Verbindingen binnen een Office-document wijzigen

In het paneel Inhoud document kunt u verbindingen wijzigen voor Oracle Smart View for Office-objecten binnen een Office-document. Dit is handig als u een Office-document deelt tussen afdelingen die naar verschillende servers verwijzen of wanneer u van een test- naar een productieomgeving overgaat.

U kunt de verbindingseigenschappen wijzigen voor alle entiteiten in een document die dezelfde verbindingsgegevens delen (bijvoorbeeld alle werkbladen of rasters die naar dezelfde applicatie en database op een bepaalde server verwijzen). In een Excel-werkmap kunt u de verbindingsgegevens ook blad voor blad wijzigen.

Ga als volgt te werk om de verbindingen te wijzigen vanuit het deelvenster Inhoud document:

  1. Open het Office-document.

    Opmerking:

    Narrative Reporting: als u de verbindingsgegevens voor Smart View inhoud in een Excel-doclet wilt wijzigen, moet u de doclet openen vanuit het rapportpackage en de doclet vervolgens uitchecken. Zie Doclets uitchecken.

  2. Voer in het deelvenster Inhoud document een actie uit vanuit de dropdownlijst:
    • Selecteer een blad uit een geselecteerd document

    • Selecteer een bepaalde verbinding

    • Selecteer Alle verbindingen

  3. Selecteer de koppeling Verbinding wijzigen onder aan het deelvenster.

    U kunt ook met de rechtermuisknop op een de naam van een verbinding of van een blad klikken en Verbinding wijzigen selecteren. U kunt verbindingen ook als volgt wijzigen:

    • Als u een verbinding voor alle bladen van een werkboek wilt wijzigen, selecteert u de bovenste naam van de verbinding in de boomstructuur in Inhoud document.

    • Als u een verbinding voor een specifiek werkblad wilt wijzigen, selecteert u de naam van de verbinding onder de boomstructuur van het specifieke bladniveau

    De pagina Verbinding bewerken - URL van de wizard wordt weergegeven.

  4. Selecteer een bestaande verbinding of voer in de URL-dropdownlijst een nieuwe verbindings-URL in.
  5. Klik op Volgende en vouw in Verbinding bewerken - Applicatie/kubus Servers uit en navigeer naar de applicatie en database waarmee u verbinding wilt maken. Dit is afhankelijk van de vereisten van de provider.

    U kunt ook het selectievakje Geavanceerde instellingen inschakelen en de gegevens voor Server, Applicatie en Kubus/Database handmatig invoeren volgens de vereisten van de provider.

    In Afbeelding 4-7 ziet u bijvoorbeeld de ingangen voor het maken van verbinding met een Oracle Essbase-applicatie en -database.

    Afbeelding 4-7 Verbinding bewerken - Applicatie/kubus - Geavanceerde instellingen


    De wizardpagina Verbinding bewerken - Applicatie/kubus - Geavanceerde instellingen met de velden Server, Applicatie en Kubus/Database.
  6. Klik op Voltooien.
  7. Selecteer de koppeling Vernieuwen onder in het deelvenster Inhoud document.
  8. Sla het werkboek op om de gewijzigde verbindingsgegevens op te slaan.

    De gewijzigde verbindingsgegevens worden opgeslagen als u het werkboek opslaat.

    Opmerking:

    Narrative Reporting: upload de Excel-doclet waarmee u werkt en check deze in. De gewijzigde verbindingsgegevens worden opgeslagen wanneer u de doclet uploadt en incheckt. Zie voor meer informatie: Paginakenmerken en diamasters uploaden en ermee werken en Doclets inchecken.