Metagegevensvelden configureren

U definieert de metagegevensvelden in uw procedure, zodat deze tijdens het indexeren van documenten en het verwerken van batches beschikbaar zijn in de Content Capture Client. U kunt metagegevensvelden op verschillende manieren configureren. Metagegevensvelden kunnen als verplicht worden aangemerkt, wat betekent dat deze velden moeten worden ingevuld om een document te kunnen vastleggen. Metagegevenswaarden kunnen ook automatisch worden gevuld, worden afgeleid van streepjescodes of worden geselecteerd in keuzelijsten.

Wanneer u metagegevensvelden configureert, voert u de volgende taken uit:

Metagegevensvelden toevoegen of bewerken

Ga als volgt te werk om een metagegevensveld toe te voegen of te bewerken:

  1. Log in bij de Oracle Content Management webinterface en klik op Vastleggen in het linkernavigatiemenu (onder Beheer). Als u deze optie niet ziet, beschikt u niet over de juiste toegangsrechten.
  2. Selecteer in het deelvenster met procedures aan de linkerkant de procedure die u wilt configureren.
    De configuratiepagina's voor de geselecteerde procedure worden rechts weergegeven.
  3. Open het tabblad Metagegevens van uw procedure.
  4. Klik in de tabel Metagegevensvelden op Metagegevensveld toevoegen om een veld toe te voegen. Als u een veld wilt bewerken, selecteert u het in de tabel en klikt u op Metagegevensveld bewerken.
  5. Geef in het veld Veldnaam een naam op voor het metagegevensveld.
  6. Selecteer in het veld Gegevenstype een type voor het veld. U kunt kiezen uit: Alfanumeriek, Inhouditemreferentie, Digitaal-activumreferentie, Numeriek, Datum of Zwevend.
  7. Als u het veld verplicht wilt maken, schakelt u het selectievakje Vereist in. De verplichte velden van een document moeten waarden bevatten om te kunnen worden vastgelegd door de vastleggingsprocessor.
  8. Vul vervolgens de andere velden in.
  9. Identificeer in de keuzelijstvelden de eerder gemaakte bronnen en keuzelijsten voor het metagegevensveld. Zie voor meer informatie: Door de gebruiker gedefinieerde keuzelijsten toevoegen of bewerken.
  10. Klik op Versturen wanneer u klaar bent.

    Na het toevoegen van een metagegevensveld kunt u het in de gehele procedure gebruiken. Als u een metagegevensveld bewerkt, wordt het veld gewijzigd overal waar het wordt gebruikt.

Metagegevensvelden verwijderen

Als u een metagegevensveld verwijdert, wordt het definitief verwijderd uit de procedures waarin dit veld wordt gebruikt. Als u een metagegevensveld verwijdert dat wordt gebruikt in een clientprofiel of een batchprocessor, kunnen er fouten optreden in verschillende fasen van de batchverwerking. Voordat u een metagegevensveld verwijdert, moet u ervoor zorgen dat het niet is toegewezen aan metagegevensvelden in een vastleggingsprofiel.

Ga als volgt te werk om een metagegevensveld te verwijderen uit een geselecteerde procedure:

  1. Selecteer de procedure in het deelvenster 'Procedures' aan de linkerkant.
    De configuratiepagina's voor de geselecteerde procedure worden rechts weergegeven.
  2. Open het tabblad Metagegevens van de procedure.
  3. Als u een ​​metagegevensveld wilt verwijderen, selecteert u het in de tabel Metagegevensvelden en klikt u op Metagegevensveld verwijderen.
  4. Klik op Ja wanneer u wordt gevraagd het verwijderen van dit metagegevensveld te bevestigen.

    Het metagegevensveld wordt verwijderd uit de procedure.

Invoermaskers voor metagegevensvelden configureren

Een invoermasker is een filter dat bepaalt wat u in een metagegevensveld kunt invoeren. Een masker kan bijvoorbeeld voorschrijven dat u wel getallen maar geen alfabetische tekens mag invoeren. In de applicatie worden alleen tekens geaccepteerd die overeenkomen met het masker.

Ga als volgt te werk om een invoermasker te configureren:
  1. Voeg een metagegevensveld toe of bewerk een bestaand metagegevensveld.

