende typen weergaven:
Warmtematrix, tabel, draaitabel en trellis. Zie Drillen in warmtematrices, tabellen, draaitabellen en trellises voor meer informatie.
Grafieken: zie Drillen in grafieken voor meer informatie.
Kaarten: zie Drillen in kaartweergaven voor meer informatie.
Wanneer u omlaag drillt in een warmtematrix, tabel, draaitabel of trellis, worden de gegevens op het detailniveau toegevoegd aan de huidige gegevens.
Als u bijvoorbeeld omlaag drillt in een continent, worden in de tabel gegevens voor het continent en voor de landen van dat continent weergegeven.
De manier waarop u in warmtematrices, tabellen, draaitabellen en trellises drillt, is afhankelijk van het kolomtype, zoals in de volgende secties wordt beschreven.
Drillen is een manier om snel en eenvoudig te navigeren in gegevens in weergaven.
Als u in een attribuutkolom wilt drillen, klikt u op de kop of het lid waarin u wilt drillen. Wanneer u de waarde aanwijst voordat u erop klikt, wordt de waarde onderstreept om aan te geven dat u erop kunt klikken om te drillen.
Wanneer u in een attribuutkolom drillt, voegt u het lagere niveau aan de weergave toe. Drillen in een attribuutkolom heeft invloed op alle weergaven en is dus gelijkwaardig aan een filterdrill. Wanneer u op de waarde klikt, wordt aan de analyse een kolom toegevoegd en wordt er automatisch een filter gemaakt dat op het tabblad 'Criteria' wordt vermeld.
Voor attribuutkolommen kunt u niet op groepen drillen. Als u de definitie van een groep voor een attribuutkolom wilt bekijken, bewerkt u de desbetreffende stap in het deelvenster 'Selectiestappen'.
U kunt ook het snelmenu voor gegevensweergaven gebruiken om in attribuutkolommen te drillen.
Drillen is een manier om door gegevens in weergaven te navigeren.
Als u in een hiërarchische kolom wilt drillen, klikt u op de pictogrammen Uitvouwen en Samenvouwen naast de leden. Door te klikken vouwt u één niveau uit of samen. Bijvoorbeeld: als u 'Totale producten' uitvouwt naar 'Producten', worden de productleden ingevoegd terwijl ook de waarde voor 'Totale producten' behouden blijft.
Wanneer u in een hiërarchische kolom drillt, vouwt u de gegevensnodes uit of samen die in de weergave aanwezig zijn. Drillen in een hiërarchische kolom heeft alleen invloed op de desbetreffende weergave. De andere weergaven blijven ongewijzigd.
Drillen in hiërarchieën die op niveaus of waarden zijn gebaseerd, gaat op dezelfde manier. Telkens wanneer u in een hiërarchie drillt, vouwt u één niveau uit of samen. Als een hiërarchie bijvoorbeeld niveaus voor continenten, regio's en plaatsen bevat en de weergave continentgegevens bevat, kunt u 'Australië' één niveau uitvouwen om regio's in Australië weer te geven. Daarvandaan kunt u vervolgens een niveau uitvouwen naar plaatsen in een regio of weer een niveau samenvouwen, terug naar continenten.
Tijdens het drillen blijft de drillstatus behouden. Als u samenvouwt naar een hoger niveau en vervolgens weer uitvouwt, worden de leden op hetzelfde drillpunt weergegeven.
Wanneer u op het pictogram Samenvouwen klikt, worden alle niveaus in de hiërarchie die in de analyse aanwezig zijn, weer samengevouwen naar het huidige niveau. Daarbij maakt het niet uit of u de niveaus had toegevoegd door omlaag te drillen of de niveaus had toegevoegd vanuit het deelvenster 'Onderwerpgebieden'.
U kunt asymmetrisch drillen. Dat houdt in dat u diverse leden elk naar een ander niveau kunt drillen. Bijvoorbeeld: als u 'Wereld' uitvouwt, ziet u 'Amerika', 'Azië' en 'Australië' op hetzelfde tweede niveau voor continenten. U kunt vervolgens 'Amerika' uitvouwen om de bijbehorende regio's te bekijken, zonder 'Azië' en 'Australië' uit te vouwen.
U kunt de leden van een groep voor hiërarchische kolommen uitvouwen en samenvouwen. Bijvoorbeeld: als u een groep hebt die plaatsen bevat, en deze groep in een weergave opneemt, ziet u de plaatsen wanneer u op de groepsnaam klikt.
U kunt ook het snelmenu voor gegevensweergaven gebruiken om hiërarchische kolommen uit te vouwen of samen te vouwen.
Wanneer u in een grafiek omlaag drillt, worden de huidige gegevens vervangen door de gegevens van het detailniveau.
Bijvoorbeeld: wanneer u omlaag drillt in een continent, worden in de grafiek de gegevens voor de landen van dat continent weergegeven, maar niet voor het continent zelf.
U kunt op de volgende manieren omlaag drillen:
U kunt klikken op een label (waarvoor drillen is ingeschakeld) op een as of in de legenda om omlaag te drillen. (Als de muisaanwijzer verandert, betekent dit dat drillen mogelijk is.)
Als de grafiek alleen attribuutkolommen en grootheidkolommen bevat, kunt u op een gegevenspunt klikken om alle kolommen te drillen.
Als de grafiek meerdere kolommen bevat, waaronder ten minste één hiërarchische kolom, ziet u een menu wanneer u op een label of gegevenspunt klikt. In dat menu kunt u kiezen in welke kolommen u omlaag wilt drillen. Als er actiekoppelingen beschikbaar zijn, worden die ook in het menu weergegeven.
U kunt met de rechtermuisknop klikken op een gegevensmarkering, legenda of groepsniveau-item (x-as) en vervolgens Drillen in het menu selecteren. Zie Interacties rechtermuisknop in weergaven voor aanvullende informatie.
Afhankelijk van de manier waarop de grafiek in het dashboard is opgenomen, kunt u de breadcrumbs, de Terugknop van de browser, de optie Aanpassingen wissen op het dashboard (voor alle weergaven) enzovoort gebruiken om terug te gaan naar een eerdere grafiek.
Opmerking:
In tijdreekslijngrafieken wordt omlaag drillen in een tijdkolom niet ondersteund als er andere gegevenstypen dan 'Datum' of 'Datum/tijd' worden gebruikt.