Conversietaken naar TIFF configureren

Door conversietaken naar TIFF te maken, kunt u niet-afbeeldingsbestanden converteren naar zwart-wit- of kleurenbestanden.

  1. Selecteer de procedure in het deelvenster 'Procedures' aan de linkerkant.

    De configuratiepagina's voor de geselecteerde procedure worden rechts weergegeven.

  2. Open het tabblad Verwerking.
  3. Klik in de tabel Conversietaken naar TIFF op Conversietaak toevoegen of klik op Conversietaak bewerken om een bestaande taak te bewerken.

    U kunt een conversietaak ook kopiëren door deze te selecteren, op Conversietaak kopiëren te klikken en een nieuwe naam in te voeren wanneer hierom wordt gevraagd. Door een taak te kopiëren kunt u deze snel dupliceren en wijzigen.

  4. Ga naar de pagina 'Documentselectie':

    1. Voer in de sectie Taakdetails een naam en beschrijving in voor de taak.

    2. Voer de volgende acties uit in de sectie Documentconversie:

      • Schakel het selectievakje Documenten converteren in.
      • Selecteer bij Te converteren documenten of u alle niet-afbeeldingsdocumenten wilt verwerken of alleen de documenten die overeenkomen met een opgegeven bestandsnaamfilter. U kunt een asterisk (*) invoeren als jokerteken en u kunt meerdere filters van elkaar scheiden door middel van een komma of puntkomma.

      • Als u documenten wilt verwerken voor specifieke documentprofielen, selecteert u een of meer documentprofielen in het veld Beperken tot documentprofielen of selecteert u Alles om documenten te verwerken voor alle gedefinieerde documentprofielen.

    3. Voer de volgende acties uit in de sectie Bijlageconversie:

      • Schakel het selectievakje Bijlagen converteren in.

      • Selecteer in het veld Te converteren bijlagen of u alle bijlagen bij niet-afbeeldingsdocumenten wilt verwerken of alleen de bijlagen die overeenkomen met een opgegeven bestandsnaamfilter. U kunt een asterisk (*) invoeren als jokerteken en u kunt meerdere filters van elkaar scheiden door middel van een komma of puntkomma.

      • Als u bijlagen wilt verwerken voor specifieke bijlagetypen, selecteert u een of meer bijlagetypen in het veld Beperken tot bijlagetypen of selecteert u Alles om bijlagen te verwerken voor alle gedefinieerde bijlagetypen.

  5. Kies er op de pagina 'Uitvoerindeling' voor om niet-afbeeldingsdocumenten te converteren naar zwart-wit (standaardinstelling) of kleur. Als u 'Kleur' selecteert, geeft u de afbeeldingskwaliteit op in het veld Afbeeldingskwaliteit en de resolutie in het veld DPI.

    Voer bij Afbeeldingsinstellingen in het veld Drempel in bytes lege pagina een waarde voor de bestandsgrootte (in bytes) in. Elke afbeelding waarvan de grootte kleiner is dan of gelijk is aan de drempel, wordt als lege pagina beschouwd en daarom verwijderd. Geef ook een waarde op in het veld Maximaal toegestaan papierformaat tijdens conversie.

  6. Kies een conversie-engine op de pagina 'PDF-conversie-engine'. Zie voor meer informatie: PDF-conversie-engine configureren.

  7. Voltooi de instellingen op de pagina 'Opties voor documentsamenvoeging'.

    Zie voor meer informatie: Documentsamenvoeging en metagegevenstoewijzing opgeven.

  8. Geef op de pagina 'Naverwerking' aan wat er moet gebeuren als de conversieverwerking is voltooid (afhankelijk van het al dan niet slagen van de verwerking).

    Zie voor meer informatie: Naverwerking en controle van een conversietaak naar TIFF configureren.

  9. Controleer de instellingen op de pagina 'Overzicht' en klik op Versturen om de taak op te slaan.

  10. Configureer hoe de batchstromen lopen voor het converteren van documenten naar TIFF. Zie voor meer informatie: Batchstromen voor conversietaken naar TIFF configureren.

