U definieert de metagegevensvelden in uw procedure, zodat deze tijdens het indexeren van documenten en het verwerken van batches beschikbaar zijn in de Content Capture Client. U kunt metagegevensvelden op verschillende manieren configureren. Metagegevensvelden kunnen als verplicht worden aangemerkt, wat betekent dat deze velden moeten worden ingevuld om een document te kunnen vastleggen. Metagegevenswaarden kunnen ook automatisch worden gevuld, worden afgeleid van streepjescodes of worden geselecteerd in keuzelijsten.
Wanneer u metagegevensvelden configureert, voert u de volgende taken uit:
Ga als volgt te werk om een metagegevensveld toe te voegen of te bewerken:
Als u een metagegevensveld verwijdert, wordt het definitief verwijderd uit de procedures waarin dit veld wordt gebruikt. Als u een metagegevensveld verwijdert dat wordt gebruikt in een clientprofiel of een batchprocessor, kunnen er fouten optreden in verschillende fasen van de batchverwerking. Voordat u een metagegevensveld verwijdert, moet u ervoor zorgen dat het niet is toegewezen aan metagegevensvelden in een vastleggingsprofiel.
Ga als volgt te werk om een metagegevensveld te verwijderen uit een geselecteerde procedure:
Een invoermasker is een filter dat bepaalt wat u in een metagegevensveld kunt invoeren. Een masker kan bijvoorbeeld voorschrijven dat u wel getallen maar geen alfabetische tekens mag invoeren. In de applicatie worden alleen tekens geaccepteerd die overeenkomen met het masker.
Tabel 9-1 Alfanumerieke invoermaskertekens
Maskerteken | Beschrijving |
---|---|
# |
Vereist dat een getal wordt ingevoerd. |
' (enkel aanhalingsteken) |
Escape-teken om speciale opmaaktekens over te slaan |
U |
Accepteert een willekeurige letter en converteert deze naar een hoofdletter. |
L |
Accepteert een willekeurige letter en converteert deze naar een kleine letter. |
A |
Accepteert een willekeurige letter of willekeurig getal. |
? |
Accepteert een willekeurige letter. |
* |
Accepteert een willekeurig teken. |
H |
Accepteert een willekeurig hexadecimaal teken (0-9, a-f of A-F). |
Tabel 9-2 Voorbeelden van alfanumerieke invoermaskers
Invoermasker | Beschrijving | Voorbeeldnotatie |
---|---|---|
###-##-#### |
Burgerservicenummer |
123-45-6789 |
UU |
Provincie |
AZ |
Tabel 9-3 Numerieke en zwevende invoermaskertekens
Maskerteken | Beschrijving |
---|---|
0 |
Vereist dat een cijfer wordt ingevoerd. |
# |
Vereist dat een cijfer wordt ingevoerd. Als u een nul als waarde opgeeft, wordt deze genegeerd. Bijvoorbeeld: 12,0 wordt beschouwd als 12. Maar als u 12,5 invoert, wordt dit beschouwd als 12,5. |
, |
Opnemen als decimaal scheidingsteken of monetair decimaal scheidingsteken |
- |
Opnemen als minteken |
. |
Opnemen als scheidingsteken voor groepering |
; |
Opnemen om positieve en negatieve subpatronen te scheiden |
Opmerking:
Een patroon van het type DecimalFormat
bevat een positief en negatief subpatroon; bijvoorbeeld "#,##0.00;(#,##0.00)"
. Elk subpatroon bevat een voorvoegsel, numeriek deel en achtervoegsel. Het negatieve subpatroon is optioneel; als dit afwezig is, wordt het positieve subpatroon voorafgegaan door het gelokaliseerde minteken ('-'
in de meeste landinstellingen) en als negatief subpatroon gebruikt. Dat wil zeggen, alleen "0.00"
is gelijk aan "0.00;-0.00"
. Als er een expliciet negatief subpatroon is opgenomen, dient dit alleen om het negatieve voor- en achtervoegsel op te geven; het aantal cijfers, het minimum aantal cijfers en andere kenmerken zijn allemaal hetzelfde als het positieve patroon. Dit betekent dat "#,##0.0#;(#)"
precies hetzelfde gedrag oplevert als "#,##0.0#;(#,##0.0#)"
.
Als u de gebruiker wilt toestaan decimale waarden in te voeren, moet u een notatie maken die ten minste één decimaal afdwingt (#.0#
). Als u in de client het teken van een getal wilt wijzigen, voert u eerst het getal in en drukt u vervolgens op de toets + of -.
Tabel 9-4 Voorbeelden van numerieke en zwevende invoermaskers
Invoermasker | Beschrijving | Voorbeeldnotatie |
---|---|---|
#,###.0## |
Decimale waarde |
1,234.567 |
#,##0.00 |
Valuta |
2,500.00 |
Wanneer u de weergave-indeling in een procedure definieert, worden alle gegevens die u met behulp van de client invoert, in deze indeling weergegeven, ongeacht wat u in de client opgeeft.
Ga als volgt te werk om een weergave-indeling in te stellen waarmee u de weergave van de metagegevenswaarden wijzigt:
U kunt metagegevensvelden zo configureren dat deze automatisch bepaalde waarden bevatten. Bijvoorbeeld: u wilt een datumveld automatisch vullen met de scandatum van een batch in plaats van de datum door gebruikers te laten invoeren. Of u wilt voor een veld een standaardwaarde instellen die door gebruikers kan worden gewijzigd.
Ga als volgt te werk om een metagegevensveld zo te configureren dat deze automatisch wordt gevuld:
Reguliere uitdrukkingen in metagegevensvelden zijn alleen van toepassing op alfanumerieke velden. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie over het gebruiken en formatteren van reguliere uitdrukking, zoals:
http://docs.oracle.com/javase/tutorial/essential/regex/
Ga als volgt te werk om een reguliere uitdrukking te configureren en te testen: