In een keuzelijstafhankelijkheid wordt een bovenliggend veld gekoppeld aan twee of meer onderliggende keuzelijsten. Een van deze lijsten wordt weergegeven nadat de gebruiker een keuze heeft gemaakt in het bovenliggende veld.
U maakt een afhankelijke keuzelijst met de bijbehorende keuzelijsten op het tabblad Metagegevens en vervolgens selecteert u de afhankelijke keuzelijst in een clientprofiel, zoals beschreven in Afhankelijke keuzelijsten toevoegen of bewerken. Raadpleeg Belangrijke punten met betrekking tot keuzelijstafhankelijkheid voordat u dit type keuzelijst maakt.
U kunt keuzelijstafhankelijkheden maken tussen door gebruiker gedefinieerde keuzelijsten.
Maak alle keuzelijsten die u wilt koppelen voordat u een keuzelijstafhankelijkheid maakt. U hebt ten minste één bovenliggende keuzelijst nodig en twee of meer onderliggende keuzelijsten.
Elk item in een onderliggende lijst kan gerelateerd zijn aan meerdere bovenliggende items. Voorraad kan bijvoorbeeld een onderliggend item zijn van de subproducten Huishouden en Automobiel.
U kunt afhankelijkheden met meerdere niveaus maken (bijvoorbeeld keuzelijsten voor overgrootouders, grootouders, ouders en kinderen).
Aan een clientprofiel kan slechts één keuzelijstafhankelijkheid worden toegewezen. Meerdere afhankelijkheden tussen bovenliggende en onderliggende items moet worden gedefinieerd binnen één definitie van een afhankelijke keuzelijst.
Ga naar het tabblad Metagegevens en maak door de gebruiker gedefinieerde keuzelijsten.
U hebt ten minste drie keuzelijsten nodig, waaronder één lijst die fungeert als bovenliggende keuzelijst en twee of meer keuzelijsten die fungeren als onderliggende keuzelijsten.
Bijvoorbeeld:
Bovenliggend of onderliggend niveau | Naam keuzelijst | Keuzemogelijkheden |
---|---|---|
Bovenliggend niveau |
Producten |
|
Onderliggend niveau |
Subproducten voor de automobielindustrie |
|
Onderliggend niveau |
Huishoudelijke subproducten |
|
Ga naar het tabblad Metagegevens en maak metagegevensvelden voor de keuzelijsten.
In ons voorbeeld hebben we het veld Producten
gemaakt dat fungeert als het bovenliggende veld, en het veld Subproducten dat fungeert als het onderliggende veld.
Kies op de pagina 'Metagegevensveld' van het bovenliggende veld een Keuzelijstbron.
Selecteer in het veld Keuzelijst de door u gemaakte keuzelijst. In ons voorbeeld hebben we Producten
geselecteerd als keuzelijst.
Kies op de pagina 'Metagegevensveld' van het onderliggende veld het bovenliggende keuzelijstveld. In ons voorbeeld hebben we Producten
geselecteerd als het bovenliggende metagegevensveld.
Schakel het selectievakje Vergrendeld in en verstuur uw wijzigingen. Zo voorkomt u dat gebruikers een item intypen in plaats van dat ze een item in de keuzelijst selecteren.
Ga naar het tabblad Classificatie en maak een documentprofiel dat gebruikmaakt van de metagegevensvelden die u in stap 1 hebt gemaakt.
In ons voorbeeld hebben we het documentprofiel Producten
gemaakt. Dit profiel bevat de metagegevensvelden Producten
en Subproducten
.
Maak op het tabblad Metagegevens de afhankelijke keuzelijst aan en klik op Versturen.
Klik in de tabel Afhankelijke keuzelijsten op om een afhankelijke keuzelijst te maken. U kunt een bestaande afhankelijke keuzelijst bewerken door deze te selecteren en op
te klikken.
Afhankelijkheid product/subproduct
.Huishouden
) en voor de onderliggende lijst die wordt weergegeven wanneer deze door de gebruiker wordt geselecteerd (Huishoudelijke subproducten
):
Bron bovenliggende keuzelijst: Bron vastlegging
Bovenliggende keuzelijst: Producten
Bovenliggend keuzelijstitem: Huishouden
Bron onderliggende keuzelijst: Bron vastlegging
Onderliggende keuzelijst: Huishoudelijke subproducten
Voeg velden voor de tweede afhankelijke keuze toe door een ander bovenliggend keuzelijstitem (Automobielindustrie
) en de onderliggende lijst die wordt weergegeven wanneer de gebruiker deze selecteert (Subproducten voor de automobielindustrie
) te identificeren.
Ga naar het tabblad Vastleggen. Hierin kunt u een clientprofiel toevoegen of bewerken dat gebruikmaakt van het documentprofiel en de keuzelijstafhankelijkheid die u hebt gemaakt.
Selecteer op de pagina 'Algemene instellingen' het profieltype 2 - Vastleggen en indexeren of 3 - Alleen indexeren en geef vervolgens een naam en een batchprefix op.
Selecteer op de pagina 'Instellingen voor documentindexering' de afhankelijkheid die u in het veld Afhankelijke keuzelijst hebt gemaakt en selecteer het documentprofiel dat u in het veld Documentprofielen hebt gemaakt.
Verleen op de pagina Beveiliging een gebruiker toegang tot het clientprofiel en sla het clientprofiel op.
Test de keuzelijstafhankelijkheid in de client.
Selecteer in de client het door u gemaakte clientprofiel en leg een batch vast.
Vouw de batch uit en selecteer een document.
Test de keuzelijstafhankelijkheid in het deelvenster 'Metagegevens'.
Als u een keuzelijstafhankelijkheid verwijdert, is deze niet meer beschikbaar voor gebruik in een clientprofiel. De gekoppelde keuzelijsten en metagegevensvelden worden niet beïnvloed.