Onderwerpen
Dit hoofdstuk bevat de volgende secties:
Met agenten kunt u bedrijfsprocessen automatiseren.
U kunt agenten gebruiken voor event-gestuurde waarschuwingen, geplande publicatie van inhoud en voorwaardelijke uitvoering van event-gestuurde acties.
U kunt het volgende kiezen:
Een schema waarop de agent wordt uitgevoerd
Een gegevensvoorwaarde die bepaalt wat de agent doet
Een analyse die kan worden gedistribueerd
Acties die automatisch kunnen worden uitgevoerd afhankelijk van of er aan de gegevensvoorwaarde is voldaan
Agenten kunnen dynamisch problemen en kansen op basis van informatie waarnemen, bepalen welke personen een melding moeten ontvangen en hun informatie bezorgen via een groot aantal apparaten (e-mail, telefoons enzovoort).
De bezorgingsinhoud van een agent wordt gelokaliseerd volgens de gewenste lokale instelling van de ontvanger. (Gebruikers stellen de voorkeurslandinstelling in op het tabblad 'Voorkeuren' van het dialoogvenster 'Mijn account'.)
Een waarschuwing is een melding die wordt gegenereerd door een agent die gepersonaliseerde inhoud en inhoud waarvoor actie is vereist bezorgt bij opgegeven ontvangers en bij aanmeldingen voor de agent.
U kunt de waarschuwingen die bij u zijn bezorgd zien in heel Oracle BI Enterprise Edition, bijvoorbeeld:
In de sectie 'Waarschuwingen' van de beginpagina
Op de eerste pagina van 'Mijn dashboard'. (Er wordt automatisch een sectie 'Waarschuwingen' aan de eerste pagina van 'Mijn dashboard' toegevoegd als u er niet handmatig een sectie plaatst.)
Op een dashboardpagina, als de inhoudontwerper een sectie 'Waarschuwingen' aan de pagina toevoegt. Zie Inhoud aan dashboards toevoegen.
In het dialoogvenster 'Waarschuwingen' dat wordt weergegeven als u klikt op de knop Waarschuwingen in de algemene koptekst.
In opgegeven bezorgingsapparaten, zoals een telefoon. Zie Wat zijn apparaten en bezorgingsprofielen?.
In zijn eenvoudigste vorm wordt met een agent automatisch een bepaalde catalogusanalyse uitgevoerd op basis van een gedefinieerde planning en worden de resultaten onderzocht op een specifiek probleem of een specifieke kans.
Als het opgegeven probleem of de opgegeven kans wordt gedetecteerd in de resultaten, wordt er een waarschuwing gegenereerd en bezorgd aan opgegeven ontvangers en personen die zijn aangemeld voor de agent volgens de bezorgingsopties die voor die personen zijn ingesteld.
Zie Wat zijn waarschuwingen? en Wat zijn apparaten en bezorgingsprofielen?.
Voor het afhandelen van complexere vereisten kunnen acties worden aangeroepen waarmee andere agenten, scripts, Java-programma's of applicaties worden uitgevoerd. Resultaten kunnen worden uitgewisseld tussen agenten en doorgegeven aan andere applicaties of services als XML, HTML of tekst zonder opmaak. Met een agent kan bijvoorbeeld een analyse worden uitgevoerd om te zoeken naar alle orders voor een product boven een opgegeven bedrag in euro's die niet kunnen worden vervuld door een regionaal magazijn. De resultaten kunnen worden doorgegeven aan een andere agent waarmee wordt gezocht naar alternatieve bronnen voor deze producten. Ten slotte kan een agent worden gestart om die gegevens in te voeren in een CRM-systeem en de betreffende accountmedewerkers over de alternatieve bronnen te informeren.
Mogelijk bent u een ontvanger van waarschuwingen die door bepaalde agenten worden gegenereerd of kunt u zich aanmelden voor agenten die anderen hebben gemaakt. U kunt ook uw eigen agenten maken als u daarvoor de juiste machtigingen en autorisaties hebt. Afhankelijk van uw autorisatieniveau kunt u selectief agenten delen met anderen of agenten beschikbaar maken voor alle gebruikers.
