Gebruikersinstellingen configureren

U kunt specifieke gebruikers- en groepsinstellingen voor Oracle Content Management configureren via de pagina Gebruikers van Oracle Content Management beheer: systeem.

Zie Gebruikers beheren met Oracle Identity Cloud Service of Groepen beheren met Oracle Identity Cloud Service voor informatie over het beheren van gebruikers of groepen via Oracle Identity Cloud Service en over het uitvoeren van taken zoals het maken van gebruikers of groepen of het wijzigen van rollen van gebruikers.

Op de pagina Gebruikers kunt u de volgende acties uitvoeren:

Een gebruiker of een groep zoeken

U moet de gewenste gebruiker of groep eerst zoeken voordat u de eigenschappen van de gebruiker of groep kunt bewerken.

Op het tabblad Zoeken kunt u een afzonderlijke gebruiker of groep zoeken. Ga naar het tabblad Beheerders om een lijst met beheerders te bekijken.

Als u een afzonderlijke gebruiker of groep wilt zoeken, voert u in het tekstvak een deel van de gebruikers- of groepsnaam, de weergavenaam of het e-mailadres in en klikt u op Zoeken. Alle overeenkomende gebruikers- en groepsaccounts worden weergegeven. Op het tabblad Gedeïnitialiseerde gebruikers kunt u een lijst met verwijderde gebruikers bekijken.

In de lijst met gebruikers/groepen staan enkele basisgegevens over de gebruikers en groepen, waaronder de naam en het gebruikers- of groepstype. Voor gebruikers ziet u ook het e-mailadres en de verificatiestatus.

Geverifieerde gebruikersaccounts zijn geverifieerd met behulp van een van deze methoden:

  • De gebruikers is gevonden in een externe accountdatabase zoals een LDAP-servicedirectory (Lightweight Directory Access Protocol).
  • Er is een e-mail verstuurd naar de gebruiker. De gebruiker heeft op de koppeling in die e-mail geklikt om de identiteit te bevestigen en heeft zich aangemeld.

De standaardresourcerol voor nieuwe mapleden instellen

Gebruikers in uw organisatie kunnen mappen delen met andere gebruikers en hen een resourcerol toewijzen binnen de gedeelde map. De volgende rollen zijn beschikbaar:

  • Lezer: lezers kunnen bestanden en mappen bekijken, maar kunnen niets wijzigen.
  • Downloader: downloaders kunnen ook bestanden downloaden en deze opslaan op hun computer.
  • Bijdrager: bijdragers kunnen ook bestanden wijzigen en bijwerken, nieuwe bestanden uploaden en bestanden verwijderen.
  • Manager: Managers hebben alle rechten van de andere rollen en kunnen anderen toevoegen of verwijderen als lid.

Ga als volgt te werk om de resourcerol te wijzigen:

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Selecteer onder Leden in de lijst Standaardrol voor aan mappen toegevoegde nieuwe leden de resourcerol die standaard aan gebruikers moet worden toegewezen wanneer ze aan een map worden toegevoegd.

Gebruikersprofielgegevens synchroniseren

Nadat u gebruikers hebt toegevoegd en applicatierollen hebt toegewezen, kunt u die wijzigingen direct synchroniseren met de Oracle Content Management server. Als u gebruikersprofielgegevens niet synchroniseert, kan het wel een uur duren voordat de wijzigingen worden doorgevoerd.

U kunt de bestaande profielgegevens van een gebruiker vervangen door de gegevens uit uw identiteitsopslag.

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Zoek de gebruiker van wie u de profielgegevens wilt synchroniseren, klik op Bewerken naast de naam van de gebruiker en klik op Profiel nu synchroniseren op de pagina met gebruikersdetails.

Lidmaatschapsberichten van een gesprek weergeven voor gebruikers

U kunt voor gebruikers de standaardweergave-instelling voor lidmaatschapsberichten van een gesprek instellen.

