Volledig opgemaakte Reports importeren of invoegen en ermee werken

U kunt rapporten als volledig opgemaakte rapporten importeren of invoegen in Oracle Smart View for Office.

1. Navigeer in het Smart View-venster naar de map Rapporten.

   Alle rapporten die beschikbaar zijn voor de instance, zijn toegankelijk vanuit de map Rapporten.

   Note:

   • Bij de meeste EPM Cloud bedrijfsprocessen bevindt de map Rapporten zich onder de applicatiemap.

   • Bij Narrative Reporting bevindt de map Rapporten zich onder de map Bibliotheek.

2. Selecteer een rapport en kies vervolgens een optie in het Actievenster:

   • Opgemaakt rapport importeren: selecteer deze optie als u van plan bent één rapport in een werkmap te importeren. Met deze optie is één rapport per werkmap mogelijk.

     Elk volgend rapport dat u selecteert voor importeren, wordt in een nieuwe werkmap geïmporteerd.

   • Opgemaakt rapport invoegen: selecteer deze optie als u van plan bent meerdere rapporten in één werkmap in te voegen. Met deze optie zijn meerdere rapporten per werkmap mogelijk.

     Elk volgende rapport dat u selecteert voor invoegen, wordt aan dezelfde werkmap toegevoegd.

   U kunt ook met de rechtermuisknop op het rapport klikken en naar wens Opgemaakt rapport importeren of Opgemaakt rapport invoegen selecteren.

   Als het rapport bij het starten een voorbeeld-POV bevat, voer dan u stap 3 uit. Als het rapport prompts bevat, voer dan stap 4 uit. Als er geen sprake is van prompts of een voorbeeld-POV, wordt het volledig opgemaakte rapport als volgt weergegeven:

   • Als u Opgemaakt rapport importeren hebt geselecteerd, wordt het rapport weergegeven in een nieuwe Excel-werkmap.

   • Als u Opgemaakt rapport importeren hebt geselecteerd, wordt het rapport weergegeven in de huidige Excel-werkmap.

   Als Alle selecties afdrukken is geactiveerd tijdens het ontwerpen van het rapport, wordt in de werkbladnamen de rapportnaam opgenomen, gevolgd door de eerste POV-dimensie die is geactiveerd voor Alle selecties afdrukken. De bladnaam wordt zo nodig afgekapt om te voldoen aan de limiet van 31 tekens van Excel.

   Het rapport bevat mogelijk een aantal rasters, diagrammen, tekstobjecten en afbeeldingen verdeeld over een of meer pagina's. Deze objecten worden tijdens het importeren allemaal toegevoegd aan het Excel-werkboek. Tekstvakken in het rapport worden in het geïmporteerde Excel-blad naar afbeeldingen geconverteerd. Soms moet u het formaat van het afbeeldingsvak in Excel mogelijk handmatig wijzigen zodat het in de presentatie van het rapport past. Als u het formaat van een afbeelding wilt wijzigen, gebruikt u daarvoor het opmaakhulpprogramma voor afbeeldingen in Excel. Klik met de rechtermuisknop op de afbeelding en selecteer Eigenschappen. Stel bij Afbeelding opmaken de opties Schaalhoogte en Schaalbreedte in op 100%.

3. Als Voorbeeld-POV is ingeschakeld voor rapporten, kunt u ervoor kiezen om de standaard POV te gebruiken door op OK te klikken in het dialoogvenster POV selecteren. U kunt de POV echter ook wijzigen zoals beschreven in Een voorbeeld van de POV bekijken in rapporten en door daarna op OK te klikken.

   Het volledig opgemaakte rapport wordt, afhankelijk van uw selectie, geïmporteerd of ingevoegd met de geselecteerde POV en wordt weergegeven in een nieuwe werkmap of in de huidige werkmap.

4. Als een rapport prompts bevat, kunt u ervoor kiezen de standaardprompts over te nemen door op OK te klikken in het dialoogvenster Prompts selecteren. U kunt de prompts echter ook wijzigen zoals beschreven in Prompts bewerken in rapporten en vervolgens op OK klikken.

   Het volledig opgemaakte rapport wordt geïmporteerd of ingevoegd met de geselecteerde prompt en wordt weergegeven in een nieuwe werkmap of in de huidige werkmap.

5. Optioneel: na importeren of invoegen van het rapport:

   • Als u de POV van een werkblad wilt bewerken, klikt u op de knop POV bewerken in de Rapport-groep van het Smart View lint en volgt u de procedure in De POV van rapporten wijzigen.

   • Als prompts kunnen worden bewerkt, klikt u op de knop POV bewerken in de Rapport-groep van het Smart View lint en volgt u de procedure in Prompts bewerken in rapporten.

6. Optioneel: als de onderliggende gegevens in het rapport tijdens uw sessie worden gewijzigd en u het geïmporteerde rapport wilt vernieuwen, klikt u op de knop Rapport vernieuwen onder de Rapport-groep van het Smart View lint.

   Note:

   • De groep Rapport wordt alleen weergeven in het Smart View-lint wanneer het rapport is geopend. Bij Rapport vernieuwen blijft de geopende werkmap en de gebruikersformule behouden.
   • Wanneer u een bestaand geëxporteerd, geïmporteerd of ingevoegd rapport in Excel vernieuwt, wordt het bestaande rapport vernieuwd in dezelfde Excel-werkmap.
   • U kunt in Excel alleen rapporten vernieuwen die zich in de oorspronkelijke werkmap bevinden.
   • Als u rapportbladen naar een andere werkmap verplaatst of kopieert, kunnen deze niet worden vernieuwd.
7. Optioneel: als u een ad-hocraster wilt maken van een geïmporteerd raster of diagram, selecteert u een cel in het raster of de diagramafbeelding en klikt u op het Smart View-lint op Analyseren.

   In een werkblad met meerdere rapporten selecteert u één rapport en klikt u vervolgens op Analyseren.

   Het ad-hocraster wordt opgestart op een apart werkblad.

   Note:

   • Als het rapport percentages bevat, geldt de getalnotatie die wordt toegepast op de waarden ook voor de percentagenotatie. Bij het importeren van een opgemaakt rapport wordt de toegepaste getalnotatie weergegeven. In het ad-hocraster worden losse getallen weergegeven zonder opmaak.

   • Bij gebruik van de opdracht Analyseren wordt geen rekening gehouden met wijzigingen aan prompts en POV's. In het nieuw ingevoegde ad-hocraster (of geanalyseerde raster) wordt altijd het standaardraster weergegeven.

   • In de volgende gevallen wordt de opdracht Analyseren niet ondersteund:

     • Bij een opgemaakt rapport met groepering.

     • Bij een geanalyseerd raster.

   Zie Rapporten importeren als ad-hocquery's voor informatie over het werken met een ad-hocraster.

8. Optioneel: als u de eigenschappen van een rapport in de boomstructuur in het Smart View-venster wilt bekijken, selecteert u een rapport en klikt u op Eigenschappen.

   U kunt ook met de rechtermuisknop op de rapportnaam klikken en Eigenschappen selecteren om Rapporteigenschappen te openen.

   Bekijk in het dialoogvenster Rapporteigenschappen de volgende rapporteigenschappen: Naam, Beschrijving, Pad (indien niet in de standaardmap), Gemaakt door (een gebruikersnaam), Gemaakt op (een datum) en Gewijzigd op (een datum).

9. Optioneel: gebruik de Excel-opdrachten Opslaan of Opslaan als om het werkboek op te slaan.