    Als u een ​​invoermasker wilt toepassen, moet het gegevenstype van het metagegevensveld Alfanumeriek, Numeriek of Zwevend zijn.

  2. Voer op de pagina Metagegevensveld in het veld Invoermasker een van de beschikbare maskertekens in die worden weergegeven in de tabellen na de stappen. Alle andere tekens die u opneemt, worden behandeld als constanten.
  3. Klik op Versturen.
    De instellingen van het metagegevensveld worden opgeslagen en zijn beschikbaar voor gebruik. U kunt het invoermasker nu testen via de client.

Tabel 9-1 Alfanumerieke invoermaskertekens

Maskerteken Beschrijving

#

Vereist dat een getal wordt ingevoerd.

' (enkel aanhalingsteken)

Escape-teken om speciale opmaaktekens over te slaan

U

Accepteert een willekeurige letter en converteert deze naar een hoofdletter.

L

Accepteert een willekeurige letter en converteert deze naar een kleine letter.

A

Accepteert een willekeurige letter of willekeurig getal.

?

Accepteert een willekeurige letter.

*

Accepteert een willekeurig teken.

H

Accepteert een willekeurig hexadecimaal teken (0-9, a-f of A-F).

Tabel 9-2 Voorbeelden van alfanumerieke invoermaskers

Invoermasker Beschrijving Voorbeeldnotatie

###-##-####

Burgerservicenummer

123-45-6789

UU

Provincie

AZ

Tabel 9-3 Numerieke en zwevende invoermaskertekens

Maskerteken Beschrijving

0

Vereist dat een cijfer wordt ingevoerd.

#

Vereist dat een cijfer wordt ingevoerd. Als u een nul als waarde opgeeft, wordt deze genegeerd. Bijvoorbeeld: 12,0 wordt beschouwd als 12. Maar als u 12,5 invoert, wordt dit beschouwd als 12,5.

,

Opnemen als decimaal scheidingsteken of monetair decimaal scheidingsteken

-

Opnemen als minteken

.

Opnemen als scheidingsteken voor groepering

;

Opnemen om positieve en negatieve subpatronen te scheiden

Opmerking:

Een patroon van het type DecimalFormat bevat een positief en negatief subpatroon; bijvoorbeeld "#,##0.00;(#,##0.00)". Elk subpatroon bevat een voorvoegsel, numeriek deel en achtervoegsel. Het negatieve subpatroon is optioneel; als dit afwezig is, wordt het positieve subpatroon voorafgegaan door het gelokaliseerde minteken ('-' in de meeste landinstellingen) en als negatief subpatroon gebruikt. Dat wil zeggen, alleen "0.00" is gelijk aan "0.00;-0.00". Als er een expliciet negatief subpatroon is opgenomen, dient dit alleen om het negatieve voor- en achtervoegsel op te geven; het aantal cijfers, het minimum aantal cijfers en andere kenmerken zijn allemaal hetzelfde als het positieve patroon. Dit betekent dat "#,##0.0#;(#)" precies hetzelfde gedrag oplevert als "#,##0.0#;(#,##0.0#)".

Als u de gebruiker wilt toestaan decimale waarden in te voeren, moet u een notatie maken die ten minste één decimaal afdwingt (#.0#). Als u in de client het teken van een getal wilt wijzigen, voert u eerst het getal in en drukt u vervolgens op de toets + of -.

Tabel 9-4 Voorbeelden van numerieke en zwevende invoermaskers

Invoermasker Beschrijving Voorbeeldnotatie

#,###.0##

Decimale waarde

1,234.567

#,##0.00

Valuta

2,500.00

Weergave-indeling voor metagegevensvelden configureren

Wanneer u de weergave-indeling in een procedure definieert, worden alle gegevens die u met behulp van de client invoert, in deze indeling weergegeven, ongeacht wat u in de client opgeeft.

Ga als volgt te werk om een weergave-indeling in te stellen waarmee u de weergave van de metagegevenswaarden wijzigt:

  1. Voeg een metagegevensveld toe of bewerk een bestaand metagegevensveld.

    Als u een weergave-indeling wilt toepassen, moet het gegevenstype van het metagegevensveld Numeriek, Datum of Zwevend zijn.

