5 De pagina met procedures voor het vastleggen van inhoud

Op de pagina met procedures voor het vastleggen van inhoud configureert u de infrastructuur waarmee de metagegevens van een document worden bepaald en waarin wordt aangegeven hoe taken zoals importeren, indexering, streepjescodeherkenning en groepering van documenten worden geautomatiseerd in de clientomgeving. Laten we eens kijken wat u allemaal op deze pagina kunt doen.

Hiermee kunt u elementen van de interface met vastleggingsprocedures identificeren door getallen toe te wijzen aan deze elementen.

Item	Beschrijving
1	In het navigatiepaneel kunt u schakelen tussen Oracle Content Management functies. Welke opties in dit paneel worden weergegeven, is afhankelijk van uw gebruikersrol. Bijvoorbeeld: alleen Enterprise gebruikers kunnen opties zien voor activa. Klik op Beginpagina om een pagina weer te geven die koppelingen bevat naar onder meer recent geopende items, documentatie en rondleidingen.
2	De samenwerkingssectie biedt toegang tot uw documenten en gesprekken.
3	Als u beheerdersrechten hebt, ziet u de beheersectie. Hierin kunt u systeemopties instellen, Oracle Content Management integreren met andere services, repository's, lokalisatiepolicy's en andere functies voor het beheer van digitale activa configureren en procedures voor het vastleggen van inhoud instellen.
4	Klik op het pictogram Tonen/Verbergen om het navigatiepaneel te openen of te sluiten.
5	In het gebruikersgebied kunt u uw voorkeuren wijzigen en de desktop-apps en mobiele apps vinden. Klik op uw gebruikersafbeelding om uw standaardwaarden te wijzigen. Als u meldingen voor gesprekken hebt ontvangen, wordt het aantal meldingen in de vlag weergegeven.
6	Gebruik de linkerkant van de pagina voor het beheren van procedures. Hier kunt u procedures maken, bewerken, verwijderen, importeren en exporteren.
7	Gebruik de rechterkant van de pagina voor het configureren van procedures. Hier kunt u elke procedure aanpassen aan specifieke omgevingen voor inhoudvastlegging.
8	Klik op het pictogram om het deelvenster voor het beheren van procedures weer te geven of te verbergen op de pagina.
9	De procedurelijst bevat alle procedures die u hebt gemaakt of waartoe u toegang hebt.
10	In het veld Filter kunt u sleutelwoorden opgeven om de procedures in de lijst te filteren. Dit is een handige functie wanneer u een groot aantal procedures hebt.
11	Gebruik de procedurewerkbalk om procedures te maken, te bewerken, te kopiëren, te exporteren en te importeren. Met het laatste pictogram op de werkbalk kunt u aangeven of u een schermlezer gebruikt. : met Nieuwe procedure maken configureert u hoe clientgebruikers inhoud kunnen vastleggen en verwerken voor opslag in Oracle Content Management. : Procedure kopiëren. Gebruik deze optie als u een nieuwe procedure wilt maken op basis van een bestaande procedure. : met Procedure exporteren kunt u een procedure exporteren uit een testomgeving en importeren in een productieomgeving. : Procedure importeren. Gebruik deze functie als u procedures wilt migreren tussen test- en productieomgevingen. : Procedure bewerken. Gebruik deze functie als u de naam, beschrijving of configuratie van een procedure wilt wijzigen. : gebruik Procedure verwijderen als u een procedure wilt verwijderen. Procedure valideren: gebruik deze functie om eventuele fouten in verschillende elementen van uw procedure te diagnosticeren. : klik op dit toegankelijkheidspictogram om aan te geven of u een schermlezer gebruikt.
12	Wanneer u aan de linkerkant een procedure selecteert, komt er een aantal configuratietabbladen beschikbaar. Gebruik deze tabbladen om de procedure-instellingen te definiëren: Op het tabblad Beveiliging configureert u de toegang van gebruikers tot procedures. Op het tabblad Metagegevens definieert u keuzelijsten en hun afhankelijke keuzelijsten. Deze keuzen bieden clientgebruikers de flexibiliteit om hun metagegevensvoorkeuren in te stellen tijdens het verwerken van documenten. Op het tabblad Classificaties kunt u statuswaarden voor batches definiëren die clientgebruikers aan hun documentbatches kunnen toewijzen. Op dit tabblad kunt u ook de typen aanvullende documenten definiëren voor de primaire documenten. U kunt daarnaast ook documentprofielen definiëren die de metagegevensvelden bevatten van de documenten die gebruikers verwerken in de clientomgeving. Op het tabblad Vastleggen kunt u clientprofielen maken om te bepalen wat gebruikers kunnen zien in een batch, hoe een batch moet worden verwerkt, hoe afbeeldings- en niet-afbeeldingsdocumenten moeten worden afgehandeld, enzovoort. Op dit tabblad kunt u ook taken maken om de bron te definiëren waaruit documenten moeten worden geïmporteerd in Oracle Content Management. Op het tabblad Verwerking kunt u herkenningstaken definiëren waarin u aangeeft of er streepjescodeherkenning moet plaatsvinden voor facturatie- of indexeringsdoeleinden en snelle zoekopdrachten. U kunt definiëren hoe documenten moeten worden georganiseerd tijdens het verwerken. Op dit tabblad kunt u ook conversietaken naar PDF en naar TIFF definiëren om te automatiseren hoe afbeeldings- en niet-afbeeldingsdocumenten moeten worden geconverteerd en hoe bijlagen worden verwerkt. Op het tabblad Vastleggen kunt u een vastleggingsdriver configureren (Documentenmap, Activumrepository of Bedrijfsrepository) zodat de verwerkte documenten naar Oracle Content Management worden geladen en hier worden opgeslagen.
13	Hier configureert u de opties voor elk functioneel gebied van de tabbladen. Wat u hier ziet, hangt af van het configuratietabblad waarop u zich bevindt en welke selecties u hebt gemaakt.