Uitgebreide opties instellen voor beheertaken en andere geavanceerde taken
Opties op het tabblad Geavanceerd zijn algemene opties die van toepassing zijn op de hele huidige werkmap, inclusief nieuwe bladen die worden toegevoegd aan de huidige werkmap, en worden de standaard voor alle nieuwe werkmappen die worden gemaakt.
Het tabblad Geavanceerd in het venster Opties is altijd beschikbaar. U kunt het tabblad Uitgebreid openen voordat u bewerkingen uitvoert, zoals adhoc uitvoeren, een formulier openen, de actieve verbinding voor het blad instellen of de verbinding instellen voor functies.
Ga als volgt te werk om uitgebreide opties in te stellen:
Opmerking:
U hoeft niet op de knop Toepassen op alle bladen te klikken. De opties die op het tabblad Geavanceerd verschijnen, zijn altijd van toepassing op alle bladen, ongeacht of u op Toepassen op alle bladen klikt.Als u echter wijzigingen hebt aangebracht aan de tabbladen Gegevens, Onderdelen of Opmaak, moet u op Toepassen op alle bladen klikken om deze wijzigingen op alle bladen in de werkmap toe te passen.
Uitgebreide opties
Tabel 6-1 Uitgebreide opties
Optie | Omschrijving |
---|---|
Algemeen | Algemeen |
Aantal acties dat ongedaan kan worden gemaakt |
Stel het aantal acties dat ongedaan gemaakt kan worden en opnieuw kan worden uitgevoerd in dat is toegestaan voor een bewerking (0 tot en met 100). Zie voor meer informatie: Ongedaan maken en Opnieuw gebruiken. |
Huidige opties opslaan als standaard |
Selecteer deze optie om uw gewijzigde optieselecties op te slaan op de tabbladen Gegevens, Onderdelen en Opmaak. Nadat u de selecties hebt opgeslagen, worden uw optieselecties de standaard voor alle nieuwe content die u uit een gegevensbron importeert. Opmerking: Wijzigingen die u hebt aangebracht op het tabblad Geavanceerd worden automatisch de standaardinstellingen. U hoeft de opdracht Huidige opties opslaan als standaard niet te selecteren om de opties in Geavanceerd op te slaan. |
Loggen | Loggen |
Diagnose activeren | Selecteer deze optie om de diagnose te activeren. |
Clientlogboekregistratie activeren | Selecteer deze om clientlogboekregistratie te activeren. |
Logbestand tonen | Klik hier om het Smart View-logboek weer te geven in een afzonderlijk venster. U kunt het logboek in het venster bekijken of dit als een bestand downloaden. |
Opslag wissen | Klik hier om de opslagcache te wissen. De opslagcache bevat alle eerder geselecteerde opties op het tabblad Geavanceerd en op de tabbladen Gegevens, Onderdelen en Opmaak. |
Door de gebruiker gedefinieerde functie | Door de gebruiker gedefinieerde functie |
Ontbrekend label | Geef een waarde op voor ontbrekende gegevens in door de gebruiker gedefinieerde functies. |