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Zoek op het tabblad 'Zoeken' de gebruiker voor wie u een standaardwaarde wilt instellen. Voer in het tekstvak een deel van de gebruikersnaam, de weergavenaam of het e-mailadres in en klik op Zoeken.
  4. Klik op Bewerken naast de naam van de gebruiker.
  5. Schakel het selectievakje Lidmaatschapsberichten gesprek standaard tonen in en klik op Opslaan.

Opslagquota voor een gebruiker overschrijven

U kunt een standaardquotum instellen voor de hoeveelheid opslagruimte die aan een gebruiker wordt toegewezen. Als u de standaardwaarde voor een bepaalde gebruiker wilt overschrijven, voert u de volgende stappen uit.

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Zoek de gebruiker van wie u de instellingen wilt overschrijven en klik naast de gebruikersnaam op Bewerken.
  4. Voer in het vak Gebruikersquotum het quotum in gigabytes in en klik op Opslaan.

    Naast Verbruikte opslag kunt u zien hoeveel opslagruimte de gebruiker in gebruik heeft.

Eigendom van bestanden overbrengen

Wanneer mensen uw organisatie verlaten of van rol veranderen, wilt u hun bestanden en mappen wellicht aan iemand anders toewijzen en hun opslagquotum weer toevoegen aan het totale quotum dat u beschikbaar hebt voor toewijzingen. U kunt de volledige bibliotheek met inhoud van een persoon aan iemand anders toewijzen. De inhoud wordt weergegeven als map in de startmap van de nieuwe gebruiker. Alle gedeelde items, zoals leden en publieke koppelingen, blijven intact.

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Gebruik een van de volgende methoden om de gebruiker te zoeken van wie u de bestanden wilt overdragen:
    • Als u een actieve gebruiker wilt zoeken, voert u op het tabblad Zoeken een deel van de gebruikersnaam, de weergavenaam of het e-mailadres in en klikt u op Zoeken. Open de eigenschappen van de gebruiker door op de gebruikersnaam te klikken of door op Bewerken naast de gebruiker te klikken.
    • Als u naar een gedeïnitialiseerde gebruiker wilt zoeken, klikt u op het tabblad Gedeïnitialiseerde gebruikers. U ziet een op naam gesorteerde lijst met alle gebruikers die uit het systeem van uw organisatie zijn verwijderd. Deze lijst wordt regelmatig vernieuwd. U kunt de lijst echter ook handmatig bijwerken door op Profielgegevens synchroniseren te klikken.

    Als u een CSV-bestand met alle verwijderde gebruikers wilt downloaden, klikt u op Gedeïnitialiseerde gebruikers exporteren.

  4. Klik op Eigendom overbrengen. Bij actieve gebruikers staat de knop onder aan de eigenschappen. Bij gedeïnitialiseerde gebruikers klikt u op de knop naast de gewenste gebruiker.
  5. Voer een deel van de gebruikersnaam, de weergavenaam of het e-mailadres in van de ontvanger van de inhoud en klik op Zoeken.
  6. Selecteer de gebruiker waaraan u de inhoud wilt overdragen. Een bericht toont dat de inhoud het quotum van de ontvanger verhoogt met de hoeveelheid overgedragen inhoud. Het toont ook hoeveel opslag weer wordt vrijgegeven naar het totale quotum dat u beschikbaar hebt.
  7. Klik op Overbrengen. De inhoud wordt overgedragen en u ziet in de lijst dat de gedeïnitialiseerde account is verdwenen.

Bij gedeïnitialiseerde gebruikers kunt u de inhoud verwijderen. Klik op het tabblad Gedeïnitialiseerde gebruikers op Inhoud verwijderen naast de gebruiker waarvan u de inhoud wilt verwijderen.

Gebruikers kunnen ook het eigendom van hun eigen mappen overdragen.

Groepen die niet zijn gesynchroniseerd bekijken en opnieuw synchroniseren

Als u denkt dat een groep in Oracle Content Management niet gesynchroniseerd is met uw identiteitsprovider, kunt u een rapport bekijken van de fouten en de groep handmatig opnieuw synchroniseren.

Als u synchronisatiefouten van groepen wilt bekijken, doet u het volgende:

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Klik op het tabblad Groep synchroniseren.
  4. Zoek de groep waarvan u denkt dat deze niet is gesynchroniseerd en klik vervolgens op Synchronisatiestatus controleren.
  5. Als er in het rapport wordt getoond dat de groep in Oracle Content Management niet is gesynchroniseerd met uw identiteitsprovider, klikt u op Synchroniseren.

Tijdelijk quotum voor een gebruiker overschrijven

De maximale bestandsgrootte voor uploaden en synchroniseren is standaard 2 GB (ingesteld op pagina Documenten). Om ervoor te zorgen dat u meerdere bestanden van 2 GB tegelijk kunt uploaden, is het standaardquotum voor tijdelijk opslag voor gebruikers 5 GB. Als uw maximale bestandsgrootte hoger wordt ingesteld, wordt het tijdelijke opslagquotum voor gebruikers automatisch 2,5 keer groter dan die hoeveelheid (als bijvoorbeeld de maximale bestandsgrootte is ingesteld op 10 GB, wordt het tijdelijke opslagquotum voor gebruikers ingesteld op 25 GB).

Deze instelling voor het tijdelijke opslagquotum zou voldoende moeten zijn onder normale omstandigheden, maar als u voor een specifieke gebruiker een hoger tijdelijk opslagquotum wilt instellen, kunt u deze instelling overschrijven.

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Zoek de gebruiker van wie u de instellingen wilt overschrijven en klik naast de gebruikersnaam op Bewerken.
  4. Voer in het vak Tijdelijk quotum het quotum in gigabytes in en klik op Opslaan.

Toegang tot gekoppelde apparaten intrekken

Gebruikers kunnen de toegang tot een van hun gekoppelde apparaten intrekken als ze van apparaat veranderen of een apparaat zijn kwijtgeraakt. In bepaalde situaties moet deze actie echter door u als beheerder worden uitgevoerd. Als u de toegang tot een gekoppeld apparaat intrekt, wordt de aanmeldingssessie van de gebruiker beëindigd. Als u of iemand anders Oracle Content Management probeert te openen vanaf het apparaat, wordt de account afgemeld en wordt alle lokale inhoud verwijderd die op het apparaat voor die account is opgeslagen.

Het intrekken van de toegang voor het apparaat is slechts van invloed op één account. Als de persoon meerdere gebruikersaccounts heeft, moet u de toegang voor elke gebruikersaccount afzonderlijk intrekken om de toegang tot Oracle Content Management te blokkeren en alle lokale inhoud te verwijderen die op het apparaat is opgeslagen.

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Zoek de gebruiker voor wie u de apparaattoegang wilt intrekken en klik naast de gebruikersnaam op Bewerken.
  4. Klik onder Gekoppelde apparaten op Intrekken naast het gewenste apparaat.

Instellingen voor groepen wijzigen

U kunt de instellingen voor delen en meldingen voor groepen wijzigen en groepsgegevens synchroniseren met uw identiteitsprovider.

Ga als volgt te werk om instellingen voor groepen te wijzigen:

  1. Nadat u zich als beheerder hebt aangemeld bij de webapplicatie Oracle Content Management, klikt u op Systeem in het gebied 'Beheer' van het navigatiemenu.

  2. Klik in het menu Systeem op Gebruikers.
  3. Zoek de groep waarvan u de instellingen wilt wijzigen en klik op Bewerken naast de naam van de groep.
  4. Als u niet wilt dat de groep voor delen kan worden gebruikt om te voorkomen dat gebruikers de groep toevoegen aan een object (zoals een document of een site), selecteert u Kan niet worden gebruikt voor delen.
  5. Als u niet wilt dat er meldingen naar deze groep worden verstuurd, selecteert u Krijgt geen meldingen.
  6. Als u groepsgegevens in Oracle Content Management wilt synchroniseren met uw identiteitsprovider, klikt u op Synchroniseren.