Door de gebruiker gedefinieerde keuzelijsten configureren

U kunt bijvoorbeeld een keuzelijst maken om toe te staan dat gebruikers het correspondentietype Klacht, Tevredenheid, Suggestie of Overig kunnen selecteren.

1. Selecteer op het proceduretabblad Metagegevens onder Door gebruiker gedefinieerde keuzelijsten de optie Inhoud vastleggen in de tabel en klik op .

2. Klik op de pagina 'Keuzelijsttype' op om een keuzelijst toe te voegen. Of bewerk een keuzelijst door de gewenste lijst te selecteren en op te klikken.

3. Geef op de pagina 'Capture keuzelijst' een naam op in het veld Naam keuzelijst (bijvoorbeeld Correspondentietype) en selecteer een type in het veld Gegevenstype (Alfanumeriek, Numeriek, Datum of Zwevend).

   Opmerking:

   Als u de keuzelijstwaarden wilt weergeven in een metagegevensveld, moet de keuzelijst hetzelfde gegevenstype hebben als het metagegevensveld.

4. Als u een keuzelijstitem wilt toevoegen, klikt u op in de tabel Keuzelijstitems.

5. Geef op de pagina 'Eigenschappen keuzelijstitem' een keuzelijstwaarde op in het veld Itemwaarde.

   Als u de ene waarde wilt weergeven voor gebruikers maar een andere waarde wilt vastleggen, geeft u een andere waarde op in het veld Weergavewaarde van het item. Als u dezelfde waarde wilt weergeven voor gebruikers, klikt u op OK zonder een waarde op te geven in het veld Weergavewaarde. Herhaal stap 4 en 5 om aanvullende keuze-items toe te voegen.

6. Gebruik de pijlknoppen voor omhoog en omlaag en oplopend en aflopend sorteren om de volgorde van de keuzelijstitems te wijzigen. Klik vervolgens op Versturen.

   De nieuwe keuzelijst wordt weergegeven in de tabel 'Gedefinieerde keuzelijsten'. Als u de keuzelijst wilt gebruiken, raadpleegt u Gebruik van door de gebruiker gedefinieerde keuzelijsten.

   Als u de keuzelijst wilt gebruiken in een metagegevensveld, moet u eerst een metagegevensveld toevoegen of bewerken. Doe daarna het volgende:

   1. Selecteer op de pagina 'Metagegevensveld' de optie Bron vastlegging in het veld Keuzelijstbron.

   2. Selecteer in het veld Keuzelijst de door u gemaakte keuzelijst.

U kunt waarden uit een UTF-8-tekstbestand importeren in een door de gebruiker gedefinieerde keuzelijst. In UTF-8-tekstbestanden wordt elk record van een keuzelijstitem gescheiden door een CR (regelterugloop)/LF (nieuwe regel). Elke recordregel in het tekstbestand wordt geïmporteerd als keuzelijstitem. Scheid de waarden in een importrecordregel met een tabteken wanneer u voor de itemwaarde en de weergavewaarde verschillende waarden importeert.

Ga als volgt te werk om waarden uit een tekstbestand te importeren in een keuzelijst:

1. Voeg een door de gebruiker gedefinieerde keuzelijst toe of bewerk een bestaande keuzelijst.

   1. Selecteer op het tabblad Metagegevens van de procedure de optie Inhoud vastleggen in de tabel Door gebruiker gedefinieerde keuzelijsten en klik op .

   2. Klik in de tabel Gedefinieerde keuzelijsten op of om een keuzelijst toe te voegen of te bewerken.

2. Klik in de tabel Keuzelijstitems op .

3. Zoek op de pagina 'Keuzelijstitems importeren' het bestand dat u wilt importeren en klik op Openen.

4. Selecteer het veld Controleren op dubbele gegevens om te controleren op dubbele waarden en deze te elimineren. Klik vervolgens op Verwerken. Houd er rekening mee dat het importeren van grote keuzelijsten langer duurt als deze optie is geselecteerd.

   De keuzelijstitems worden geïmporteerd en weergegeven, samen met fouten die zijn opgetreden in het gebied 'Importstatus'. U kunt afhankelijkheden tussen keuzelijsten definiëren en deze ook gebruiken in profielen of batchprocessortaken. Zie voor meer informatie: Gebruik van door de gebruiker gedefinieerde keuzelijsten.

U kunt een door de gebruiker gedefinieerde keuzelijst exporteren naar een tekstbestand. De waarden van een geselecteerde keuzelijst worden naar een tekstbestand met scheidingstekens geschreven.

Ga als volgt te werk om keuzelijstwaarden te exporteren naar een tekstbestand:

1. Bewerk een door de gebruiker gedefinieerde keuzelijst.

   1. Selecteer op het tabblad Metagegevens van de procedure de optie Inhoud vastleggen in de tabel Door gebruiker gedefinieerde keuzelijsten en klik op .

   2. Selecteer een keuzelijst in de tabel Gedefinieerde keuzelijsten en klik op .

2. Klik op de pagina 'Content Capture keuzelijst' op . U wordt gevraagd het bestand export.txt te openen of op te slaan. Kies de opties voor opslaan.

   Het tekstbestand wordt naar de opgegeven locatie geschreven.

Nadat u een of meer door de gebruiker gedefinieerde keuzelijsten hebt gemaakt, kunt u de volgende acties uitvoeren:

• Definieer de afhankelijkheden tussen de keuzelijsten, zoals beschreven in Afhankelijke keuzelijsten configureren.

• Gebruik deze in Capture profielen of batchprocessortaken die in de volgende tabel worden weergegeven: