Dimensiewerkbladen: Uitleg

Applicatiewerkboeken bevatten één dimensiewerkblad voor elk van de dimensies die in het werkblad 'Essbase.Cube' worden vermeld. De naam van elk dimensiewerkblad is 'Dim.dimnaam'. Zo heeft het dimensiewerkblad 'Year' de naam 'Dim.Year'. Dimensienamen zijn maximaal 1024 tekens lang, maar lange dimensienamen (langer dan 31 tekens, waaronder 'Dim.') worden afgekort in de dimensiebladnaam.

In dimensiewerkbladen wordt de syntaxis voor laadregels gebruikt. Bijvoorbeeld: een X in de kolom 'Storage' betekent dat de gegevenswaarde niet is opgeslagen.

In de volgende afbeelding ziet u een dimensiewerkblad in een voorbeeld van een applicatiewerkboek.


Afbeelding van een dimensiewerkblad in een applicatiewerkboek

Tabel A-6 Velden en geldige waarden in dimensiewerkbladen

Eigenschap of veld Geldige waarden Beschrijving

Dimension Name

De naam van de dimensie

Wijzig de dimensienaam in dit veld niet.

Een dimensie of kenmerkdimensie in de structuur

Gedefinieerd in het werkblad 'Essbase.Cube'

Gebruik maximaal 1024 tekens voor namen van dimensies, onderdelen of aliassen. De volgende speciale tekens zijn niet toegestaan: @, ., ,, !, {, }, [, ]. /, \, *.

File Name

Een geldige string.

De bestandsnaam mag niet langer zijn dan dertig tekens.

Met het opbouwproces wordt een gegevensbestand gemaakt met de extensie .txt in Essbase voor elk gegevenswerkblad in het applicatiewerkboek. Geef bestanden zinvolle namen, zodat ze makkelijk herkenbaar zijn als ze opnieuw moeten worden gebruikt.

Rule Name

Een geldige string. Zie voor meer informatie: Limieten van namen en gerelateerde artefacten.

De regelnaam mag niet langer zijn dan dertig tekens.

Met het opbouwproces wordt een regelbestand gemaakt met een extensie .rul in Essbase voor elk dimensiewerkblad in het werkboek. Geef bestanden zinvolle namen, zodat ze makkelijk herkenbaar zijn als ze opnieuw moeten worden gebruikt.

Build Method

  • PARENT-CHILD

  • GENERATION

In het ontwerperpaneel kunt u een kubus opbouwen met een van deze opbouwmethoden, maar u kunt een kubus niet bewerken met de opbouwmethode 'Generatie' met behulp van het paneel. U kunt ook geen hiërarchieën bekijken in de dimensiehiërarchielezer van Cube Designer.

Incremental Mode

  • Merge
  • Remove Unspecified
  • Reset Dimension

Met incrementeel opgebouwde dimensies kunt u bestaande dimensies bijwerken met nieuwe onderdelen.

'Samenvoegen' is de standaardwaarde. Met deze optie worden de nieuwe onderdelen aan de dimensie toegevoegd, terwijl de bestaande onderdelen behouden blijven.

Met 'Niet opgegeven verwijderen' worden onderdelen verwijderd die niet in het bronbestand zijn opgegeven.

Met 'Dimensie opnieuw instellen' worden de onderdelen uit de dimensie gewist en opnieuw opgebouwd, waarbij de gegevens behouden blijven. Zie voor meer informatie: Een dimensie in Cube Designer opnieuw instellen.

Delimiter

De waarden kunnen een tab, een spatie of één teken zijn, maar niet ".

Deze waarde moet rechtstreeks in het Excel-blad worden bijgewerkt. De waarde kan niet worden bijgewerkt in de Cube Designer interface.

Header Rows to Skip

Een positief getal of nul

Nul is de standaardwaarde.

Het aantal koptekstrijen dat moet worden overgeslagen bij het uitvoeren van een gegevenslaadproces of dimensieopbouw

Deze waarde moet rechtstreeks in het Excel-blad worden bijgewerkt. De waarde kan niet worden bijgewerkt in de Cube Designer interface.

Allow Moves

  • Yes
  • No

Hiermee worden in een dimensie onderdelen en hun onderliggende items naar de nieuwe bovenliggende niveaus verplaatst, en worden primaire onderdelen herkend en gematcht met de gegevensbron. Dit is niet van toepassing op dubbele onderdeelstructuren.

Deze waarde moet rechtstreeks in het Excel-blad worden bijgewerkt. De waarde kan niet worden bijgewerkt in de Cube Designer interface.

Gegevensbron Naam van een geldige gegevensbron Deze waarde wordt gebruikt voor het ophalen van gegevens van de gedefinieerde gegevensbron. Deze waarde moet rechtstreeks in het applicatiewerkboek worden bijgewerkt. De waarde kan niet worden bijgewerkt in de interface van Cube Designer.

Member ID

Een unieke sleutel

Wordt gebruikt om een onderdeel in een structuur uniek te definiëren.

Prototype
  • Onderdeel-ID van het prototypeonderdeel
  • Gekwalificeerde onderdeelnaam van het prototypeonderdeel
Hiermee wordt het prototypeonderdeel (onderdeel-ID of gekwalificeerde onderdeelnaam) voor gedeelde onderdelen aangeduid.