Met de Agenteditor kunt u agenten maken voor het bij gebruikers bezorgen van gepersonaliseerde inhoud en inhoud waarvoor actie is vereist. U kunt er ook een overzicht van de huidige instellingen van agenten mee bekijken.
De Agenteditor bevat de volgende tabbladen:
Algemeen: hiermee kunt u de prioriteit opgeven van de inhoud die een agent moet bezorgen en kunt u opgeven hoe de bezorgingsinhoud moet worden gegenereerd (dat wil zeggen: als welke gebruiker de zoekvraag moet worden uitgevoerd).
Planning: hiermee kunt u opgeven of de agent moet worden uitgevoerd op basis van een planning, hoe vaak deze moet worden uitgevoerd en wanneer de uitvoering moet worden gestart en beëindigd.
Voorwaarde: hiermee kunt u opgeven of een agent de inhoud altijd moet bezorgen en de acties altijd moet uitvoeren of de inhoud onder voorwaarden bezorgt en de acties onder voorwaarden uitvoert.
Bezorgingsinhoud: hiermee kunt u de inhoud opgeven die moet worden bezorgd met een agent, zoals een dashboardpagina of een opgeslagen analyse.
Ontvangers: hiermee kunt u opgeven wie de bezorgingsinhoud moet ontvangen van de agent en wie zich bij de agent mag aanmelden.
Bestemmingen: hiermee kunt u opgeven waar de inhoud moet worden bezorgd.
Acties: hiermee kunt u een of meer acties opgeven die moet worden uitgevoerd wanneer een agent klaar is.
U krijgt toegang tot de Agenteditor wanneer u een agent maakt of bewerkt. Zie Agenten maken.
Toegang tot agenten is beschikbaar voor alle gebruikers van Oracle BI EE.
Het verlenen van toegang tot specifieke agentfuncties wordt uitgevoerd via de beheerpagina 'Rechten beheren'. Als u de juiste autorisatie hebt, kunt expliciete toegang tot allerlei agentrechten verlenen of weigeren, waaronder de mogelijkheid om de volgende acties uit te voeren:
Agenten maken
Agenten publiceren voor aanmelding
Agenten bezorgen bij opgegeven of dynamisch bepaalde gebruikers
Agenten koppelen
Huidige aanmeldingen voor agenten wijzigen
Zie Rechten voor Presentation Services beheren in Security Guide for Oracle Business Intelligence Enterprise Edition voor meer informatie over rechten.
Met aanpassingen in agenten kunt u algemene agenten maken die voor meerdere doelen kunnen worden gebruikt.
Door het gebruik van aanpassingen in agenten hoeft u minder agenten en voorwaarden te maken voor uw organisatie. Het stelt u ook in staat specifieke waarschuwingen te maken voor bepaalde situaties.
Aanpassing in een agent geschiedt door de operatoren en waarden van filters met prompts van analysen in de agent te overschrijven. (Een filter met prompts is een filter waarvan de operator is ingesteld op 'Wordt gevraagd'. Zie voor meer informatie: Kolomfilters maken.
U gebruikt analysen in een agent wanneer u een agent instelt voor het volgende:
Het voorwaardelijk bezorgen van inhoud en het uitvoeren van acties met behulp van een (benoemde of interne) voorwaarde die gebaseerd op een analyse. Zie Werken met voorwaarden.
Het bezorgen van een analyse als inhoud.
Filters met prompts kunnen worden aangepast op verschillende punten, afhankelijk van het gebruik van de analyse die eraan is gekoppeld:
Als de analyse wordt gebruikt als basis voor een benoemde voorwaarde, is de keten voor aanpassing als volgt:
In de analyse
In de benoemde voorwaarde
In de agentaanpassing van de voorwaarde
In de aanmeldingsaanpassing van de agentvoorwaarde
Als de analyse wordt gebruikt als basis voor een interne voorwaarde die is gemaakt in een agent, is de keten voor aanpassing als volgt:
In de analyse
In de agentaanpassing van de voorwaarde
In de aanmeldingsaanpassing van de agentvoorwaarde
Als de analyse is opgegeven als bezorgingsinhoud voor een agent, is de keten voor aanpassing als volgt:
In de analyse
In de agentaanpassing van de bezorgingsinhoud
In de aanmeldingsaanpassing van de bezorgingsinhoud
Houd rekening met het volgende wanneer u aanpassingen in agenten gebruikt:
Als een filter eenmaal is overschreven, kan het niet nogmaals worden overschreven verderop in de aanpassingsketen. Als u bijvoorbeeld een filter in de agentaanpassing van de bezorgingsinhoud overschrijft, kan de abonnee dit filter later niet meer overschrijven in de aanmeldingsaanpassing van de bezorgingsinhoud.
