16 Functies van de Content Capture Client

De Content Capture Client bevat één venster met drie afzonderlijke werkgebieden of deelvensters. In deze deelvensters werkt u aan batches, documenten, bijlagen en pagina's.

Het batchdeelvenster

Het batchdeelvenster linksboven heeft een vaste inhoud en de inhoud van de overige deelvensters wisselt, afhankelijk van uw selectie in de boomstructuur van het batchdeelvenster. Hier staat uw selectie in een hiërarchische lijst met batches en hiermee samenhangende documenten.

In het batchdeelvenster kunt u batches, documenten en bijlagen selecteren en acties uitvoeren voor batches door op de batchtaakbalkpictogrammen boven de boomstructuur te klikken. Wanneer u een batch in het batchdeelvenster selecteert, worden in het rechterdeelvenster batchgegevens weergegeven die u kunt bekijken of bewerken. U kunt bijvoorbeeld de status of prioriteit van de batch wijzigen, of een notitie opnemen als herinnering of voor anderen. De vergrendelingsgegevens worden onder de batchgegevens weergegeven.

Opmerking:

Druk op F1 om helponderwerpen voor de Content Capture Client te raadplegen.
Taak Batchdeelvensterpictogram Snelkoppeling

Selecteer een profiel om de instellingen ervan toe te passen tijdens het scannen of importeren van batches.

Bij het maken, bijwerken of vrijgeven van batches moet altijd een clientprofiel zijn geselecteerd.

Clientprofielen

 

Beginnen met het scannen of importeren van documenten.

Vastleggen

F9

Vastleggingsinstellingen wijzigen:

  • Klik op de linkerkant van het pictogram (Instellingen voor vastleggen) om de instellingen te wijzigen voor de geselecteerde scanner of voor de importbron.

  • Klik op de driehoek aan de rechterkant (Bron vastlegging) om een scanner of de importbron te selecteren als de bron voor vastlegging.

Instellingen voor vastleggen/Bron vastlegging

Ctrl+S (Instellingen)

Ctrl+Alt+S (Bron)

Ontgrendel een of meer geselecteerde batches om de bijbehorende gegevens met Oracle Content Management te synchroniseren.

Geef een batch vrij nadat u een vrijgaveproces hebt gekozen.

U ziet de knop Ontgrendelen of de knop Vrijgeven. Klik op de driehoek naast een van deze pictogrammen om te schakelen tussen Ontgrendelen en Vrijgeven.

Ontgrendelen

Batch vrijgeven

F10 (Ontgrendelen/Vrijgeven)

Ctrl+Alt+R (Vrijgaveproces selecteren)

Een of meer geselecteerde batches permanent verwijderen, inclusief de bijbehorende documenten en metagegevens.

Batch verwijderen

 

Geef zoekcriteria op voor batches en filter de batchlijst.

U kunt zoeken op basis van batchnaam, maakdatum, status, prioriteit of verwerkingsstaat.

Zoeken in batch

F7

Voer een activumreferentieproces uit voor een veld.

Activumreferentie

Ctrl+L

Laad de lijst met batches opnieuw om recente batchwijzigingen weer te geven.

Batchlijst vernieuwen

F5

Zoek een document in een batch waar een weergegeven veld met metagegevens overeenkomt met de criteria in het veld Zoeken.

Document zoeken

Ctrl+F

Zoek het vorige of het volgende document in een batch waar een weergegeven veld met metagegevens overeenkomt met de criteria in het veld Zoeken.

Vorige of volgende document zoeken

Shift+F3

F3

Documentdeelvenster

Als u een document of een documentbijlage selecteert in het batchdeelvenster, worden alle documenten en de bijbehorende miniatuurafbeeldingen in het deelvenster aan de rechterkant weergegeven en zijn de documentopties in de werkbalk bovenaan beschikbaar. Gebruik het deelvenster 'Document' om geselecteerde documenten te controleren en bewerken. Hierin worden details van de documenten in de batch weergegeven, waaronder een verschuifbare miniatuurweergave van documentpagina's:

  • De geselecteerde pagina van de miniatuur wordt ernaast ook weergegeven als een volledige paginaweergave. U kunt zo de pagina's nauwkeurig controleren en eventueel verder vergroten. De geselecteerde miniatuur wordt aangegeven door een gestippelde omtrek.