  2. Klik op de pagina 'Metagegevensvelden', naast het veld Weergave-indeling, op Weergave-indeling selecteren. Kies een van de beschikbare indelingen voor het gegevenstype in de tabel en klik vervolgens op Versturen.
    Invoerindeling Gegevenstype Beschrijving

    Valuta

    Zwevend

    Getal dat is ingedeeld aan de hand van de valuta van de landinstelling in het systeem.

    Algemene datum

    Datum

    Een normale datumnotatie gevolgd door een normale tijdsaanduiding. De datumweergave wordt bepaald door de landinstellingen in het systeem.

    Korte datumweergave

    Datum

    Datumweergave waarbij de korte datumnotatie van het systeem wordt gebruikt. De datumweergave wordt bepaald door de landinstellingen in het systeem.

    Normale datumweergave

    Datum

    Datumweergave waarbij de normale datumnotatie van het systeem wordt gebruikt. De datumweergave wordt bepaald door de landinstellingen in het systeem.

    Lange datumweergave

    Datum

    Datumweergave waarbij de lange datumnotatie van het systeem wordt gebruikt. De datumweergave wordt bepaald door de landinstellingen in het systeem.

    Korte tijdweergave

    Datum

    Tijdweergave waarbij de 24-uursnotatie wordt gebruikt; bijv. 17:45.

    Normale tijdweergave

    Datum

    Tijdweergave in de 12-uursnotatie (uren en minuten en met de AM/PM-aanduiding).

    Lange tijdweergave

    Datum

    Tijdweergave waarbij de lange tijdnotatie van het systeem wordt gebruikt (uren, minuten en seconden).

    Algemeen getal

    Numeriek, zwevend

    Getal zonder groepsscheidingsteken (bijv. 7500).

    Vast getal

    Numeriek, zwevend

    Getal met minimaal één cijfer vóór en twee cijfers achter het decimaalteken (bijvoorbeeld 7500,16).

    Standaardgetal

    Numeriek, zwevend

    Getal met groepsscheidingsteken: minimaal één cijfer vóór en twee cijfers achter het decimaalteken (bijvoorbeeld 7500,16).

    Datumnotaties

    Datum

    Selecteer een van de volgende datumnotaties:

    • jjjj-MM-dd
    • jjjj-MM-dd UU:mm
    • jjjj-MM-dd UU:mm:ss
    • MM-dd-jjjj
    • MM-dd-jjjj UU:mm
    • MM-dd-jjjj UU:mm:ss
    • dd-MM-jjjj
    • dd-MM-jjjj UU:mm
    • dd-MM-jjjj UU:mm:ss
    • MM/dd/jjjj
    • MM/dd/jjjj UU:mm
    • MM/dd/jjjj UU:mm:ss
    • jjjj/MM/dd
    • jjjj/MM/dd UU:mm
    • jjjj/MM/dd UU:mm:ss
    • dd/MM/jjjj
    • dd/MM/jjjj UU:mm
    • dd/MM/jjjj UU:mm:ss
De instellingen van het metagegevensveld worden nu opgeslagen. U kunt de weergave-indeling van het metagegevensveld gebruiken en testen in de client.

Metagegevensvelden instellen op automatisch vullen

U kunt metagegevensvelden zo configureren dat deze automatisch bepaalde waarden bevatten. Bijvoorbeeld: u wilt een datumveld automatisch vullen met de scandatum van een batch in plaats van de datum door gebruikers te laten invoeren. Of u wilt voor een veld een standaardwaarde instellen die door gebruikers kan worden gewijzigd.

Ga als volgt te werk om een metagegevensveld zo te configureren dat deze automatisch wordt gevuld:

  1. Voeg een metagegevensveld toe of bewerk een bestaand metagegevensveld.
  2. Selecteer in het veld Type automatisch vullen van de pagina 'Metagegevensveld' een type voor het metagegevensveld. De beschikbare typen voor automatisch vullen zijn afhankelijk van het type van het geselecteerde metagegevensveld zoals in de volgende tabel is weergegeven:
    Type voor automatisch vullen Gegevenstype Beschrijving

    Batchnaam

    Alfanumeriek

    Vult het metagegevensveld met de toegewezen batchnaam.

    Batchprioriteit

    'Alfanumeriek', 'Numeriek' en 'Zwevend'

    Vult het metagegevensveld met de prioriteit die aan de batch is toegewezen.