Als filters in een analyse zijn gecombineerd (met 'AND' en 'OR'), wordt deze structuur met 'AND' en 'OR' niet weergegeven in de aanpassing.
Als dezelfde filters meerdere keren worden gebruikt in een agent, wordt slechts één unieke set van de filters weergegeven voor aanpassing. De aangepaste waarden worden die u opgeeft, worden toegepast op alle instances van het herhaalde filter.
Uitzondering: als de analyse het resultaat is van een combinatie van twee of meer analysen op basis van een UNION-bewerking, worden unieke filters uit elk deel van de UNION-bewerking weergegeven voor aanpassing. Zie Kolommen combineren met behulp van verzamelingsbewerkingen.
Filters die worden doorgegeven aan andere agenten in een keten (zie de actie 'Agent oproepen' in Acties voor het aanroepen van bewerkingen, functies of processen in externe systemen) bieden geen ondersteuning voor aanpassing. De filters die worden doorgegeven door de bovenliggende agent, zijn die zonder aanmeldingsaanpassingen. De filters die worden doorgegeven aan de onderliggende agent, vervangen de respectievelijke filters met prompts voordat aanmeldingsaanpassingen worden toegepast.
U kunt bedrijfsprocessen automatiseren door agenten te maken en te gebruiken.
Houd rekening met de volgende richtlijnen:
U kunt de Agenteditor ook openen door Agent te kiezen in de sectie Maken op de beginpagina.
U kunt ook een agent maken op basis van een analyse. Zie Agenten maken op basis van analysen.
Gebruik de volgende procedure om een agent te maken.
U kunt een overzicht bekijken van de huidige instellingen voor een agent.
In de Agenteditor wordt een overzicht weergegeven dat kan worden uitgevouwen of samengevouwen. Standaard is het overzicht uitgevouwen.
Houd rekening met de volgende richtlijn:
U kunt ook een overzicht van de instellingen van een agent bekijken in het voorbeeldvenster van de pagina 'Catalogus'.
U kunt agenten opnieuw gebruiken door ze op te slaan.
Als een agent beschikbaar is voor aanmelding, dan moet u deze opslaan in een submap in /Gedeelde mappen
, bijvoorbeeld /Gedeelde mappen/Gedeelde agenten/Verkoop/Agent1
. U kunt een agent niet rechtstreeks in /Gedeelde mappen
opslaan, bijvoorbeeld /Gedeelde mappen/Agent1
.
Als een agent niet beschikbaar is voor aanmelding, dan kunt u deze opslaan in een submap in /Gedeelde mappen
, in /Mijn mappen
of in een submap in /Mijn mappen
, bijvoorbeeld /Mijn mappen/Verkoop/Agent1
. U kunt een agent niet rechtstreeks in /Gedeelde mappen
opslaan, bijvoorbeeld /Gedeelde mappen/Agent1
.
U kunt agenten in bestaande mappen opslaan of in nieuwe mappen die u als volgt maakt.
U kunt zich aanmelden voor agenten die door de eigenaar voor u beschikbaar zijn gemaakt voor aanmelding.
Wanneer u zich aanmeldt voor een agent, weet u zeker dat u de meest recente gegevens over deze agent hebt.
Als u een agent beschikbaar wilt maken voor aanmelding, moet op het tabblad 'Ontvangers' van de Agenteditor de optie Agent publiceren voor aanmelding zijn geselecteerd. Ook moet u opgeven welke gebruikers, catalogusgroepen en applicatierollen zich mogen aanmelden.
U kunt een lijst met de agenten weergeven waarvoor u bent aangemeld of waarvan u eigenaar bent, dat wil zeggen: de agenten die u in uw persoonlijke map hebt opgeslagen ('Mijn mappen').
U hebt toegang tot de agenten waarvoor u bent aangemeld of waarvan u eigenaar bent en kunt het gedrag van de agenten wijzigen.