  • Een lichtgekleurde balk tussen de pagina's geeft het einde van het ene document en het begin van het volgende aan.

  • U kunt miniaturen slepen uit afbeeldingsdocumenten om pagina's binnen of tussen documenten te verplaatsen. U kunt echter geen pagina's verplaatsen in niet-afbeeldingsdocumenten.

  • De functie-info van de miniatuur geeft het paginanummer weer voor elke pagina in een document.

Met werkbalkpictogrammen langs de bovenkant van het deelvenster kunt u wijzigingen aanbrengen in documenten of in de pagina's ervan. Een document moet worden geselecteerd voor het gebruik van sneltoetsen.

Taak Documentdeelvensterpictogram Snelkoppeling

Leg een nieuw document vast in een batch.

Document vastleggen

 

Splits een document met behulp van de huidige pagina en alle pagina's eronder tot aan het volgende document.

Splits een document

Ctrl+E

Het geselecteerde document verwijderen.

  • Het geselecteerde document verwijderen en de bijbehorende pagina's toevoegen aan het einde van het vorige document. (Als het geselecteerde document het eerste document in de batch is, wordt alleen een optie om het document te verwijderen weergegeven.) Bij het verwijderen van een document worden ook de bijbehorende metagegevenswaarden verwijderd.

  • Het geselecteerde document, inclusief alle bijbehorende pagina's, uit de batch verwijderen.

Document verwijderen

Ctrl+Alt+D

Leg een nieuwe bijlage vast in een document.

Bijlage vastleggen  

Splits een bijlage met behulp van de huidige pagina en alle pagina's eronder. Deze pictogram is beschikbaar als pagina 2 of hoger is geselecteerd in een documentbijlage.

Een bijlage splitsen om een nieuwe bijlage te maken

Ctrl+E

Verwijder de geselecteerde bijlage en de bijbehorende pagina's uit de batch.

Bijlage verwijderen

Ctrl+Alt+D

Verwijder het geselecteerde document en de pagina('s).

Document dupliceren

Ctrl+U

Ga naar een specifieke pagina in het huidige document.

Ga naar pagina

  • Ctrl+G (voor het tekstveld)
  • Ctrl+P (naar de vorige pagina gaan)
  • Ctrl+N (naar de volgende pagina gaan)

Ga naar het vorige of volgende document.

 
  • Ctrl+Alt+P (naar het vorige document gaan)
  • Ctrl+Alt+P (naar het volgende document gaan)

Pagina's invoegen vóór de geselecteerde pagina.

  • Bij scannen wordt u gevraagd of u één pagina of alle pagina's in de invoer wilt scannen.

  • Bij importeren wordt u gevraagd op te geven welke bestanden u wilt importeren.

Pagina invoegen

 

Actie vorig of volgend document

  Ctrl+P en Ctrl+N

Scan of importeer pagina's die u aan de batch wilt toevoegen.

  • Bij scannen wordt u gevraagd of u één pagina of alle pagina's in de invoer wilt scannen.

  • Bij importeren wordt u gevraagd op te geven welke bestanden u wilt importeren.

Pagina's toevoegen

Ctrl+Alt+A

Verwijder de geselecteerde pagina of alle pagina's (inclusief de geselecteerde pagina en de gekoppelde pagina's) en vervang de pagina('s) door de pagina die u scant of importeert. Of verwijder een of meer geselecteerde pagina's.

Pagina's verwijderen

Pagina vervangen

Ctrl+D om een of meer pagina's te verwijderen

Bekijk een niet-afbeeldingsdocument/-bijlage in de eigen applicatie.

Document in gekoppelde applicatie bekijken

 

Kopieer metagegevenswaarden uit het geselecteerde document.

Metagegevens kopiëren

Ctrl+Shift+C

Plak metagegevenswaarden die vanuit een ander document naar het huidige document zijn gekopieerd.

  • Het kopiëren/plakken van metagegevenswaarden is alleen toegestaan als de documenten bij dezelfde batch horen.
  • Plakken is alleen toegestaan voor documenten waarvan het documentprofiel overeenkomt met het documentprofiel van het brondocument.
  • U kunt de gekopieerde waarden in meerdere documenten plakken.
  • U kunt metagegevenswaarden van een document naar een ander document kopiëren als beide het standaard documentprofiel hebben.