  11. Test de door u gemaakte conversietaak naar TIFF.

Detectie van lege pagina's configureren in een TIFF-conversietaak

U kunt Content Capture zo configureren dat lege pagina's automatisch worden gedetecteerd en uit niet-afbeeldingsdocumenten worden verwijderd op het moment dat deze documenten worden geconverteerd naar afbeeldingen. Geef een drempelbestandsgrootte op voor afbeeldingen, zodat deze door Content Capture als lege pagina's kunnen worden beschouwd.

Ga als volgt te werk om detectie van lege pagina's te configureren:
  1. Selecteer de pagina 'Uitvoerindeling' wanneer u een TIFF-conversietaak toevoegt of bewerkt.
  2. Voer bij Afbeeldingsinstellingen in het veld Drempel in bytes lege pagina een waarde voor de bestandsgrootte (in bytes) in om een lege pagina te kunnen detecteren. Als u '0' opgeeft, worden lege pagina's wel opgenomen, maar niet verwijderd.
  3. Klik op Versturen om de conversietaak op te slaan.

Documentsamenvoeging en metagegevenstoewijzing opgeven

Met de TIFF-conversieprocessor kunt u opgeven hoe documenten in een batch moeten worden samengevoegd tijdens de conversieverwerking en hoe metagegevenswaarden worden toegewezen bij het samenvoegen van documenten. De opties voor samenvoeging en metagegevenstoewijzing zijn geschikt voor algemene scenario's voor documentconversie.

Met de importprocessor kunnen bijvoorbeeld e-mailberichten met PDF-bijlagen worden geïmporteerd die vervolgens worden verstuurd voor conversie. Omdat het e-mailbericht gelijk is voor elk gekoppeld PDF-document en mogelijk van belang is voor het verwerken of indexeren van elk document, kunt u een van de opties voor documentsamenvoeging selecteren waarmee een brondocument (in dit geval een e-mailbericht) wordt samengevoegd met alle andere doeldocumenten (PDF).

Ga als het volgt te werk om op te geven hoe documenten worden samengevoegd en metagegevens worden toegewezen:
  1. Voeg een conversietaak naar TIFF toe of bewerk een bestaande conversietaak naar TIFF en selecteer de pagina 'Opties voor documentsamenvoeging'. Op dit tabblad kunt u het volgende opgeven:
    • Of en op welke manier documenten moeten worden samengevoegd in een batch.

    • Of één document moet worden samengevoegd met alle andere documenten en waar moet dit document worden opgeslagen.

    • Van welk document metagegevenswaarden moeten worden toegewezen aan het nieuw gecombineerde document.

    • Of de bijlagen van het brondocument moeten worden opgenomen tijdens het samenvoegen. En zo ja, hoe dit moet gebeuren.

  2. Ga als volgt te werk om een optie voor batchsamenvoeging te selecteren:
    • Documenten niet samenvoegen: selecteer deze optie (standaardwaarde) als batches al in documenten zijn geordend of wanneer u wilt converteren zonder documenten samen te voegen. Wanneer u deze optie selecteert, worden de overige velden op het tabblad gedeactiveerd.

    • Alle documenten samenvoegen: selecteer deze optie om alle documenten in de batch samen te voegen tot één document. Het eerste document in de batch wordt beschouwd als doeldocument en alle andere documenten als brondocumenten die aan het doeldocument worden toegevoegd.

    • Eerste document samenvoegen met alle andere documenten: selecteer deze optie om het eerste document in de batch samen te voegen met alle andere documenten. Het eerste document wordt beschouwd als brondocument en wordt toegevoegd aan het begin of einde van het doeldocument op basis van uw instelling voor Plaatsing brondocumentpagina.

    • Laatste document samenvoegen met alle andere documenten: selecteer deze optie om het laatste document in de batch samen te voegen met alle andere documenten. Het laatste document wordt beschouwd als brondocument en wordt toegevoegd aan het begin of einde van de doeldocumenten op basis van uw instelling voor Plaatsing brondocumentpagina.

