4 Meer informatie over rollen en beveiliging

De toegang tot veel functies in Oracle Content Management wordt bepaald door rollen en rechten die servicebeheerders aan elke gebruiker toekennen. Als u toegang wilt hebben tot de Content Capture functionaliteit, moet u een van de volgende rollen hebben in Oracle Content Management:

• CECCaptureAdministrator (voor procedurebeheerders)

• CECCaptureClient (voor Capture Client gebruikers)

Zie Rollen in Oracle Content Management beheren voor meer informatie over rollen en autorisaties.

Er zijn in principe drie typen gebruikers binnen de context van inhoudvastlegging:

• Systeembeheerders configureren de Content Capture functionaliteit binnen het hele Oracle Content Management systeem, wijzen gebruikers of groepen toe aan de Content Capture rollen en controleren de vastleggingsverwerking.

• Procedurebeheerders ontwerpen Content Capture workflows of procedures en passen deze aan. Hiermee worden fysieke en elektronische documenten massaal verwerkt voor verschillende bedrijfsscenario's. Vastleggingsstromen zijn toegankelijk via clientprofielen.

  Procedurebeheerders hebben automatisch lees-/schrijftoegang tot de procedures die ze maken. Ze kunnen procedures toevoegen, bewerken, kopiëren en verwijderen, en profielen en processoropdrachten configureren. Om toegang te krijgen tot andere procedures moet de beheerder anderen hiertoe toegang verlenen op het tabblad 'Beveiliging'.

• Gebruikers gebruiken de Content Capture Client om documenten te scannen of te importeren in Oracle Content Management. Ze gebruiken clientprofielen om documenten te verwerken. Dit omvat het opnieuw ordenen en groeperen van documenten, het converteren van documenten naar een ondersteunde indeling, het herkennen van streepjescodes en het indexeren om documenten doorzoekbaar te maken in Oracle Content Management waar de verwerkte documenten automatisch worden opgeslagen. Gebruikers moeten de vereiste rechten hebben om zich aan te melden bij en toegang te krijgen tot Content Capture Client, en ze kunnen alleen de clientprofielen zien en selecteren waartoe ze toegang hebben gekregen. Deze eindgebruikers maken batchgerelateerde inhoud in een procedure, waaronder batches, documenten, bijlagen en pagina's.