Metagegevens plakken

Ctrl+Shift+V

Wis de metagegevenswaarden van het geselecteerde document.

Metagegevenswaarden wissen

Ctrl+Shift+D

Vergroot en verklein het vergrotingsniveau. Door herhaaldelijk te klikken, kunt u verder in- en uitzoomen.

Inzoomen

Uitzoomen

Ctrl+I

Ctrl+O

Wijzig de paginaweergave zodanig dat de volledige pagina aan het venster wordt aangepast.

Aanpassen aan venster

Ctrl+W

Wijzig de paginaweergave zodat de volledige hoogte en breedte aan het venster worden aangepast.

Aanpassen aan hoogte

Aanpassen aan breedte

 

Roteer de geselecteerde pagina 90 graden naar links of naar rechts. De pagina wordt opgeslagen als laatst geroteerd (geldt alleen voor afbeeldingen).

Links roteren

Rechts roteren

Ctrl+R om naar rechts te roteren

Roteer de geselecteerde pagina 180 graden (ondersteboven). De pagina wordt opgeslagen als laatst geroteerd (geldt alleen voor afbeeldingen).

Omdraaien

 

Druk de geselecteerde pagina af op de geselecteerde printer.

Pagina afdrukken

 

Geef bestandsgegevens weer van het geselecteerde document.

Bestandsgegevens

 

Schakel in de miniatuurweergave tussen verticaal en horizontaal.

Miniatuur horizontaal weergeven

 

Geef miniaturen weer in een kleine, middelgrote of grote weergave.

Grootte van miniatuur kiezen

 

Het metagegevensdeelvenster

In het deelvenster linksonder, het metagegevensdeelvenster, worden metagegevensvelden weergegeven voor het indexeren van documenten. Gebruik het metagegevensdeelvenster om documenten te indexeren door de bijbehorende metagegevenswaarden in te vullen.

  • Het metagegevensdeelvenster wordt weergegeven wanneer indexering is geactiveerd voor het geselecteerde clientprofiel en een document is geselecteerd in het batch- of documentdeelvenster.

  • Waarden die u invoert in de metagegevensvelden zijn van toepassing op alle pagina's in het geselecteerde document. Als standaardinvoer is vereist, kan in metagegevensvelden gebruik worden gemaakt van invoermaskers of speciale opmaak, numerieke of datumvelden of keuzelijsten. Met een sterretje wordt een verplicht metagegevensveld aangegeven.

  • Gebruik het veld Documentprofiel om de set metagegevensvelden te identificeren die voor het geselecteerde document moet worden ingevuld.

    Een batch klantdocumenten kan bijvoorbeeld correspondentie en documentprofielen voor klantovereenkomsten bevatten. Bij het indexeren selecteert u het documentprofiel Correspondentie telkens wanneer u een correspondentiedocument tegenkomt en vult u de bijbehorende velden in. Vervolgens selecteert u het documentprofiel Klantovereenkomst telkens wanneer u een overeenkomstdocument tegenkomt.

  • Als u met sneltoetsen van het ene naar het andere metagegevensveld wilt gaan, drukt u op Tab om naar het volgende metagegevensveld te gaan en op Shift-Tab om naar het vorige metagegevensveld te gaan.

  • In het veld Type bijlage kunt u het type van een geselecteerde bijlage wijzigen. Dit veld is niet beschikbaar voor profielen voor alleen vastleggen.

Het deelvenster Batchgegevens

Wanneer u een batch selecteert in het linkse batchdeelvenster, worden de batchgegevens in het rechterdeelvenster weergegeven. Bij de batchgegevens kunt u opmerkingen over de batch toevoegen of bewerken en de status of prioriteit wijzigen. U kunt ook de naam van de gebruiker weergeven die de batch heeft gemaakt, en de datum waarop de batch is gemaakt en voor het laatst is gewijzigd.

U kunt de vergrendelingsgegevens van een batch onder het deelvenster Batchgegevens weergegeven. Klik op Gegevens ophalen om de naam te zien van de gebruiker die de batch heeft vergrendeld en de naam van het werkstation.