U kunt u afmelden voor agenten waarvoor u momenteel bent aangemeld.
Als u zich afmeldt voor een agent, ziet u niet langer de uitvoer van deze agent.
Stel dat een agent zo is ingesteld dat gebruikers de aanmelding kunnen aanpassen en in de agent een analyse wordt gebruikt met een filter met prompts voor de voorwaarde, de bezorgingsinhoud of beide.
Dan kunt u de filterwaarden voor de voorwaardelijke analyse, de bezorgingsinhoud of beide naar wens aanpassen.
Als u gebruikers wilt toestaan een agentaanmelding aan te passen, moet de agent worden uitgevoerd als Ontvanger en moet u de optie Aangemelde gebruikers toestaan de agent aan te passen selecteren op het tabblad 'Ontvangers' van de Agenteditor.
Als u aangepaste filterwaarden in een agentaanmelding hebt en die filterwaarden in de agentresultaten wilt weergeven, moet u de weergave 'Filters' aan de analyse toevoegen.
Met aangepaste filterwaarden kunt u alleen de meest belangrijke informatie presenteren via een agent.
U kunt de planning van een agent tijdelijk deactiveren (en vervolgens activeren).
Door de planning van een agent te deactiveren, wordt de agent niet uitgevoerd volgens de gedefinieerde planning. Hierdoor wordt niet voorkomen dat de planning op een andere manier wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld via de knop Agent nu uitvoeren in de Agenteditor.
Het deactiveren van de planning van een agent is nuttig als u een planning hebt gedefinieerd voor een agent, maar erachter komt dat u de planning voor een bepaalde periode wilt stoppen.
Bovendien kan de planning van een agent standaard tijdelijk worden gedeactiveerd. Als u bijvoorbeeld een map kopieert die een of meer agenten bevat, wordt de planning van elke agentkopie standaard gedeactiveerd en wordt de agent niet uitgevoerd volgens de gedefinieerde planning van de agent totdat u deze activeert.
Ga als volgt te werk om de planning van een agent te deactiveren en vervolgens te activeren:
U kunt ook de planning van een agent deactiveren en activeren door het vakje Actief op het tabblad 'Planning' van de Agenteditor te gebruiken.
U kunt meldingen over inhoud ontvangen via apparaten en bezorgingsprofielen.
Met apparaten en bezorgingsprofielen wordt bepaald hoe er contact met u wordt opgenomen wanneer een waarschuwing wordt gegenereerd door een agent en welke apparaten de inhoud ontvangen:
Apparaat: een apparaat is het medium dat wordt gebruikt om inhoud bij u te bezorgen. De inhoud van een agent kan als een e-mail- of sms-bericht worden bezorgd bij een reeks apparaten.
Bezorgingsprofiel: een bezorgingsprofiel geeft aan welke apparaten moeten worden gebruikt om inhoud bij u te bezorgen, op basis van de prioriteit van de inhoud. U kunt meerdere bezorgingsprofielen definiëren om te voldoen aan uw behoeften, en tussen deze apparaten wisselen. Er kan echter maar één profiel tegelijkertijd actief zijn.
U kunt bijvoorbeeld een bezorgingsprofiel Op kantoor hebben dat inhoud op een zakelijk e-mailadres bezorgt en een profiel Onderweg dat inhoud op uw mobiele telefoon bezorgt, afhankelijk van de prioriteit van de informatie.
U configureert uw apparaten en bezorgingsprofielen via het tabblad Bezorgingsopties in het dialoogvenster Mijn account. Zie Apparaten en bezorgingsprofielen configureren. (De beheerder bepaalt welke typen apparaten beschikbaar voor u zijn. Zie voor meer informatie: Managing Device Types for Agents in System Administrator's Guide for Oracle Business Intelligence Enterprise Edition.)
Mogelijk worden als volgt systeembezorgingsapparaten en bezorgingsprofielen door uw organisatie automatisch in het systeem gegenereerd:
Met behulp van het SA-systeemonderwerpgebied kan uw organisatie systeembezorgingsapparaten genereren op basis van het e-mailadres en andere apparaatgegevens (zoals nummers van mobiele telefoons) van elke gebruiker en vervolgens een systeembezorgingsprofiel genereren voor elke gebruiker met behulp van de systeembezorgingsapparaten van elke gebruiker.