Storage Type

  • N

    Het delen van gegevens nooit toestaan

  • O

    Als 'Alleen label' markeren (geen gegevens opslaan)

  • S

    Onderdeel instellen als opgeslagen (niet-dynamische berekening en niet 'alleen label')

  • X

    Als dynamische berekening maken

Maakt gebruik van onderdeeleigenschapscodes voor laadregels. Zie De gegevensbron gebruiken om met onderdeeleigenschappen te werken.

Consolidation Operator

  • +
  • -
  • *
  • /
  • %
  • ~
  • ^
  • + (optellen)
  • - (aftrekken)
  • * (vermenigvuldigen)
  • / (delen)
  • % (procent)
  • ~ (geen bewerking)
  • ^ (nooit consolideren)

IGNORE

Negeren

Gegevens in een kolom met de koptekst IGNORE worden tijdens het laden van gegevens en het opbouwen van dimensies genegeerd.

Deze waarde moet rechtstreeks in het Excel-blad worden bijgewerkt. De waarde kan niet worden bijgewerkt in de Cube Designer interface.

Two-Pass Calculation

  • Yes
  • No

Als u 'Ja' invoert, worden na een standaardberekening onderdelen met de tag 'tweegangs' opnieuw berekend. De tag 'tweegangs' is geldig voor onderdelen van de dimensie met de tag 'Accounts' en voor onderdelen van de dimensies 'Dynamische berekeningen' en 'Dynamische berekeningen en opslag' van elke dimensie.

Tweegangsberekening is alleen van toepassing op blokopslagstructuren.

Solve Order

Een getal tussen 0 en 127

U kunt de oplossingsvolgorde voor dimensies of onderdelen instellen, of u kunt de standaardoplossingsvolgorde gebruiken. De minimumoplossingsvolgorde die u kunt instellen is 0 en het maximum is 127. Een hogere oplossingsvolgorde houdt in dat het onderdeel later wordt berekend; een onderdeel met oplossingsvolgorde 1 wordt opgelost vóór een onderdeel met oplossingsvolgorde 2.

Onderdelen waaraan geen oplosvolgorde is toegewezen, wordt de oplosvolgorde van de bijbehorende dimensie toegewezen.

Time Balance

  • A

    Behandelen als een item met een gemiddeld tijdsaldo (alleen van toepassing op dimensies 'Accounts')

  • F

    Behandelen als het item met het eerste tijdsaldo (alleen van toepassing op dimensies 'Accounts')

  • L

    Behandelen als het item met het laatste tijdsaldo (alleen van toepassing op dimensies 'Accounts')

Maakt gebruik van onderdeeleigenschapscodes voor laadregels. Zie voor meer informatie De gegevensbron gebruiken om met onderdeeleigenschappen te werken.

Eigenschappen van tijdsaldo bieden instructies voor het berekenen van gegevens in de dimensie 'Accounts'. Zie Eigenschappen voor tijdsaldo instellen voor meer informatie.

Skip Value

  • B

    De gegevenswaarden 'nul' of '#MISSING' uitsluiten van het tijdsaldo (alleen van toepassing op dimensies 'Accounts')

  • M

    De gegevenswaarden '#MISSING' uitsluiten van het tijdsaldo (alleen van toepassing op dimensies 'Accounts')

  • Z

    De gegevenswaarden 'nul' uitsluiten van het tijdsaldo (alleen van toepassing op dimensies 'Accounts')

Maakt gebruik van onderdeeleigenschapscodes voor laadregels. Zie voor meer informatie: De gegevensbron gebruiken om met onderdeeleigenschappen te werken.

Als u het tijdsaldo instelt als eerste, laatste of gemiddeld, stelt u de eigenschap 'Overslaan' in om aan te geven wat er moet gebeuren bij nulwaarden of ontbrekende waarden. Zie Eigenschappen voor overslaan instellen.

Expense Reporting

E

Behandelen als item met onkosten (alleen van toepassing op dimensies 'Accounts')

Comment

Willekeurige string

Voer een opmerking in.

Formula

Geldige syntaxis voor formules.

Voer een onderdeelformule in.

User Defined Attribute

Kenmerknamen, zoals specifieke kleuren of grootten

Gedefinieerde kenmerknamen die worden gebruikt voor de analyse van de gegevens

Wanneer u wijzigingen aanbrengt in door de gebruiker gedefinieerde kenmerken (UDA's) tijdens het incrementeel bijwerken van een kubus met Cube Designer en een applicatiewerkboek, moet u alle UDA's in het dimensieblad opgeven. Dit geldt zowel voor nieuwe UDA's die u toevoegt als bestaande UDA's in de structuur. Als u enkele UDA's opgeeft (bijvoorbeeld de UDA's die u toevoegt), maar niet allemaal, worden de niet-opgegeven UDA's verwijderd.

Number of UDAs

Een cijfer

Het aantal UDA's voor dit onderdeel

Available Alias Tables

Naamconventies voor onderdeelnamen zijn van toepassing. Zie voor meer informatie: Naamconventies voor dimensies, onderdelen en aliassen.

ALIAS.tabel_naam

Na de kolomkoptekst met ALIAS.tabel_naam wordt de kolom ingevuld met de aliassen voor de kubus.

U kunt dimensiewerkbladen wijzigen in het ontwerperpaneel. Zie voor meer informatie: Werken met dimensiewerkbladen in Cube Designer.

Zie Werken met regelbestanden.