  3. Als u in de vorige stap de optie Eerste document samenvoegen met alle andere documenten of Laatste document samenvoegen met alle andere documenten kiest, wordt het veld Plaatsing brondocumentpagina geactiveerd. Geef op of het brondocument aan het begin of einde van het doeldocument moet worden toegevoegd.
  4. Geef op hoe metagegevenswaarden moeten worden toegepast op samengevoegde documenten. U kunt kiezen uit de volgende opties:
    • Metagegevenswaarden brondocument toepassen: selecteer deze optie om de metagegevenswaarden van het brondocument toe te passen op het doeldocument. Als elk brondocument metagegevenswaarden bevat, levert het laatst verwerkte document de doelmetagegevenswaarden.

    • Toestaan dat metagegevenswaarden brondocument worden overschreven: selecteer deze optie zodat de metagegevenswaarden van het doeldocument kunnen worden overschreven door de metagegevenswaarden van het brondocument.

    U kunt al deze velden tegelijk selecteren. Deze velden zijn standaard gedeselecteerd. Bij het samenvoegen van eerste of laatste documenten worden standaard de metagegevenswaarden van het doeldocument toegepast. Bij het samenvoegen van alle documenten worden standaard de metagegevenswaarden van het eerste (doel)document toegepast.
  5. Geef in het veld Bronbijlagen aan of de bijlagen van het brondocument moet worden opgenomen. en of alle bijlagen moeten worden opgenomen of alleen bijlagen die overeenkomen met de bijlagetypen van het documentprofiel.

    Als u Alle documenten samenvoegen selecteert in het veld Optie voor batchsamenvoeging, worden alle documenten, inclusief het eerste document in de batch, als brondocumenten beschouwd.

PDF-conversie-engine configureren

Op de pagina 'PDF-conversie-engine' kunt u voor het converteren van documenten kiezen tussen Oracle Outside In en Artifex Ghostscript.

U kiest als volgt een PDF-conversie-engine:
  1. Voeg een conversietaak naar TIFF toe of bewerk een bestaande conversietaak naar TIFF en selecteer de pagina 'PDF-conversie-engine'.
  2. Standaard is in de sectie PDF-conversie-engine de optie Standaard: Oracle Outside In geselecteerd. U kunt als alternatief kiezen voor Alternatief: Artifex Ghostscript.
  3. Typ een of meer bestandsnaamfilters in het veld Bestandsnaamfilter(s) om de verwerking te beperken tot bepaalde bestandsnamen. Dit veld is standaard ingesteld op *.* (alle bestanden worden verwerkt).

Batchstromen voor conversietaken naar TIFF configureren

Als u een conversietaak naar TIFF wilt uitvoeren, moet u batches zodanig configureren dat ze naar de taak stromen voor verwerking. Hiertoe stelt u de conversieprocessortaak in als een naverwerkingsstap in een clientprofiel of andere processortaak.

U kunt batchstromen configureren vanuit het volgende:

U kunt bijvoorbeeld een importprocessortaak maken waarmee e-mailberichten en bijbehorende PDF-bijlagen worden geïmporteerd en daarna naar de conversieprocessor worden gestuurd voor conversie naar afbeeldingen. Deze afbeeldingen worden vervolgens naar een herkenningsprocessortaak gestuurd voor streepjescodeherkenning.

Naverwerking en controle van een conversietaak naar TIFF configureren

Gebruik de opties voor naverwerking van een conversietaak naar TIFF om aan te geven wat er gebeurt nadat de verwerking is voltooid, afhankelijk van het resultaat van de verwerking.