Met behulp van de LDAP-server (maar alleen als bezorgingsapparaten en -profielen niet zijn gegenereerd vanuit het SA-systeemonderwerpgebied) kan uw organisatie via de LDAP-server systeembezorgingsapparaten genereren op basis van het e-mailadres van elke gebruiker en vervolgens een systeembezorgingsprofiel genereren voor elke gebruiker met behulp van het systeembezorgingsapparaat van elke gebruiker.
Als u geen apparaten of profielen configureert, wordt het systeembezorgingsprofiel dat voor u is gegenereerd als de standaardwaarde gebruikt. Zelfs als u andere profielen definieert, kunt u het systeemprofiel als uw standaardprofiel configureren. Als u een bezorgingsprofiel definieert, kunt u systeemapparaten in dit profiel opnemen en de prioriteitsniveaus instellen waarvoor dit bezorgingsapparaat wordt gebruikt. Zie voor meer informatie: Setting Up the SA System Subject Area in Scheduling Jobs Guide for Oracle Business Intelligence Enterprise Edition.
Afhankelijk van de bestemmingen die zijn opgegeven voor een agent kan inhoud worden bezorgd bij:
De beginpagina en het dashboard. Zie Wat zijn waarschuwingen?.
Het actieve bezorgingsprofiel of specifieke apparaten.
Wanneer de bestemmingen specifieke apparaten zijn, wordt de inhoud bezorgd bij de apparaten die u hebt geconfigureerd en niet bij de apparaten in uw actieve bezorgingsprofiel. Als een agent bijvoorbeeld is gedefinieerd voor bezorging bij e-mailapparaten, wordt het door u geconfigureerde standaard-e-mailapparaat gebruikt, en niet e-mailapparaten die u in uw actieve bezorgingsprofiel hebt geconfigureerd.
Aan bezorgingsinhoud wordt een specifieke prioriteit toegekend. De standaardprioriteit is 'Normaal'. Wanneer u apparaten voor uw actieve profiel selecteert, kunt u aangeven van welke prioriteit inhoud naar dat apparaat moet worden verzonden. Als u bijvoorbeeld een mobiele telefoon aan uw bezorgingsprofiel hebt toegevoegd, wilt u deze mogelijk alleen koppelen aan inhoud met een hoge prioriteit. Wanneer u weet dat u vaak weg bent van kantoor en geen e-mailbereik hebt, kunt u aangeven dat u alleen inhoud met een lage prioriteit op uw zakelijke e-mailadres wilt ontvangen.
Gebruik het tabblad 'Bezorgingsopties' in het dialoogvenster 'Mijn account' om de apparaten en bezorgingsprofielen te configureren die moeten worden gebruikt om u te bereiken wanneer een waarschuwing wordt gegenereerd door een agent.
U kunt een lijst met uw waarschuwingen openen.
In deze lijst ziet u de naam van elke waarschuwing, de bijbehorende datum en tijd van bezorging, en het aantal keren dat de waarschuwing voorkomt. Met behulp van deze lijst kunt u het volgende doen:
De inhoud van een waarschuwing bekijken.
Een waarschuwing en alle instances daarvan wissen.
De agent bewerken waarmee de waarschuwing is gegenereerd, als u bent gemachtigd de agent aan te passen.
De agent uitvoeren waarmee de waarschuwing is gegenereerd, als u bent gemachtigd de agent uit te voeren.
Aanmelden voor de waarschuwingenfeed van Oracle BI. Zie Aanmelden voor een RSS-feed voor waarschuwingen.
Al uw waarschuwingen en de bijbehorende instances wissen.
U kunt uw waarschuwingen ook bekijken en beheren via de sectie 'Waarschuwingen' op de beginpagina.
U kunt waarschuwingen ontvangen via een met RSS 2.0 compatibele lezer die HTTP-basisverificatie ondersteunt.
Als Oracle BI Presentation Services gebruikmaakt van het HTTPS-protocol, moet de RSS-lezer die u gebruikt ook het HTTPS-protocol ondersteunen.
Als u zich wilt aanmelden voor een RSS-feed voor waarschuwingen, moet de beheerder u het recht 'Toegang tot RSS-feeds' hebben verleend.