    Batchstatus

    Alfanumeriek

    Vult het metagegevensveld met de status (indien aanwezig) van de batch.

    Computernaam

    Alfanumeriek

    Vult het metagegevensveld met de naam van de computer die is gebruikt bij het maken van het document.

    Huidige datum

    Datum

    Vult het metagegevensveld met de huidige datum.

    Standaardwaarde

    'Alfanumeriek', 'Numeriek', 'Datum' en 'Zwevend'

    Vult het metagegevensveld met de waarde die is opgegeven in het veld Standaardwaarde.

    Documentprofiel

    Alfanumeriek

    Vult het metagegevensveld met de documentprofielnaam die is toegewezen aan het geselecteerde document.

    Profielnaam

    Alfanumeriek

    Vult het metagegevensveld met het clientprofiel waarmee de batch is vastgelegd.

    Scandatum

    Datum

    Vult het metagegevensveld met de datum waarop het document is vastgelegd.

    Gebruikers-ID

    Alfanumeriek

    Vult het metagegevensveld met de ID van de gebruiker voor wie de batch is vergrendeld bij het maken van het document.

  3. Als u Standaardwaarde hebt geselecteerd als type voor automatisch vullen, geeft u een waarde op in het veld Standaardwaarde en klikt u vervolgens op Versturen.
    De instellingen van het metagegevensveld worden nu opgeslagen. Gebruik en test de instelling voor automatisch vullen in de client.

Validatie reguliere uitdrukking configureren

Reguliere uitdrukkingen in metagegevensvelden zijn alleen van toepassing op alfanumerieke velden. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie over het gebruiken en formatteren van reguliere uitdrukking, zoals:

http://docs.oracle.com/javase/tutorial/essential/regex/

Ga als volgt te werk om een reguliere uitdrukking te configureren en te testen:

  1. Voeg een metagegevensveld toe of bewerk een bestaand metagegevensveld.
  2. Voer op de pagina 'Metagegevensveld' een uitdrukking in het veld Validatie reguliere uitdrukking in.
  3. U kunt de reguliere uitdrukking als volgt testen: voer in het veld Voorbeeldwaarde een voorbeeldwaarde in en klik vervolgens op Valideren.
    Nu wordt Geldig of Ongeldig weergegeven in het alleen-lezenveld Resultaten.
  4. Klik op Versturen.
    De instellingen van het metagegevensveld worden nu opgeslagen. U kunt de reguliere uitdrukking in het metagegevensveld gebruiken en testen in de client.

Metagegevensvelden configureren om keuzelijsten met activumtypen te kunnen maken

Ga als volgt te werk om metagegevensvelden te configureren voor keuzelijsten met activumtypen:

  1. Voeg een metagegevensveld toe of bewerk een bestaand metagegevensveld.
  2. Selecteer op de pagina 'Metagegevensveld' in de dropdownlijst Gegevenstype de optie Alfanumeriek, Inhouditemreferentie, Digitaal-activumreferentie, Datum, Zwevend of Numeriek.
    Gegevenstype Keuzelijstbron Veld bovenliggende keuzelijst Keuzelijst
    Alfanumeriek Activumtype Gedeactiveerd Keuzelijsten met activumtypen van het type 'Alfanumeriek', 'Numeriek', 'Datum' en 'Zwevend'
    Inhouditemreferentie Activumtype is standaard geselecteerd. Dit kan niet worden gewijzigd. Gedeactiveerd Keuzelijsten met inhouditems van het type 'Alfanumeriek', 'Numeriek', 'Datum' en 'Zwevend'
    Digitaal-activumreferentie Activumtype is standaard geselecteerd. Dit kan niet worden gewijzigd. Gedeactiveerd Keuzelijsten met activumtypen van alle typen gegevens: 'Alfanumeriek', 'Numeriek', 'Datum' en 'Zwevend'
    Datum Activumtype Gedeactiveerd Keuzelijsten met activumtypen van het type 'Datum'
    Zwevend Activumtype Gedeactiveerd Keuzelijsten met activumtypen van het type 'Zwevend'
    Numeriek Activumtype Gedeactiveerd Keuzelijsten met activumtypen van het type 'Numeriek'
  3. Klik op Versturen.
    De metagegevensdefinitie is gereed. U kunt nu keuzelijsten met activumtypen maken op basis van deze metagegevensdefinitie.