Ga als volgt te werk om de naverwerking en controle van een conversietaak te configureren:
  1. Selecteer de procedure in het deelvenster 'Procedures' aan de linkerkant.
    De configuratiepagina's voor de geselecteerde procedure worden rechts weergegeven.
  2. Open het tabblad Processor.
  3. In de tabel Conversietaken naar TIFF voegt u een conversietaak naar TIFF toe of bewerkt u een taak.
  4. Klik op de pagina 'Naverwerking' om de verwerkingsopties weer te geven voor geslaagde verwerking (zonder systeemfouten) en mislukte verwerking (een of meer systeemfouten). De volgende stappen zijn van toepassing op beide secties: Wanneer er geen systeemfout is en Wanneer er systeemfouten zijn.
  5. Geef in de velden Batchprocessor en Batchprocessortaak op welke verwerkingsstap (indien aanwezig) plaatsvindt nadat de documentconversie is verwerkt. U kunt kiezen uit Geen, Vastleggingsprocessor, Herkenningsprocessor, Conversies naar TIFF, Conversies naar PDF, Activumreferentieprocessor of XML-transformatieprocessor. Als u 'Herkenningsprocessor', 'Conversies naar TIFF' of 'Conversies naar PDF' kiest, geeft u een processortaak op.

    U kunt bijvoorbeeld batches zonder fouten versturen naar de vastleggingsprocessor. U kunt Geen opgeven voor batches met systeemfouten en vervolgens de batchstatus of het voorvoegsel wijzigen om verdere verwerking in de client te vereenvoudigen.

  6. Voer in het e-mailadresveld desgewenst een adres in waarnaar meldingen over slagen of mislukken worden gestuurd nadat de verwerking is voltooid. Tijdens het configureren en testen van een conversieprocessortaak kunt u instellen dat u e-mailmeldingen ontvangt bij systeemfouten en dat een beheerder later automatisch op de hoogte wordt gebracht van verwerkingsfouten.
  7. Geef in de overige velden op hoe verwerkte batches moeten worden gewijzigd.
    • Hernoem batches door een voorvoegsel toe te voegen. Voeg bijvoorbeeld het voorvoegsel ERR toe aan de naam om opvolging mogelijk te maken.

    • Wijzig de batchstatus of -prioriteit. U kunt bijvoorbeeld de status van batches met systeemfouten wijzigen en vervolgens een clientprofiel maken met een batchfilter dat op deze status is ingesteld, zodat bevoegde gebruikers batches met fouten handmatig kunnen bewerken en voltooien.

  8. Klik op Versturen om de taak op te slaan.

Conversietaken naar TIFF deactiveren of verwijderen

Wanneer u een conversietaak naar TIFF verwijdert, is deze taak niet meer beschikbaar voor batches waarvoor deze is ingesteld als naverwerkingsstap. Als een opgegeven naverwerkingstaak niet beschikbaar is, wordt een fout gegenereerd voor de batch. Mogelijk wilt u een taak enige tijd offline zetten voordat u deze verwijdert, zodat u onverwachte problemen bij het verwijderen ervan kunt oplossen. Online-conversietaken naar TIFF worden uitgevoerd wanneer deze worden geselecteerd in een clientprofiel of op de pagina 'Naverwerking' van de processortaak. U kunt een taak tijdelijk stoppen (offline nemen) of een gedeactiveerde taak wijzigen zodat deze opnieuw kan worden uitgevoerd.

Ga als volgt te werk om een conversietaak te deactiveren of te verwijderen:
  1. Selecteer de procedure in het deelvenster 'Procedures' aan de linkerkant.
    De configuratiepagina's voor de geselecteerde procedure worden rechts weergegeven.
  2. Open het tabblad Verwerking.
  3. Als u een taak wilt deactiveren, selecteert u deze in de tabel Conversietaken naar TIFF en klikt u op Conversietaak deactiveren of activeren.

    U kunt een conversietaak ook deactiveren of activeren door het veld Online op de pagina 'Documentselectie' te selecteren of te deselecteren.

  4. Selecteer de gedeactiveerde taak in de tabel Conversietaken naar TIFF en klik op Conversietaak verwijderen.
  5. Klik op Ja wanneer u wordt gevraagd de verwijdering van deze conversietaak te bevestigen.